Oegandese poster met informatie over het Corona-virus
Oegandese poster met informatie over het Corona-virus

Overleven – letterlijk!

Algemeen 516 keer gelezen

BOXMEER | Eind februari was het feest in Jinja (Oeganda). Tientallen families kregen zaden en plantgoed en sommigen een big, waarmee een uitgebreid fokprogramma zou worden opgezet. Een week later zouden er nieuwe cursussen voor kleermaken en haarverzorging starten. En toen kwam corona. Weer een week later volgde een dringende oproep voor steun aan een voedselprogramma voor 300 families. De Corona-pandemie verlamt de hele wereld. Maar achter hun gesloten deuren blijft een aantal Boxmerenaren zich inzetten voor de projecten waaraan zij zich gecommitteerd hebben. Meer dan tien stichtingen in de gemeente draaien overuren om hun vrienden in minder welvarende landen te ondersteunen.

door Gerard Sonnemans

De berichten die de stichtingen van hun lokale partners ontvangen zijn onrustbarend. De meest kwetsbaren worden zoals altijd het zwaarst getroffen. Vaak niet eens zozeer door het virus. In veel gebieden waar de projecten lopen is het virus (nog) ver weg, vooral buiten de grote steden. Maar de maatregelen zijn enorm ontwrichtend. Avondklok en samenscholingsverboden worden hardhandig gehandhaafd. Markten en scholen zijn gesloten. Inkomsten vallen compleet weg. Een drama voor mensen die geen reserves hebben; mensen die net zoveel eten kunnen kopen als ze die dag verdiend hebben. Tot overmaat van ramp rijzen de voedselprijzen de pan uit. Honger dreigt meer slachtoffers te gaan maken dan het virus.

Ook op het gebied van gezondheid stapelen de problemen zich op. Er is amper vervoer naar ziekenhuizen. Eigen vervoer is verboden, zelfs als je op het punt staat te bevallen. In overbevolkte wijken ontbreekt het aan sanitair en voldoende schoon water. Het is onmogelijk om in die omstandigheden de adviezen van handen wassen op te volgen. En in de drukke sloppenwijken is anderhalve meter afstand houden ook praktisch niet uitvoerbaar. Hulp van de overheid is ontoereikend. In sommige landen valt helemaal geen hulp te verwachten. Elders komen wel voedselprogramma’s van de grond, maar die bereiken vaak niet de mensen in de sloppenwijken of het platteland.

De overheidshulp in India is beperkt. Er wordt aan iedereen mondjesmaat voedsel uitgereikt. Daarnaast kun je financiële steun aanvragen, maar daarvoor moet je wel geregistreerd zijn en een banknummer hebben. Het zijn juist de mensen met de hoogste nood die daar vaak niet aan voldoen.

De kinderen van het weeshuis in Abomey (Benin) moeten gedwongen in het tehuis, maar de overheid eist wel een hogere kwaliteit van de sanitaire voorzieningen; een flinke kostenpost, terwijl de inkomsten dalen.

Oplossingen
De Boxmeerse stichtingen doen hun best om de grootste nood te lenigen. Geld dat voor andere projecten gereserveerd was, wordt nu ingezet om de achterban te helpen overleven. Maar veel lokale partners zoeken ook op eigen kracht naar oplossingen. Er worden lokale comités gevormd die hulpprogramma’s opzetten. Zij weten de rijkere mensen uit de gemeenschap te bewegen om hun voedselvoorraden of financiële reserves met de allerarmsten te delen.

In Oeganda ontwikkelden welzijnswerkers met behulp van enkele samenwerkende Boxmeerse stichtingen een informatieposter in het Engels, die overal in de steden wordt opgehangen (ook in vertaling in diverse lokale talen en het Frans).

Het Trinity Hospital in Malawi (dat een uitgestrekt gebied met 250.000 inwoners bedient) kent nog geen Corona-besmettingen, maar wil zich wel op een uitbraak voorbereiden. Ze stuurden een verlanglijst met de ook bij ons inmiddels overbekende beschermingsmiddelen naar Boxmeer. Op zoek naar die materialen bleken de prijzen verveelvoudigd te zijn. Besloten werd het management van het ziekenhuis een bedrag toe te zeggen waarmee ze zelf met lokale leveranciers in onderhandeling konden. Het lukte hen met hetzelfde budget veel meer hulpmiddelen te bemachtigen.

Hoop
De strijd tegen Corona is een wereldwijde zaak. Het wachten is op de vaccins die tot in de verste uithoeken verstrekt kunnen worden. In de tussentijd is het zoeken naar manieren om het aantal slachtoffers te beperken. Dat geldt niet alleen voor de directe besmettingen, maar ook voor de neveneffecten van de maatregelen. De Boxmeerse stichtingen doen hun best daar een steentje aan bij te dragen, ondanks teruglopende inkomsten vanwege het opschorten van fondswervingsactiviteiten.

Zij zien overigens ook lichtpuntjes. De lokale comités die worden opgericht zijn een teken van onderlinge solidariteit. Het zou mooi zijn als die initiatieven in het post-Corona tijdperk overeind blijven.

En in tijden van crisis kunnen inzichten ook veranderen. Een mooi voorbeeld is het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de aanschaf van hulpmiddelen aan het Trinity Hospital. De mensen in de ontwikkelingslanden kunnen veel meer zelf dan wij geneigd zijn te denken. Geef ze de ruimte om dat voor ons én voor zichzelf te bewijzen.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant