De artikelen voor het Udens Weekblad verzameld in een album.
De artikelen voor het Udens Weekblad verzameld in een album.
TERUGBLIKKEN MET... JACOB DIKKEN

‘De Olympische Spelen in Mexico waren een belevenis’

Human Interest 1.015 keer gelezen

UDEN | De rubriek ‘Even terugblikken met….’ is weer terug van weggeweest. Dit keer is het Udens Weekblad te gast bij Jacob Dikken, bij velen niet alleen bekend uit het onderwijs, maar ook van atletiekvereniging De Keien. Jacob woont samen met zijn vrouw Ada in een ruim appartement aan de Velmolenweg. Daar staat hij me al in de deuropening op te wachten en na een kopje koffie vertelt Jacob zijn levensverhaal.

tekst en foto’s: Ankh van Burk

Jacob werd geboren in Rotterdam op 27 juni 1933. Zijn vader was werkzaam bij Rijkswaterstaat, waar hij betrokken was bij de voorbereidingen van de Maaskanalisatie in Limburg stroomopwaarts tot aan Grave. Later werkte hij bij de gemeente Rotterdam. Zijn moeder kwam uit Antwerpen en was naar Nederland gevlucht tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zij werkte in de woninginrichtingszaak van de opa van Jacob. Het gezin telde twee zoons, waarvan Jacob de jongste was. “Ik herinner me niet veel van Rotterdam. Ik mocht alleen maar op het balkon spelen, de straat was te gevaarlijk. Ik heb alleen de eerste klas van de lagere school in Rotterdam gevolgd en heb nog het bombardement meegemaakt, maar kort daarna zijn we verhuisd naar Zeist. Mijn vader, die van 1891 is, kon stoppen met werken en wilde niet in de stad blijven wonen. In Zeist mocht ik wel op straat spelen en ik had veel vriendjes in de buurt.” De eerste jaren van de oorlog ging Jacob nog naar school, maar in de zesde klas was dat niet mogelijk door gebrek aan steenkool en elektriciteit. “De hongerwinter kwamen wij door met ingemaakte groenten uit eigen tuin, aangevuld met eten uit blik, die mijn moeder gehamsterd had bij Simon de Wit in Rotterdam. Door de voedseldroppings aten we vreemd eten zoals walvisvlees, maar alles beter dan suikerbieten. In de kamer hadden wij een klein potkacheltje voor koken, verwarming en de was.”

Kweekschool
Na de oorlog haalde Jacob de zesde klas niet in, maar ging meteen naar de HBS. Op de HBS was hij al lid van de atletiekvereniging en vond het leuk om kinderen te trainen. Na drie jaar HBS maakte hij de keuze om naar de kweekschool te gaan, zoals toen de onderwijzersopleiding heette. Hij deed de opleiding inclusief de Hoofdakte. In september 1954 kreeg hij zijn eerste baan in Breda, waar hij op kamers ging wonen. Ook daar werd hij lid van een atletiekvereniging en leerde hij zijn vrouw Ada kennen. Jacob solliciteerde in 1959 naar een baan in Uden, die gekoppeld was aan de toewijzing van een huurhuis. Het was de protestants-christelijke school De Hoeve, noodzakelijk geworden door de toestroom van ‘import’ door de aanwezigheid van de vliegbasis en de industrialisatie van Uden. De eerste maanden woonde hij op kamers, op 5 januari 1960 trouwt hij met Ada en zij gingen op De Pier bij Verbossen wonen, omdat hun huis in de Kleefsestraat nog in aanbouw was en waar zij in juni hun intrek konden nemen. Zij krijgen een zoon (1963) en een dochter (1966) en hebben inmiddels vier kleinkinderen. Hun dochter Astrid is in januari van dit jaar overleden aan kanker. “Je kind verliezen is nog niet te accepteren.” Naast het onderwijs richtte Jacob, samen met anderen in 1960 atletiekvereniging De Keien op. Die vereniging nam steeds grotere vormen aan en nam ook steeds meer tijd in beslag. Via De keien raakte Jacob ook betrokken bij de Atletiek Unie, waar hij deel uitmaakte van diverse werkgroepen en commissies.


Samen met Ada op hun ruime balkon met veel groen.

Mexico
Vrij onverwacht raakt Jacob in 1968 betrokken bij de Olympische Spelen in Mexico. “Bij het estafetteteam 4 x 100 dames, dat uitgezonden werd naar Mexico, zat de Udense Wilma van den Berg. “Ik woonde vaak de estafettetrainingen bij. Er was onenigheid met de coach, die uiteindelijk niet meeging naar Mexico. Zo werd ik op maandag door de voorzitter van de Atletiek Unie gevraagd om de coaching over te nemen en op donderdag vloog ik naar Mexico. Het ging om een training van een paar weken om te acclimatiseren op 2000 meter hoogte. Ik beschikte over dat trainingsschema, maar ging er onvoorbereid naartoe. Het was een hele belevenis om van zo nabij de Olympische Spelen mee te maken. De overweldigende opening en ook de sluiting van de Spelen. Het unieke is dat je sporters van alle disciplines tegenkomt.”

Decaan
“Het was leuk werken op De Hoeve, een nieuwe school die opgebouwd moest worden, maar rond 1969 raakte ik uitgekeken op het lager onderwijs. Ik kwam mijnheer Walk van de Aloysiusmavo tegen, vertelde wat ik in huis had en kon op de Mavo terecht als gymnastiekleraar. Dat was behelpen bij gebrek aan accommodatie. Het was in de overgangstijd van de Mammoetwet. Zo stond er ineens maatschappijleer op de versnelde opleiding van Mavo 3. Zonder opleiding en zonder boeken begon ik aan dat vak en heb dat vak zelf ontwikkeld. Al pratend met de leerlingen kwam ik erachter, dat zij vaak niet wisten wat zij na de Mavo wilden gaan doen. Zo ben ik begonnen aan de decaanopleiding in Tilburg en kreeg een aanstelling als assistent-decaan.” De Aloysiusmavo werd zo groot, dat er gesplitst moest worden. De Merlet werd opgericht en daar werd Jacob decaan, naast de vakken maatschappijleer en lichamelijke opvoeding. “Decaan zijn is het mooiste wat ik in het onderwijs gedaan heb. Je hebt veel contacten met andere onderwijsinstellingen en veel gesprekken met de leerlingen en hun ouders over keuzemogelijkheden.“ Met 60 jaar gaat Jacob met vervroegd pensioen. Na zijn pensioen werkte Jacob nog voor het Ministerie van Onderwijs als hoofd van de gecommitteerden bij CIOS en zat hij in de landelijke examencommissie van het CIOS. Bij het Ministerie van VWS was hij gecommitteerde bij de trainersopleiding van diverse sportbonden. Op 75-jarige leeftijd stopte hij hiermee.


Bij een oude kaart van Nederland.

VUS
Als je ergens actief bij betrokken bent, zoals Jacob, raak je vaak ook bij andere organisaties betrokken. Zo kwam Jacob een jaar na de oprichting van de VUS - Vier Uden Sportief - een meerdaags festijn met sport en entertainment in het Sportpark in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw, bij het bestuur. “Ik ben begonnen met de plattegrond van het sportpark en een planbord en maakte de planning. Het was in het begin erg leuk om mee te helpen aan de opbouw van deze organisatie, maar na een paar jaar ben ik daarmee gestopt.” Jacob heeft ook nog geschreven voor het Udens Weekblad. Dat was van 1967 tot en met 1969. “Ik schreef regelmatig artikeltjes over De keien voor het Udens Weekblad en kende de mensen daar goed. Zo kwam het dat ik gevraagd werd om portretten te schrijven over Udenaren, die iets bijzonders te vertellen hadden. Zo zijn de oude dokter Hoevenaars, die promoveerde, Reggie van der Burgt, die toen in de hitlijst voorkwam en raadslid Toon Nooijen aan bod gekomen.”

Saai
De huidige coronatijd beleeft Jacob maar als saai. “Ik ging nog weleens naar atletiekwedstrijden kijken, maar door corona kwam dat stil te liggen. Verder ga ik weleens naar lezingen van de Heemkundekring en bezoek ik Museum Krona of ga naar de bibliotheek. Maar ik mis de contacten.” Terugkijkend op zijn leven zegt hij: “Een leven met ups en downs, ik heb goede dingen meegemaakt en teleurstellingen. Als schoolmeester geef ik mezelf een zeventje. Bij maatschappijleer heb ik veel zaken opgestoken uit de sportwereld die toepasbaar waren bij het vak. En ik heb veel voldoening gehaald uit de ontmoetingen en gesprekken met interessante mensen.”                                                                                      

Bij een oude kaart van Nederland.
Afbeelding

Samen met Ada op hun ruime balkon met veel groen.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant