Afbeelding

‘Niet te kort lopen op 'n dag, ook niet te lang’

Opmerkelijk 172 keer gelezen
Van Estaing naar Espeyrac, Conques, Livinhac le Haut, Cajarc en dan naar Veylats. Voor velen onbekende plaatsnamen, maar voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostela laten deze plaatsen meer of minder indruk achter. Afgelopen week was het Carla van de Weijer uit Sint Anthonis die hier passeerde. De 51-jarige Carla zit helemaal in het bedevaartsritme, maar moet wel voortdurend nadenken niet te veel kilometers op een dag te willen lopen.

“Het weer was begin vorige week slecht. Ik heb al diverse regendagen gehad. Langzamerhand ben ik daar ook weer aan beginnen te wennen. Dus ‘s morgens goed aankleden, weinig stoppen onderweg en zorgen dat de schoenen zo snel mogelijk weer droog zijn. De klassieke methode van volstoppen met oude kranten als vochtopnemers werkt het beste. Ha ha; ik ververs die kranten natuurlijk regelmatig.

[image=245987]

Toen ik in Estaing aankwam, onweerde het hard. Ook al is het dan pas twee uur, dan is de keuze snel gemaakt. Pelgrimeren heeft met het geloof te maken. Je kunt het haast niet los zien, vooral niet als je individueel loopt. In Estaing werd ik onthaald door een geestelijke. Daar worden diensten gehouden en je eet gezamenlijk. Zoals ik vorige keer al zei liggen hier de roots van ex-president Gistard Estaing.

[image=245990]

Twee dagen verder kwam ik aan in Conques. Dit is een belangrijke plaats met een basiliek. Erg mooi en je ziet er meteen bussen vol met toeristen. Om op tijd in Conques te zijn heb ik die dag maar 12 km gelopen. Ik sliep er in de abbey Sainte Froi, genoemd naar een heilige. Het is een kind dat de marteldood gestorven is en daarna zijn er veel wonderen gebeurd.

In de abbey was het goed toeven. Er werd gezamenlijk gegeten, met op dat moment ongeveer 80 personen in de eetzaal. Vooraf werd gebeden en gezongen, evenals na het eten. Vervolgens ging het grootste gedeelte van de aanwezigen, waaronder ik, naar de basiliek omdat daar een pelgrimsmis werd opgedragen. Dat gebeurde natuurlijk grotendeels in het Frans, maar er waren ook bijdragen in het Engels en Duits. De pelgims die naar Santiago lopen, kregen de zegen en iedereen kreeg een klein boekje in de eigen taal met het evangelie van Johannes.

Na de mis liepen we met zijn allen naar het beeld van de Maria boodschap. Het wordt geflankeerd door beelden van Johannes de Doper en de profeet Josea. Na de dienst ging iedereen naar buiten en kregen we uitleg over de timpaan van de basiliek. Dat is de met figuren versierde westgevel boven de ingang. Het heet dat dit een van de mooiste voorbeelden van de Romaanse kunst is in Frankrijk. En daarna volgde een orgelconcert in de basiliek. De mooie muziek riep een zeer speciaal sfeertje op, tijdens die bijeenkomst met medepelgrims in de langzaam donkerder wordende kerk.

Omdat het overdag ook mooi weer was heb ik Conques goed kunnen bekijken. Zo heb ik een kijkje genomen bij de kerkelijke schatten. Het verblijf in Conques heeft veel indruk op me gemaakt en met dertien anderen ging ik in een van de slaapzaal de nacht in. Ja, een van de slaapzalen want er zijn daar diverse slaapzalen.

De volgende dag, dat was dinsdag, begon de eerste collega-pelgrim al om kwart over zes met opstaan. En binnen no-time was iedereen wakker. Om zeven uur in de ochtend zaten we al aan het ontbijt. Die dinsdag regende het weer. Ik liep werkelijk de hele dag in de mist en de regen. Op zulke dagen probeer je de route wat in te korten door gedeeltelijk de weg waar auto’s rijden te volgen. Dat loopt niet fijn, met al dat langsrazende verkeer, maar het scheelt wel kilometers! Op deze manier was ik samen met pelgrim Jean-Paul al vroeg in Livinhac le Haut.

[image=245989]

Omdat het zulk vies weer is, doe je na aankomst niet veel. ’s Middags ben ik lekker in de warme slaapzak gedoken. De dagen erna wisselden zon en regen zich af. Hopelijk wordt het langzaam beter. De afstanden per etappe wisselen sterk. Soms loop ik 20 km, soms 35. Ik weet nu wel dat het beste is dat ik ongeveer 25 km loop. Loop ik minder, dan ben ik te vroeg op de volgende slaapplek, is het langer, dan loop ik mezelf stuk. Het lichaam kan dan niet goed herstellen. Met als gevolg dat ik de dagen erna last heb.

[image=245984]

Dat ik ondanks deze wetenschap meerdere keren rond de 30 km heb gelopen, heeft te maken met de etappeafstanden. Zo is de etappe Cajac – Fereirre bijvoorbeeld 25 km. De dag erop van Fereirre – Cororre was 34 km. Omdat Cororre een mooie stad is met een kathedraal plan ik dan om er vroeg te zijn. En wat doe je dan. Je pakt de etappe van Cajarc – Fereirre en je plakt daar wat kilometers aan vast. In dit geval was er na twee uur lopen een klooster waar je gezamenlijk eet en met een kapel.

[image=245985]

Twee uur lopen is ongeveer 8 kilometer, dat is een gemiddelde dat ik hier met mijn bepakking kan halen. Het optelsommetjes was dus 25 + 8 = 33 km op de tocht van Cajar naar Feilacs. Gewoon te veel dus, en dat zal ik de komende dagen wel moet bezuren. Een voordeel is dan wel dat Cororre nog maar 25 km lopen is. Ik heb dan nog de tijd om daar rustig rond te kijken.

[image=245988]

Op dit deel van de route slaap je vaak met velen op een slaapzaal. Momenteel deel ik met Jean-Paul en Jean-Marc een kamer, en met z’n drietjes op een kamer mag je hier best een luxe noemen. Een slaapzaal wordt een boudoir genoemd. Vele hebben oordopjes in tegen alle geluiden die je in zo’n slaapzaal hoort. Ik neem aan dat iedereen zich daar wel iets bij voor kan stellen. Ik heb er tot op dit moment weinig last van. Alles zit tussen de oren zeg ik dan maar!

Afgelegde afstand tot en met 24 mei: 1400 km
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant