Twijfels over houdbaarheid bestemmingsplan
Politiek 32 keer gelezen MILL – Een Bestemmingsplan Buitengebied wordt in principe voor tien jaar vastgesteld. Dat schept duidelijkheid voor de gemeente, de bewoners en de ondernemers in het buitengebied. Bijvoorbeeld voor gevestigde agrarische bedrijven, maar ook voor wie zich nieuw wil vestigen.Dat is in de gemeente Mill en Sint Hubert niet anders, maar toch verwacht de gemeenteraad dat externe factoren als nieuwe regelgeving en richtlijnen al op korte termijn impact zullen hebben op het Bestemmingsplan Buitengebied dat donderdag overigens unaniem werd aangenomen door de gemeenteraad.
Beweging
Zowel het landelijke, provinciaal als regionale landbouw- en milieubeleid zijn sterk in beweging. Van de effecten van de adviezen van de Commissie Van Doorn (terugdringen antibioticagebruik, red.) is de doorlooptijd moeilijk te voorspellen. Wethouder Jos van den Boogaart beaamde de stelling van CDA-fractieleider Van Genugten, dat de nieuwe geurverordening, die op zijn vroegst eind dit jaar resultaat zal opleveren, consequenties kan hebben voor het nieuwe plan. Albert de Maeyer (Dorpslijst Langenboom) ging nog verder. “Over ongeveer twee jaar verwachten wij echt beleid. Wij verwachten een aanvulling van het bestemmingsplan op basis van beleid dat in de eigen regio ontwikkeld wordt.” Volgens de wethouder worden twee regionale reconstructiecommissies (die worden opgeheven, red.) de komende 1,5 à 2 jaar omgebouwd tot een nieuw platform. Voor wat betreft het Land van Cuijk treedt wethouder Jeroen Willems (gemeente Sint Anthonis) hierbij namens zijn collega’s op.
[image=216391]
Kanttekeningen
Er was veel lof voor het werk van de wethouder en zijn ambtenaren. Kritische kanttekeningen werden er overigens ook geplaatst. Zoals over de niet optimale communicatie. “Wij focussen er op de juridische regels te volgen”, sprak de wethouder. Hij wees erop dat dit plan behoorlijk veel complexer is dan een komplan. En externe factoren hebben voor ‘verstoring’ gezorgd. “En daarom is ook de communicatie verstoord”, stelde Van den Boogaart.
Van Genugten (CDA) vond het spijtig dat boerenbond ZLTO in zijn ogen onvoldoende was betrokken na de ‘koerswending’. “Het gaat hier om een beroepsgroep die hier de kost verdient. Die moeten we nauw bij het proces betrekken.”
Over het aantal ingetrokken vergunningen, een vraag van VKP-voorman Sjors van Kempen, moest de wethouder het antwoord schuldig blijven. “Het is in elk geval niet zo gemakkelijk als het lijkt om een vergunning in te trekken.”
Plattelandsambities
In het aangenomen voorstel wordt het buitengebied van de gemeente Mill en Sint Hubert (5100 ha) verdeeld in een oostelijk deel (2000 ha), waar een strenger regiem van toepassing is (nee, tenzij…) en een westelijk, meer agrarisch deel (3100 ha) waar de landbouw zijn voorrang behoudt (ja, mits…). “Mill wordt als agrarische gemeente omgevormd tot een groene gemeente met plattelandsambities”, vatte AB’90-raadslid Erik Rietveld het bondig samen.
Wil een veehouder in het oostelijk deel zijn bedrijf uitbreiden, dan wacht hem een zware bestemmingsplanprocedure die via de gemeenteraad voert. “U kunt ongewenste ontwikkelingen voorkomen en gewenste ontwikkelingen mogelijk maken”, sprak wethouder Van den Boogaart tot de raad. Agrariërs in het westelijk gebied van de gemeente kunnen volstaan met het aanvragen van een wijzigingsbevoegdheid bij burgemeester en wethouders. Overigens valt het Landbouwontwikkelingsgebied LOG Graspeel buiten het Bestemmingsplan Buitengebied. Eerst bij een volgende herziening (over 10 jaar) wordt dit volgens de wethouder ingepast in het Bestemmingsplan Buitengebied.
Burgemeester Hans Verheijen wees de raadsleden erop, dat ook na besluiten van hoger hand, de gemeenteraad zelf altijd het laatste woord heeft.
