Oekraïense vluchtelingen vinden in Cuijk tijdelijk een warm thuis. (Foto: Persbureau SK-Media)
Oekraïense vluchtelingen vinden in Cuijk tijdelijk een warm thuis. (Foto: Persbureau SK-Media)

‘Ik bid voor mijn familie en vrienden. Ik bid voor mijn land!’

Algemeen 1.183 keer gelezen

CUIJK | Een groepje van vier Oekraïners belde zaterdag aan bij een woning aan de Jan van Cuijkstraat in Cuijk. Vanaf het moment dat de deur openzwaaide is dit hun nieuwe thuis, voor zolang het nodig is. De bewoner stelt zijn huis aan de Jan van Cuijkstraat met alle liefde open voor de op de vlucht geslagen Oost-Europese mensen. “En ik hoop dat meerderen dit doen!”

‘Welcome to Cuijk’ leest het op een klein bordje bij de voordeur. Aan het welkomstbord hangen enkele blauwe en gele ballonen. Ook het raam is opgesierd met de Oekraïense tweekleur. Voor de vier Oekraïners kan het niet missen: hier zijn ze veilig. Weg van het geweld. Weg van de oorlog!

De Cuijkenaar die zijn woning open stelt voor de Oekraïners -hij wil niet met zijn naam in de krant: “Het gaat niet om mij, maar om hen!” zegt hij stellig- werkte jarenlang in de internationale handel. Gedurende zijn carrière kwam hij ook met regelmaat in Oost-Europa, en daarbij Kiev. “Ik ken de weg op mijn duimpje” vertelt hij. “Jaarlijks ging ik er zeker twintig keer naar toe!” Het werk bracht hem in contact met de Oekraïense Nathalie. “En inmiddels kennen we elkaar ruim 25 jaar.” Zodra de Russische inval van Oekraïne begon nam de Cuijkenaar contact met Nathalie op. “Ik moest er niet aan denken dat ze daar zou blijven.”

Geen woorden
“Ik kan niet beschrijven hoe ik me nu voel” vertelt de Oekraïense met een beladen toon. “Ik kan er de woorden niet voor vinden.” Hoe dankbaar Nathalie ook is voor het feit dat ze in Cuijk mag verblijven, haar gedachten liggen begrijpelijkerwijs bij haar familie en vrienden die in Oekraïne zijn achtergebleven. “Mijn man is daar nog. Hij moest blijven om te mee te vechten tegen de Russen” zegt ze in tranen. “Maar toen hij zich bij de autoriteiten meldde, werd gezegd dat er nog geen uitrusting beschikbaar is. Hij moet nu wachten tot hij wordt opgeroepen.”

Vanuit Cuijk houdt ze contact met haar man, vrienden en familie. Maar ondertussen houdt ze haar hart vast. “Het Oekraïense leger is veel kleiner. Daarnaast worden nu allemaal jonge jongens opgeroepen, die nog nooit een wapen in hun handen hebben gehad. Ik durf me niet voor stellen wat er in hun op gaat als het moeten opnemen tegen een professioneel leger!” 

Terwijl hij wacht op de autoriteiten, helpt Nathalies echtgenoot allerlei vrienden en familie met het vinden van een veilig onderkomen. “Want in Kiev is het niet veilig! Om de twee uur gaat er wel een luchtalarm af.” Nathalie beschrijft dat het ontzettend gevaarlijk was om de hoofdstad te verlaten. Als ze de stad via een andere kant waren uitgekomen, dan hadden ze wellicht minder geluk gehad. 

Poetin stopt niet
Hoe langer de oorlog aanhoudt, hoe somberder Nathalie de toekomst van Oekraïne inziet. Haar land verzwakt. De voedselvoorraden raken langzaamaan op en ook schoon water is schaars. Daarnaast wordt de toegang tot medische hulp steeds moeilijker. “De bombardementen gaan dag en nacht door. Zelfs even slapen zit er voor de troepen niet in. Onze mensen raken uitgeput!” Ze vertelt dat landgenoten wanhopig worden. Of Oekraïne nou aansluit bij de EU, of onderdeel wordt van het Russische Rijk, zolang die oorlog maar stopt. Nathalie zelf hoopt sterk dat de NAVO snel ingrijpt, “want Poetin stopt niet! Welk land is hierna aan de beurt? Moldavië? De Baltische staten?”

De Oekraïense is dankbaar voor haar verblijf in Cuijk. Ontzettend dankbaar. Maar haar tranen kan ze niet verbergen: “Ieder dag bid ik. Ik bid voor mijn familie en vrienden. Ik bid voor mijn land!”

Help mee!
Terwijl Nathalies emoties hoog oplopen neemt de Cuijkenaar het woord over. “Het is echt verschrikkelijk wat daar gebeurt” zegt hij. “Ik hoop echt dan ook echt dat meerdere mensen hun huis openstellen voor deze mensen. Met z’n allen moeten we helpen!.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant