Zwijnenberg wacht op vierde Elfstedentocht
Sport 14 keer gelezen SON EN BREUGEL – Even leek de Elfstedentocht er te komen, maar uiteindelijk bleek het ijs niet voldoende dik om de tocht der tochten door te laten gaan. Tot teleurstelling van velen, onder wie Frank Zwijnenberg (57) uit Son en Breugel. “Het is jammer, heel jammer.”Hij schaatste de Elfstedentocht in 1985, 1986 en 1997. “De voorspelling was dat het nog een aantal dagen zou gaan vriezen, waardoor ik hoopte dat het zondag toch mogelijk zou zijn. Maar de beslissing is juist. In 1985 gebeurde er iets soortgelijks: net voor de tocht zette de dooi in. Daardoor stond er halverwege de dag een laag water op het ijs. Stempelposten werden daarom na een bepaalde tijd gesloten, dat was voor veel schaatsers sneu.” Zwijnenberg nam voor het eerst deel aan de tocht in 1985, toen hij 31 was. “Toen was de spontaniteit bij het publiek nog enorm. Later kwamen er ook veel mensen op af voor het feest, die met hun rug naar het ijs stonden. Maar je mag niet klagen, tijdens de Elfstedentocht word je overal aangemoedigd. Stoppen met de tocht speelt bij elke deelname wel een keer door je hoofd, er zijn altijd inzinkingen met pijn aan je rug en voeten. Maar die zijn ook weer snel verdwenen.”
[image=204363]
De mooiste tocht was voor hem die van 1997. “Dat was, vanwege de wind, ook de zwaarste. Maar de tocht van 1997 heeft ook een speciale plek voor mij, omdat ik deelnam met een goede vriend die inmiddels is overleden.” Aan een volgende Elfstedentocht kan Zwijnenberg zonder loting deelnemen. “Ik ben in 1985 direct lid geworden. Mijn startnummer ligt rond de 8.000, maar ik zit inmiddels al in de vierde startgroep. In de loop der jaren zijn dus veel mensen afgevallen.” Zwijnenberg vertrouwt er op dat hij in de toekomst zijn vierde Elfstedentocht kan schaatsen. “Ik ben nu 57, tot je zeventigste moet het wel lukken.” Bovendien werkt zijn huidige werkgever mee aan een deelname. “Mijn vorige werkgever heeft me zelfs gesponsord. De kosten werden vergoedt en er was een masseur en iemand voor het eten aanwezig. Dat is niet zo bij mijn huidige werkgever, maar die werkt wel mee. Zodra er een tocht komt, kan ik zo een paar dagen vertrekken.”
