Ria bij een MuzeMobiel.
Ria bij een MuzeMobiel. Foto: Henk Lunenburg
IN GESPREK MET

‘Ik hou van taal en verhalen, ze maken mijn wereld rijker’

Algemeen

UDEN | Ria Kauffman werd geboren in het naoorlogse Venlo aan de Maas en verhuisde in 1976 naar Uden. Schrijven en lezen maken een belangrijk deel uit van haar leven.

door Henk Lunenburg

Hoe was je jeugd?
“Ik ben opgegroeid in een druk huishouden. Er was altijd wel wat te beleven met twee aan huis gebonden bedrijven. Er bleef regelmatig iemand mee-eten en wij werden ingeschakeld bij allerlei klussen. We woonden midden in het centrum met veel speelruimte omdat een groot deel van de binnenstad plat gebombardeerd was bij de opmars van de geallieerden. Met al die speelruimte, veel kinderen van de babyboom en een oplevend centrum heb ik een heerlijke jeugd gehad. Het basisonderwijs volgde ik op de Bernadette meisjesschool. Nadat we naar de film over de Heilige Bernadette waren geweest moesten we daar een opstel over schrijven. Ik had zo’n mooi opstel geschreven dat ik dat als vierdeklasser in de zesde mocht voorlezen. Supertrots. Stilzitten was mijn slechtste eigenschap, ik was wel leergierig.”

Wat waren je bezigheden buiten schooltijd?
“Ik heb gehockeyd, getennist en ik las veel, maar als kind speelde ik het liefst buiten. Met al die kinderen in de buurt hebben we veel avonturen beleefd. Het voelde veilig omdat er altijd wel volwassenen in de buurt waren als het nodig was. We bouwden steden van kartonnen dozen, vierden bruiloften en met Sint Maarten sleepten we een brandstapel bij elkaar. Ik had altijd de wildste ideeën, heel prachtig, maar niet altijd uitvoerbaar. Toen ik ouder werd waren er de baantjes; op het land, in de kassen, de supermarkt en uitgaan met vrienden op mijn bij elkaar gespaarde mobylette.”

Wat waren je vervolgopleidingen? 
“Ik ging in Venlo naar de middelbare school en deed daarna de analistenopleiding met in Amsterdam de vervolgopleiding en praktijk in het Lucasziekenhuis en Tropeninstituut. Omdat ik in dat vak te weinig ontwikkelingsmogelijkheden zag, vertrok ik een jaar naar Londen om uit te zoeken wat ik eigenlijk wilde. Ik volgde een cursus journalistiek en ging daarvoor op zoek naar verhalen in de stad. De confrontatie met de armoede in die wereldstad raakte mij. Ik was betrokken bij kraakacties en deed vrijwilligerswerk bij Simons Community, de daklozenopvang. Eten rondbrengen onder de donkere bruggen van London en onderzoek doen naar wie die mensen waren en waar ze vandaan kwamen. Het maakte diepe indruk op me. Weer terug in Nederland ging ik politicologie studeren in Nijmegen en na mijn propedeuse switchte ik naar andragogiek. Dat ging over mensen, systemen en de interactie daartussen en dat was precies wat mij aansprak.”

Wanneer ben je in Uden komen wonen?
“Tijdens mijn studietijd in Nijmegen leerde ik mijn man Jacq van Meegen kennen. Hij studeerde geografie en tijdens zijn studie gaf hij al les. Jacq was een echte onderwijsman. We trouwden in 1974 en woonden met onze oudste zoon Erik op een studentenverdieping in Nijmegen. Van een medestudent kreeg hij de tip dat er op het College van het Heilig Kruis in Uden dringend behoefte was aan docenten. Hij solliciteerde en werd aangenomen als docent aardrijkskunde. In Nijmegen konden we geen huis vinden terwijl in Uden volop gebouwd werd, dus verhuisden we eind 1976 naar Uden.”

Wat ben je na het afstuderen gaan doen?
“Mijn eerste baan was bij het MBO-college in Den Bosch (nu Koning Willem 1 college, red.) Na een aantal jaren ben ik het gaan combineren met een staffunctie bij een thuiszorgorganisatie. Daar was ik verantwoordelijk voor de interne scholing en projecten organisatieontwikkeling. Na een aanvullende opleiding Bedrijfskunde ben ik als zelfstandig consultant en opleider actief gebleven in het organisatieadvieswerk. Het onderwijs boeit ook mij dus ik combineerde dat met een docentschap aan de Hogeschool Den Bosch/Avans.”

