Onverkoopbare panden verkoopbaar maken
Politiek 222 keer gelezen BOXMEER / SINT ANTHONIS - Om leegstaande Voormalige Agrarische Bedrijfsgebouwen (VAB’s) verkoopbaar te maken, is er een regeling gewenst die voor een versoepeling zorgt van het nu starre en langdurige vergunning traject. Om dit mogelijk te maken pleiten de ZLTO-afdelingen Boxmeer en Sint Anthonis er voor om deze bedrijfspanden een dubbele bestemming te geven. “Op het moment dat de ene bestemming komt te vervallen, treedt de andere bestemming in werking”, legt voorzitter Jos Verstraten van ZLTO Sint Anthonis uit.[image=312601]
Verstraten en zijn collega-voorzitter Marcel Derks van de ZLT-afdeling Boxmeer reisden vorige week donderdag af naar het provinciehuis in Den Bosch waar ze een pleidooi hielden om de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer aan te wijzen om een pilot te houden. Het verzoek werd onderbouwd met de aanbieding van het rapport ‘Anders omgaan met agrarisch vastgoed’ aan gedeputeerde Erik van Merriënboer, de beide gemeenten en directievoorzitter Peter Swinkels van Rabobank Land van Cuijk en Maasduinen. Het rapport, samengesteld door deskundigen van bureau BRO, werd al in het voorjaar afgerond. “We hebben toen besloten om het aan te bieden aan het nieuwe provinciebestuur, dat onlangs is geïnstalleerd.”
De ZLTO voorspelt dat de leegstand van boerderijen in Brabant veel groter wordt dan gedacht. In 2030 zullen ruim 4650 Brabantse boeren met hun bedrijf zijn gestopt en staan de stallen leeg en de boerderijen te koop. Potentiële kopers met interesse voor zo’n pand stuiten op een woud aan regelgeving als ze iets anders willen vestigen. De nieuwe benadering vraagt om wat de onderzoekers een ‘nieuwe mindset’ noemen, zoals een andere houding van de ambtenaren.
Door een VAB-locatie een dubbele bestemming te geven, vergroot het de kansen voor (startende) ondernemers om er te starten met niet-agrarisch bedrijven. Bovendien wordt het proces enorm versneld. “Met de huidige regelgeving ben je minstens 1,5 jaar verder. Ik de praktijk duurt de wijziging van een bestemming vaak drie tot vier jaar. Dat is veel te lang voor een ondernemer die vooruit wil.”
Verstraten wijst er op dat eigenaren van VAB’s zelf ook proactief aan de slag kunnen, bijvoorbeeld door uit te zoeken welke activiteiten wel mogelijk zijn. “Als je dat helder hebt, is je pand ook veel beter verkoopbaar!”
Positief ontvangen
Gedeputeerde Van Merriënboer liet zich vorige week positief uit over het instellen van een pilot in de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis en zette beide gemeenten aan het werk. “Hij heeft er positiever op gereageerd, als wij verwacht hadden”, zegt Verstraten. “Hij voelt aan dat de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland onder druk staan. Hij heeft duidelijk aangegeven dat daar aan gewerkt moet worden.” De pilot is ook prettig voor de verkopende partij, want veel gestopte boeren hebben hun pensioen vaak deels in hun onroerend goed zitten.
De gedeputeerde heeft Boxmeer en Sint Anthonis gevraagd om gebieden aan te wijzen waar de teugel wat kunnen worden gevierd”, zegt Verstraten. Die er onmiddellijk aan toevoegt dat duidelijk is dat niet alle activiteiten zullen passen. “We beseffen dat deze insteek voor een kleine groep kansen biedt. En er kunnen nog ‘beren op de weg’ komen en dat er meer nodig is om een beweging in gang te zetten.” Belangrijk is vooral ook hoe de omgeving reageert op nieuw soort bedrijvigheid. Dat is ook de kanttekening die wethouder Pierre Reijnen van de gemeente Sint Anthonis maakt. “Het is een briljant idee, maar het gaat er ook om hoe de omgeving er tegenaan kijkt.” De CDA-wethouder streeft er naar dat er binnen nu en twee maanden een begin kan worden gemaakt met de pilot.
Reijnen wijst er ook op dat met deze aanpak niet alle leegstand op het platteland wordt aangepakt. “Optimistisch gezien, kunnen we door het toekennen van de dubbele bestemming 20 tot 30 procent van de leegstand oplossen. Voor de overige lege panden is een andere oplossing nodig.”
Uit het onderzoek blijkt overigens dat de verpaupering van het platteland groter is dan gedacht. De schatting is dat er landelijk 24.000 boeren zullen stoppen tot 2030.Om verpaupering tegen te gaan is sloop van de lege bedrijfsgebouwen de enige uitkomst. Reijnen wijst er op dat het een landelijk probleem is en dat dit alleen mogelijk lijkt met een grote sloopregeling. “Ik denk dat dit vraagt om een landelijke aanpak. Daarom heb ik het onlangs bij Erik Ronnes (CDA-kamerlid) aangekaart. Het zou mooi zijn als hij in Den Haag iets in gang kan zetten.”
