‘Jonge jaren van kind grillig’
Onderwijs 102 keer gelezen OSS – Mensen uit het Osse onderwijsveld reageren op het initiatief van het Osse D66-raadslid Behcet Sahin om om kinderen vanaf 2,5 jaar naar het basisonderwijs te sturen. Sahin wil hiermee taalachterstand beperken. Hij baseert zijn voorstel op het landelijk experiment ‘Startgroep’ van Marja van Bijsterveldt, minister van Onderwijs.[image=173350]
Het raadslid vindt het noodzakelijk om peuters vanaf 2,5 jaar naar school te sturen en spelenderwijs les te geven. Dit omdat de huidige voor- en vroegschoolse educatieprojecten (VVE) volgens hem te vrijblijvend zijn, een beperkt aantal kinderen bereiken en niet aansluiten op het basisonderwijs. Daardoor zouden kinderen met een taalachterstand aan groep 1 beginnen. Jeanne van de Wouw, directeur van Nutsschool De Nieuwe Link zegt dat die aansluiting juist heel goed is. “Wij werken samen met peuterspeelzaal de Schakel. Voor het VVE-project gebruiken zij de zogenaamde piramidemethode. Wij werken daar op school ook mee. Ik weet niet hoe dat op andere scholen geregeld is, maar bij ons werkt dat goed.” Voor- en vroegschoolse educatie is bovendien maar één manier om taalachterstand weg te werken. Schakelklassen zijn daar bijvoorbeeld ook geschikt voor, vervolgt Van de Wouw. “En als je kinderen al vanaf 2,5 jaar naar school wilt sturen, dan moeten docenten daar ook voor geschoold worden. Zij richten zich nu niet op peuters.”
Omgeving
Edith van Montfort wijst op het belang van de omgeving waarin het kind opgroeit, en waarbij het taalniveau van de ouders een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van het kind. Ze is algemeen directeur van Stichting Katholiek Basisonderwijs (SKBO), waar dertien Osse basisscholen onder vallen. “Juist in zijn jonge jaren leert het kind veel in zijn eigen omgeving. Het is dus zeker zo belangrijk om dat milieu te verbeteren en ouders te betrekken, in plaats van kinderen eerder naar school te sturen.” Dat doet SKBO door te investeren in VVE-projecten op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. “Maar niet iedere ouder brengt zijn kind naar het kinderdagverblijf. Om zoveel mogelijk kinderen en ouders daarbij te betrekken, proberen we onderwijs, zorg, en opvang op één locatie, de school zelf, te organiseren. Op horizonsscholen zitten peuterspeelzaal, wijkcentrum, schoolmaatschappelijk werk en buitenschoolse opvang al in één gebouw.” Directeur Paul Bouw van basisschool de Mettegeupel werkt ook toe naar intensieve samenwerking tussen verschillende partijen. ”Alles moet straks op elkaar aansluiten. Vaste aanspreekpunten en structuur horen daarbij. Kinderen kunnen zich pas goed ontwikkelen als zij zichzelf thuisvoelen. Ik vergelijk het altijd met een plant, als de omgeving goed is, bloeit ie op.” Bouw is niet tegen onderwijs op 2,5 jaar, maar hij heeft wel moeite met het begrip ‘taalachterstand’. ”Er worden veel te snel etiketten geplakt. Als een kind van anderhalf nog niet loopt, is die meteen gehandicapt. De jonge jaren van een kind zijn erg grillig, de een is wat trager dan de ander. Kijk liever naar wat het kind wél kan en waardoor het geprikkeld, gemotiveerd wordt.”
