Aiden (voorzitter GSA), Rob en Tess (vicevoorzitter GSA). (foto: Henk Lunenburg)
Aiden (voorzitter GSA), Rob en Tess (vicevoorzitter GSA). (foto: Henk Lunenburg) Foto:

Rob Jetten bezoekt Udens College: 'Deed mijn best om altijd een vriendin te hebben'

UDEN | Het Udens College kreeg vorige week bezoek van minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten. Hij kwam langs bij zijn oude school op uitnodiging van leerlingen Aiden en Tess, die zich als voorzitter en vicevoorzitter van de Udense afdeling van Gender and Sexuality Alliance (GSA) inzetten voor acceptatie van LHBTIQ-mensen.

door de redactie

“Hij is er, hij is er!” Vol enthousiasme kondigt Aiden de wachtende leerlingen in de schoolbanken de komst van de 34-jarige politicus aan. De scholieren gaven zich op na een mail van Aiden, gericht aan de hele school: wie zou wel eens in gesprek willen gaan met Rob Jetten? “Het heeft wel zo’n 1,5 jaar geduurd geloof ik, maar nu is het eindelijk gelukt om er te zijn”, begint Jetten, nadat hij welkom is geheten. “Ik vind het heel gaaf om hier weer terug te zijn.” De oud-Udenaar zat van 1999 tot 2005 op het Udens College. In zijn examenjaar kwam hij uit de kast, één van de belangrijkste redenen dat Aiden hoopte dat hij langs wilde komen. Nadat er eerst gepraat wordt over zijn loopbaan tot politicus, zijn ministerschap en het klimaat, gaat de interesse van de leerlingen al snel uit naar het onderwerp LHBTIQ. ”Ik ben voor 3 jaar minister voor Klimaat en Energie”, vertelt Jetten. “Aan het einde van die periode hoop ik er alles aan gedaan te hebben om de klimaatverandering af te remmen. Maar wanneer ik niet meer met klimaat en energie bezig zou zijn, zou ik vooral met LHBTIQ bezig zijn. Nederland stond voorheen altijd in de top 10 van Europese landen waar de rechten van LHBTI-personen goed geregeld zijn, maar is dit jaar in de ranglijst gezakt. Ik zou ervoor willen zorgen dat Nederland weer in die top 10 terugkomt.”

Uit de kast
De minister had een hele fijne tijd op het Udens College, geeft hij aan. "Maar het viel niet mee om uit de kast te komen. Er werd veel gescholden met ‘homo' en ‘flikker', waardoor ik het als iets slechts zag. Ook kende ik niemand anders die homo of lesbisch was, en ik wilde niet de eerste zijn die op school uit de kast zou komen. Ik deed mijn best om altijd een vriendin te hebben, als dekmantel, maar ook als een soort van hoop. Dan werd ik misschien wel echt verliefd op haar.”

Lees verder op pagina 3.