Bob Zonnenberg: ‘Prima pot op de mat gelegd, we mogen trots zijn’
Voetbal 2.245 keer gelezenEen topclub in de Derde Divisie tegen een subtopper uit de Eredivisie. Normaal gesproken zou je denken aan een groot kwaliteitsverschil, maar daar was woensdagavond niets van te merken in het Frans Heesen Stadion. O.S.S.’20 bleef na een vroege 0-1 achterstand tot aan de extra tijd geloven in een gelijkspel, maar uiteindelijk won FC Twente in de slotminuut met 0-2. Een uitblinker aan Osse kant is moeilijk aan te wijzen, maar met Bob Zonnenberg stond er een winnaar op het veld die moeiteloos overeind bleef.
door Leon Voskamp
Hoeveel kilometer hij in de benen heeft? Als alle data worden bijgehouden, zullen we weleens verrast kunnen worden door dit aantal. Verdedigende middenvelder Bob Zonnenberg was overal op het veld te vinden. Vanwege de aanvallende intenties van O.S.S.’20 kwam er veel werk op hem af om de balans te bewaken. Na een half uur moest hij ten koste van een gele kaart ingrijpen, maar verder speelde de Ossenaar een sterke wedstrijd. Zonnenberg zat na afloop met een dubbel gevoel. “Natuurlijk is het balen dat je verliest. De 0-1 was een geweldig schot van Zerrouki, die maakt ie niet elke dag. Er lag iemand van ons op de grond, dan hoop je dat ze ‘m uitspelen. Het bleef superlang 0-1 en zo lang je in de wedstrijd zit, was het genieten. Na verloop van tijd gingen we steeds meer geloven in een resultaat. Op een gegeven moment was het 50-50 aan welke kant de goal zou vallen. Op het einde hoopten we iets te forceren uit een corner of een vrije trap. De bal viel echter net niet lekker.”
Een goedgevulde tribune van het Frans Heesen Stadion. (Foto: Jeroen Engelen)
Trots
Ondanks de teleurstelling van de nederlaag overheerst een trots gevoel. “We zijn van eigen kracht uitgegaan. Het kwaliteitsverschil was er, maar niet zo groot als we hadden verwacht. Het zit ‘m in kleine dingetjes. Ze zijn net wat slimmer, sneller en sterker. We hebben een prima pot op de mat gelegd en mogen trots zijn. Het was een mooie ervaring.”
O.S.S.’20. (Foto: Jeroen Engelen)
