Winny, Dave en Gwenny Keizer namen namens hun vaders postuum enkele onderscheidingen in ontvangst, voor hun deelname aan de politionele acties in Nederlands-Indië. "Onze vaders worden nu alsnog geëerd."
Winny, Dave en Gwenny Keizer namen namens hun vaders postuum enkele onderscheidingen in ontvangst, voor hun deelname aan de politionele acties in Nederlands-Indië. "Onze vaders worden nu alsnog geëerd." Foto: Lisette Broess-Croonen

“We zullen ze nooit vergeten en onze geschiedenis doorgeven”

Historie

DEN BOSCH | Als jonge mannen streden Arvy en Edward Keizer in de oorlog in Nederlands-Indië. Zaterdag werden zo postuum geëerd voor hun inzet en ontvingen ze enkele onderscheidingen uit handen van brigadegeneraal Paul Hoefsloot.

door Lisette Broess-Croonen

De broers vochten namens Nederland tegen de Japanners. Ze werden krijgsgevangen gemaakt en moesten dwangarbeid verrichten aan de Birma-spoorlijn. Hoefsloot: “Ontberingen, waaronder weinig en slecht eten. Ze moesten presteren onder de druk van de Japanners in zware omstandigheden. Jonge mannen in de kracht van hun leven deden dienst. En zelfs na de ontberingen deden ze nog wat hun gevraagd werd.”

Vergeten oorlog

De kinderen Keizer zijn blij met de onderscheidingen. “Het geeft ons een gevoel dat onze vaders alsnog geëerd worden voor hun tijd in deze vergeten oorlog.” vertelt Dave Keizer, zoon van Edward. “Mijn vader en oom waren KNIL-militairen. Voordat we geboren werden, kwamen ze naar Nederland omdat ze niet meer veilig waren. Ze hadden ervoor gekozenen om te vechten voor Nederland en niet voor Indonesië. Van de Gordel van Smaragd gingen ze naar een koud kikkerlandje. Wij hadden hier een zorgeloze jeugd. Indonesië was een ver van ons bed show. We merkten niet veel van de slechte dingen die ze hadden meegemaakt. Er werd niet over die tijd gesproken. Ze hadden wel een hekel aan Japanners en aan Indonesië. Het kwam dan ook nooit in me op om naar Indonesië toe te gaan, tot mijn vrouw me overhaalde.”

Onvergetelijke ervaring

Na die eerste reis was hij meteen verknocht aan het land. “Mijn vader was inmiddels al overleden toen ik me in zijn verleden begon te verdiepen. Vroeger stelde ik wel eens vragen, maar dan zei hij dat hij het later wel zou vertellen. Alleen dat later is er nooit van gekomen. Mijn vader en ik hadden regelmatig discussies over de onafhankelijkheid van Indonesië. Nu weet ik dat we uit compleet verschillende tijdperken stammen en zo onze eigen waarheden en levenservaring ontwikkelden. Na die reis begonnen we vragen te stellen aan mijn moeder. We wilden meer weten over het verleden van onze ouders. Uiteindelijk hebben we met vijftien man een reis naar Indonesië gemaakt. Onder andere met mijn moeder en zus en mijn nicht Winnie, de dochter van Arvy. Daar hebben we ook het dorp van onze vader gezien. Het was een onvergetelijke ervaring. Die reis heeft onze ogen wel geopend. De geschiedenis van Indonesië is onderbelicht in Nederland. We moeten nooit vergeten wat onze ouders hebben meegemaakt. Winnie en mijn zus Gwenny hebben het initiatief genomen om onze vaders alsnog te eren met een onderscheiding. We zullen ze nooit vergeten en onze geschiedenis voor eeuwig doorgeven aan onze kinderen en hun nazaten.”

Herdenking

De onderscheidingen werden zaterdag uitgereikt na de jaarlijkse herdenking van de vijfendertig Bosschenaren die omkwamen bij de politionele acties in Nederlands-Indië. Een herdenking die nog ieder jaar goed bezocht wordt. Brigadegeneraal Hoefsloot hield ook een toespraak. “Herdenkingen van de inzet en offers in en rond voormalig Nederlands-Indië zijn altijd indrukwekkend. Zeker in de aanwezigheid van mensen die de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië bewust hebben meegemaakt. Het is indrukwekkend dat u meer dan vijfenzeventig jaar na dato weer hier bijeen bent gekomen om eer te betonen aan deze gevallenen. Om ze te gedenken en gezamenlijk in herinnering te roepen.”

Dekolonisatiestrijd

Volgens Hoefsloot is herdenken ook proberen te begrijpen. “Begrijpen dat de dekolonisatiestrijd in de jaren na de Japanse capitulatie niet simpelweg een strijd tussen Nederland en Indonesië was, maar ook een zeer complexe burgeroorlog. Begrijpen ook waarom er zulke offers werden gevraagd en gebracht. Zodat ook de jongere generaties het beter begrijpen en met respect het herdenken voortzetten.”