Oksana (midden) heeft haar moeder, zus en nichtje in huis genomen. Zij zijn gevlucht uit Oekraïne toen de oorlog daar uitbrak. In Nederland proberen ze nu ook andere vluchtelingen uit Oekraïne te helpen.
Oksana (midden) heeft haar moeder, zus en nichtje in huis genomen. Zij zijn gevlucht uit Oekraïne toen de oorlog daar uitbrak. In Nederland proberen ze nu ook andere vluchtelingen uit Oekraïne te helpen. Foto: Lisette Broess-Croonen

“We hadden niet verwacht dat Poetin ons echt zou aanvallen”

Human Interest

DEN BOSCH | Ze hadden niet verwacht dat Poetin echt hun land zou binnenvallen, maar hij deed het wel. En dus moesten de Oekraïense Olga, haar dochter Yeva en moeder Tamara vluchten. Gelukkig konden ze terecht bij Olga’s zus Oksana in Den Bosch.

door Lisette Broess-Croonen

“We zijn blij dat we hier nu veilig zijn.” vertelt Olga. “Op de eerste dag van de oorlog zijn we vertrokken. Die ochtend, 24 februari, hoorden we ineens een bom vallen en hebben we snel onze spullen gepakt. Het was de twaalfde verjaardag van Yeva en we wilden eigenlijk niet gaan, maar mijn zus belde ons om te zeggen dat we echt weg moesten gaan uit Oekraïne.”

Met de auto vertrokken ze op een moeizame reis naar de grens met Polen. “Dat was de veiligste route. Maar we konden niet over verharde wegen rijden omdat er al zoveel kapot was. We zijn over onverharde wegen gegaan, door de bossen, terwijl we in de verte de gloed van raketten zagen. Dat was heel angstig. We hadden geluk dat onze auto op gas en benzine rijdt, want op een gegeven moment was er nergens meer benzine te krijgen. Daardoor kon niet iedereen verder rijden, maar wij wel. Toen we uiteindelijk na vijf dagen in Nederland waren, was de auto kapot door de zware reis.”

’s Nachts sliepen ze de eerste nachten in de auto, in de kou. “Na de eerste dag hoefden we nog maar tien kilometer om de grens over te steken, maar daar hebben we twee dagen over gedaan. De meeste mensen gingen lopend de grens over, met hun kinderen, baby’s en spullen. Gelukkig kregen we onderweg kleding, water en eten van de lokale bevolking en toen we eenmaal in Polen waren, mochten we bij mensen overnachten. De oorlog brengt mensen dichter bij elkaar en iedereen helpt. Dat is indrukwekkend. Zelfs een beroemde actrice (83) uit Oekraïne helpt mee door kleding van soldaten te wassen en voor ze te koken.”

Oksana woont al vijftien jaar in Nederland en is blij dat haar familie nu in veiligheid is. “Tijdens de autorit hielden we constant contact met elkaar. Dat waren spannende dagen. Mijn moeder, zus en nichtje zijn al vaak hier op bezoek geweest, maar nu is het anders. We weten niet hoe lang ze hier zullen blijven. Yeva gaat hier nu naar school en ze zullen allemaal Nederlands moeten leren praten. Olga probeert nu een baan te vinden. Ze zullen hier voorlopig een leven op moeten bouwen. Zelfs als de oorlog snel voorbij is, moet er nog een hoop hersteld worden in Oekraïne. Alle infrastructuur is kapot.”

De vier hadden niet verwacht dat Poetin ook echt zou aanvallen. “We waren eraan gewend dat de situatie soms onrustig was, maar dit hadden we niet verwacht. Dat hij heel het land zou aanvallen en onschuldige mensen zou laten vermoorden. De Russische soldaten zijn gehersenspoeld. Zij geloven echt dat de regering van Oekraïne de burgers onderdrukt en dat die bevrijd willen worden. We zijn verdrietig. We houden iedere dag contact met de mensen die nog daar zijn. De zus van onze moeder kon niet vluchten vanwege hartproblemen. Ook een neef van ons is nog daar, want mannen moeten blijven om te vechten. De stad waar hij woont is gebombardeerd en we krijgen al dagen lang geen contact met hem en zijn vrouw. De hele situatie is een schok voor ons.”

Vanuit Nederland proberen ze te helpen. “We zetten ons nu in voor andere vluchtelingen. Vooral zijn we bezig om hulp te verlenen aan de mensen die nu hier heen komen. Ze zijn langer in de Oekraïne gebleven en getraumatiseerd. Ook hebben ze spullen en onderdak nodig en zitten verlegen om hun verhaal te doen. Er is veel steun vanuit de mensen in Nederland en ook in Den Bosch. Dat is mooi om te zien en steekt ons echt een hart onder de riem. We weten niet wat morgen ons zal brengen. We hopen dat de oorlog zo snel mogelijk voorbij is.”