Wat waren je plannen toen de pensioengerechtigde leeftijd naderde?
“Gewoon doorgaan, genoeg te doen toch in de wereld. Een wens was me lief; ik wilde gaan schrijven en meer met taal gaan doen. Taal is altijd een onderdeel van mijn werk geweest. Ik ben de Storytelling Academy gaan volgen en later de Schrijversacademie. Leren om van de formele, zakelijke taal weer naar de gewone menselijke taal te gaan. Mijn eindproject voor de Storytelling Academy ging over het belang van verhalen als aanvulling op de cijfers bij vernieuwing in de zorg. Ik schreef de verhalen van patiënten, van hun naasten en van het zorgteam over hun beleving van de kwaliteit van zorg. Deze verhalen konden vanuit de werkvloer bijdragen aan verbetering in de organisatie. De zoektocht naar betekenisvolle verhalen van mensen is voor mij leidend gebleven. Wat ik nu doe in de Bitswijk bij MuzeRijk past daarbij.”

Hoe kom je aan die verhalen en waar gaan die dan over?
“In de Bitswijk rijden drie MuzeMobiels, bestuurd door vrijwilligers. Ze zijn bedoeld om Bitswijkers die minder mobiel zijn tegen een kleine vergoeding in de stad te vervoeren. De MuzeMobiel vergroot hun mobiliteit en zelfstandigheid. Echt fantastisch. Dit zou overal ingevoerd moeten worden. In de Bitswijk wordt veelvuldig gebruikgemaakt van deze milieuvriendelijke wagentjes om een boodschap te doen, naar de dokter te gaan of voor familiebezoek. De mensen worden thuis opgehaald en op de plaats van bestemming afgezet. Tijdens deze ritten vertellen mensen verhalen over wat ze hebben meegemaakt in hun leven en wat er leeft in de wijk. Deze verhalen hoor ik van de chauffeurs en van de mensen zelf en ik schrijf ze op met de MuzeMobiel als verteller. In MuzeRijk kunnen mensen om de 2 weken lunchen. Tijdens een aantal van die lunches leest Eugéne van Hoorn zo’n verhaal uit de MuzeMobiel voor. 15 juni, 10 augustus en 5 oktober is er weer een verhalenlunch.”

Wat doe je in het Taalhuis in de bibliotheek?
“Er zijn nog teveel mensen die niet voldoende kunnen lezen en schrijven. In Uden is 4 procent laaggeletterd. Je mist dan veel van de wereld. Neem alleen al de ondertiteling van de televisie. Alles is tekst. Bij het Taalhuis in de bibliotheek van Uden ben ik vrijwilliger om laaggeletterden te leren lezen en schrijven. Er gaat een wereld voor ze open. Zelf je post kunnen lezen, films met ondertitels bekijken, een studie oppakken, lezen met je kinderen. Ik heb diepe bewondering voor de mensen die deze stap durven te zetten.”

Hoe vul je tegenwoordig je vrije tijd in?
“Met schrijven, sporten, lezen, voorlezen en wandelen. Ik tennis al ruim 25 jaar bij LTC in Uden en geniet van de club en het spelletje. Ik schrijf ook teksten voor de PR-commissie. Ik interview markante leden en sponsoren en schrijf daarover voor het clubblad en het jaarlijkse magazine. 3 jaar na het overlijden van mijn man wilde ik van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago lopen. Ik wilde die jaren afronden door alleen op pad te zijn. Dat was april 2020 en alles ging dicht. Ik besloot toen om veertig dagen lang van huis uit te wandelen. Totaal wandelde ik 880 kilometer. Fantastisch om te doen, dat alleen lopen. Er is dan alle ruimte voor je pijn, verdriet, wanhoop en voor de mooie dingen van het leven samen en het nieuwe leven nu. Je kunt niet anders dan doorlopen, zoals ook je leven doorloopt. Dat is helend. Verder hebben we twee zonen en zes kleinkinderen en ben ik een actieve oma die graag met ze op stap gaat en helpt bij schoolwerk en studeren. Wat is er mooier?”

Cv Ria
Ria is in het naoorlogse Venlo aan de Maas geboren. Haar vader was aannemer. Er was werk genoeg door de wederopbouw en hij nam zijn kinderen regelmatig mee om én de verwoesting én het herstel te bekijken. Haar moeder had een naaiatelier/opleidingsschool met een constante bezetting van zes tot acht meisjes. Het gezin telde vijf kinderen. De oudste overleed bij de geboorte. Ria was de tweede en na haar werden er nog drie broers geboren. Haar vader was de verteller in het gezin. Verhalen van Grimm, Andersen maar ook de natuur, het heelal, technische ontwikkelingen zaten in zijn repertoire.