Afbeelding
IN GESPREK MET

100-jarige Thea: ‘Mijn motto is: blijven ademhalen, maar vooral niet zeuren’

Human Interest

UDEN | Thea Peulen-Ponsioen werd op 30 juli 1922 geboren. 100 jaar later gaan we in gesprek met deze nog bijzonder kwieke dame. “Tot een half jaar geleden deed ik nog alle bankzaken zelf.”

door Henk Lunenburg

Thea Peulen is op 30 juli 1922 geboren in Alphen aan de Rijn in een katholiek gezin van acht kinderen. Haar vader had een groot installatiebureau. Thea zat in Alphen aan de Rijn op de meisjesschool en ging daarna naar de Mulo. Hierna was ze werkzaam in de zaak van haar vader, ze deed de administratie en de winkel. Drie broers van haar werkten ook in de zaak. Haar moeder verzorgde de kinderen en het huishouden.

Hoe was je jeugd?
“Alphen aan de Rijn is een protestantse gemeente, slechts een klein deel was katholiek. Wij mochten alleen spelen met katholieke kinderen. Met mijn broers en zussen heb ik weinig gespeeld, het leeftijdsverschil met mijn zussen was te groot. Met mijn vriendinnen wandelde ik veel en we kwamen bij elkaar thuis. Ik deed aan gymnastiek en in de winter ging ik schaatsen. Ik was 17 toen de oorlog begon, uitgaan en dansen was verboden. De oorlog zijn we goed doorgekomen, er was voldoende te eten. We woonden vlakbij een brug die vaak gebombardeerd werd. Dat was vaak spannend.”

Wanneer heb je je man voor het eerst ontmoet?
“Na de oorlog ben ik dansles gaan geven, waarvoor ik een cursus moest volgen in Hilversum. Mijn man Sef volgde ook die cursus. Hij kwam uit Neer in Limburg. Na 3 7jaar verkering zijn we in de kerk van Alphen aan de Rijn getrouwd op 25 augustus 1951. We kregen vijf dochters. In onze omgeving konden we geen woning krijgen en Sef wilde graag naar Brabant verhuizen. Hij solliciteerde op negen plaatsen, waaronder ook in Uden. Hij had slechts één vereiste: er moest een huis bij zitten. In Uden kregen we na 2 maanden een woning in de St. Annastraat. Sef was leraar op de LTS in Uden. In Uden deed ik veel vrijwilligerswerk, onder andere voor de Indonesiërs die naar Nederland waren gekomen. Na 4 jaar verhuisden we naar Den Bosch, waar Sef 7 jaar adjunct directeur was. Daarna werd hij directeur in Vught, we hebben daar 28 jaar gewoond.”

Deden jullie aan sport en gingen jullie vaak op vakantie?
“We hebben samen getennist, gebadmintond en gegolft. In de winter gingen we langlaufen. In het onderwijs heb je 6 weken vakantie dus gingen we vaak en lang op vakantie. Met onze kinderen gingen we met de vouwwagen naar diverse Europese landen. Later vlogen we vaak naar Spanje, daar woont al 35 jaar een dochter van ons. Na het overlijden van Sef in 1999 maakte ik nog verschillende reizen alleen.”

Wanneer zijn jullie terug naar Uden verhuisd? 
“Na Sefs pensioen zijn we naar Gruunsel in Uden verhuisd, we wilden dichterbij onze kinderen wonen. In 2004 verhuisde ik naar de Aldetiendhove. Ik vind het fijn dat ik hier zelfstandig kan wonen, ik eet bijna dagelijks samen met de andere bewoners. Alleen in het weekend kook ik voor mezelf. Er worden hier veel activiteiten georganiseerd, zoals sjoelen, rummikuppen, en met de bingomiddag help ik zelf mee. Ik heb 10 jaar in de bewonerscommissie gezeten en 8 jaar in het bestuur. De huismeester Paul van de Ven is een ontzettende kundige en handige man. Het contact met de andere bewoners is geweldig, dat heb ik gemerkt aan de hoeveelheid kaarten die ik voor mijn 100e verjaardag heb ontvangen.”

Heb je zelf ook auto gereden?
“Ik heb vroeger veel gefietst, meestal met voor- en achterop een kind. Tot er plotseling iemand mij kwam ophalen voor mijn eerste rijles. Na twaalf lessen wilde ik stoppen maar de rijinstructeur vond het tijd worden om het examen aan te vragen. Ik was er klaar voor vond hij. Ik was 36 jaar toen ik slaagde en ik heb het altijd geweldig gevonden om zelf auto te rijden. Als we op vakantie gingen dan reden we met twee auto’s; ik met een stel dochters voorop en Sef kwam met de vouwwagen. Op mijn 88e ben ik zelf gestopt, maar ik zou het zelfs nu nog graag doen.”

Ben je nog steeds geïnteresseerd in het nieuws?
“Ik lees dagelijks de krant, volg het nieuws op televisie en via Hart van Nederland. Op mijn 95e verjaardag kreeg ik van de kinderen een iPad, daarop ontvang en verstuur ik mailtjes en onderhoud ik contact met de kleinkinderen. Ik ben erg nieuwsgierig, ik wil graag alles weten. Mijn gezondheid en geheugen zijn nog heel goed, ik kan gezichten en namen goed onthouden. Tot een half jaar geleden deed ik nog alle bankzaken zelf. Maar na een kleine fout van mezelf durf ik dat niet meer, dat wordt nu voor mij gedaan.”

Wat is je levensmotto waarmee je 100 bent geworden?
“Mijn motto is: ‘blijven ademhalen, maar vooral niet zeuren’. Mensen die zeuren zijn ziek of op weg om ziek te worden. Ik ga nog steeds graag met een dochter naar het winkelcentrum om te winkelen en mensen te ontmoeten. En je moet steeds iets mee willen maken, alle dingen die nieuw zijn, hebben mijn interesse. Ik zou zo graag zo’n dubbelsprong willen doen zoals Maxima pas geleden deed. Helaas durf ik dat niet meer. Ik kijk nu steeds vooruit naar de volgende bijzondere gebeurtenis. Mijn volgende doel is het 40-jarig huwelijk van een van onze dochters mee te maken.”

Hoe is je 100e verjaardagsfeest gevierd?
“Op zaterdag 30 juli hebben we mijn 100e verjaardag gevierd met onze kinderen, aangetrouwden, dertien kleinkinderen, zeven achterkleinkinderen en familie. Onze dochter uit Spanje is ook naar Uden gekomen voor mijn verjaardag. Op 3 augustus hebben we met alle bewoners, personeel en vrijwilligers van Aldetiendhove onder genot van koffie met gebak mijn verjaardag gevierd. Huismeester Paul van de Ven is speciaal van vakantie terug gekomen om op vrijdagavond mijn huis van buiten te versieren en samen met zijn geweldige team het feest in goede banen te leiden. Locoburgemeester Harold van den Broek kwam mij feliciteren namens de gemeente Maashorst. Hij vertegenwoordigde Paul Rüpp die op vakantie was. Ter gelegenheid van mijn 100e verjaardag heb ik een amberboom geschonken aan de Aldetiendhove. Dit is een boom waarvan de bladen in de herfst mooi van kleur veranderen. Het naambordje dat bij de boom staat heb ik samen met de loco burgemeester onthuld.”

“Ik wil graag alle mensen, die op welke manier ook aan mij gedacht hebben, gebeld hebben of aanwezig zijn geweest heel hartelijk bedanken. Ik zal deze dag nooit meer vergeten. Bedankt allemaal!”