Afbeelding

De woordenschat van Tom Lanoye

Kunst en cultuur 47 keer gelezen
SINT-OEDENRODE - Zal ik het overnemen? Vriendelijk maar beslist eist Tom Lanoye het podium op. Per slot van rekening is de slagersjongen met het brilletje daarvoor ‘helemaal vanuit Zuid-Afrika via Amsterdam naar Sint-Oedenrode gekomen, het hoogtepunt van zijn parcours.’

[image=275962]

Lanoye is lyrisch over Shakespeare en snapt niet dat mensen niet vaker toneelstukken lezen. Zelf houdt hij zich al jaren bezig met bewerkingen van de koningsdrama’s. Hij zingt de lof van de vijfvoetige jambe: tadam taDAM tadam tadam tadam. Een menselijke ritmebox. Rappers vinden Shakespaere misschien wel een ouwe zak, maar ze kunnen nog heel wat van hem leren. De inhoud van zijn stukken is ook nog verrassend modern, de drama’s die zich afspelen zijn van alle tijden.
“Ik heb zoveel verlies aan Nederland,” vertrouwt Lanoye ons hier toe. “Wilders die zegt dat er teveel Marokkanen zijn. En niemand durft daar nog wat van te zeggen.” Niks groots en meeslepend, alleen maar klein en benepen. De eerlijkheid gebiedt hem overigens te zeggen dat het in België op dat punt niet veel beter is.

Voordracht
Geen saaie lezing bij Tom Lanoye, maar een voordracht met een schat aan theatrale trucjes. Van zijn moeder geleerd, zegt hij. Zij was van de taal en van het amateurtheater. “We vinden Tony Hanssen terug.....” Het begin van Gelukkige slaven, waarmee Lanoye genomineerd is voor de Libris literatuurprijs, krijgt maar geen vervolg omdat de schrijver zoveel zijpaden bewandelt. En elke keer weer dat beginzinnetje, tot je uit wilt schreeuwen: Ja, wáár dan?? Eindelijk komt het eruit: met een Chinese dame ergens op een matras die aanhoudend zachtjes piept ‘als gemartelde ratten’. Hij vindt het vreselijk, maar ermee ophouden kan hij niet, want ‘hoed u voor de wraak van een gekrenkte vrouw op leeftijd.’ Dat is trouwens niet zijn enige probleem. want ‘allergisch aan aardbeien, ook nog eens.’
Een heel werk zeker, om boeken vol met zulke barokke zinnen te schrijven, wil iemand uit het publiek weten. Dat is voor Lanoye het moment om alle registers open te trekken. “Als ik écht barok zou schrijven, denkt u dan dat een zin zou stoppen op één bladzijde?” is zijn tegenvraag. “Less is more is het credo van jullie Hollanders. Maar minder is helemaal niet meer, het is literaire anorexia nervosa. Ik zeg nee tegen die magerzucht. Het is verraad. We spreken niet voor niks van woordenschát. Kom op zeg. Minder fucking meer. En werken? Ik? Mijn ouders, die hebben gewerkt.”
Daar komt hij steeds op terug, op het ‘schandalige cadeau’ dat zijn ouders voor hem waren. Het geluid dat bij zijn vader, de slager, hoort: de klap van de bijl die botten doorklieft en de hoorbare sappigheid van vlees dat in plakken wordt gesneden. Het geluid van de taal hoort bij zijn moeder. Letterlijk zijn moedertaal. Totdat zij stilvalt door afasie. In ‘Sprakeloos’ vertelt hij haar verhaal. Eigenlijk hun verhaal, want pas toen ook zijn vader overleden was, kon hij het boek schrijven. In de laatste dialoog heeft alleen de zoon nog een stem. De moeder zwijgt, weldra voorgoed. Maar haar zwijgen is een wezenlijk deel van het gesprek. Voor Tom Lanoye is er uiteindelijk maar één weg: zijn woordenschat, de erfenis van vooral zijn moeder, blijven gebruiken. Voor zijn gretige lezers is dat niets minder dan een zegen.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant