Armoedeglossy uitgereikt: 'Snel
doorpakken naar nieuw Armoedebeleid'
UDEN/LANDERD | Demissionair wethouder Maarten Prinssen ontving vorige week uit handen van Aaldrik Westera (voorzitter Interkerkelijk Noodfonds Uden) en Berry Dufornee (voorzitter themagroep Armoede, Werk & Inkomen ASD-Uden) de derde editie van de armoedeglossy Quiet 500. Dit magazine is de tegenhanger van de bekende Quote 500.
door Peter Noy
Het magazine is een uitgave van Quiet, een community die zich inzet voor mensen in armoedesituaties in Nederland. Niet de 500 rijksten, maar juist de 500 armste mensen worden erin geportretteerd.
Zorgportefeuille
Maarten Prinssen (56) heeft nu bijna 4 jaar als Udense wethouder namens VVD-Leefbaar Uden onder andere Wmo, Zorg en Armoedebeleid in zijn portefeuille. “Dit is niet gemakkelijk, maar het past heel goed bij mij”, zei hij destijds in een interview voor het Brabants Dagblad. De 8 jaar daarvoor lag in Uden de lastige ‘zorgportefeuille’ steeds bij de PvdA. Ondanks het liberale karakter van Prinssen heeft hij een goed oog voor de armoedeproblematiek binnen de gemeente Uden en staat hij, naar zijn zeggen, dicht bij de mensen die onder de armoedegrens leven.
Als voorbeeld noemt hij de Vincentius vereniging in Nijmegen. Daar staat een modelhuis waar de armoedeproblematiek van een doorsnee gezin realistisch wordt uitgebeeld. “Alle mensen die te maken hebben met beleidsbepaling op het gebied van armoedebestrijding moéten daar een keer geweest zijn om zodoende het dagelijkse leven van mensen, die in armoede leven, onder ogen te komen en te kunnen begrijpen”, aldus een gedreven Prinssen.
Deze schrijnende gevallen doen Prinssen wel wat en motiveren hem om zich in te zetten voor deze kwetsbare groep.
Herziening Armoedebeleid
De gemeente Uden heeft een Armoedebeleidsplan (2018-2021) wat op 1 januari aanstaande afloopt. Prinssen beaamt dat het nieuwe Armoedebeleid al lang klaar had moeten zijn. "Ondanks de drukte rondom de herindelingsperikelen, wil het nog niet zeggen dat men niet bezig kan zijn met het herzien van het Armoedebeleid”, betoogt de demissionaire wethouder.
Lees verder op pagina 3.