Afbeelding

Herstelplan Graafsche Raam

Algemeen 127 keer gelezen
CUIJK – Het waterschap Aa en Maas wil de Graafsche Raam herinrichten zodat de inwoners van Grave beter beschermd zijn tegen wateroverlast. Dit wil het schap combineren met beekherstel, het terugbrengen van het oorspronkelijke natuurlijke karakter van het beekdal. Dat kan op de traditionele manier (afgraving), maar mogelijk gebeurt dit op eigen (water-)kracht. ‘Beekdal in beweging’ is de naam van dit concept wat mogelijk kostenbesparend werkt.

[image=227588]

In de Graafsche en Lage Raam, een brede beek tussen Grave en Sint?Hubert, wordt over een afstand van 13,5 km een ‘gestuurde waterberging’ aangelegd en beekherstel ontworpen. De beek stroomt door de gemeenten Grave, Mill en Sint Hubert en mondt in Grave bij het gemaal Van Sasse uit in de Maas. “Dit project wordt de blauwe ader van de Raamvallei, de ‘paraplu’ van maatregelen om het gebied op te waarderen”, stelt Dagelijks Bestuurslid Ernest de Groot van Waterschap Aa en Maas.

Integraal
Aanvankelijk was het plan om door afgravingen winter- en zomerbedden aan te leggen, maar vanwege de hoge kosten wordt er ook gekeken naar alternatieven zoals het inrichtingsconcept ‘Beekdal in beweging’. In dit nieuwe concept wordt meer geïnvesteerd in aanpassing van landgebruik binnen het beekdal op de veranderende waterhuishouding en minder in het graven van een nieuw beekprofiel. “Om beekherstel te kunnen realiseren zullen we soms percelen moeten verwerven of ruilen. Het is een kwestie van maatwerk leveren”, vult contactpersoon Jan Derks van het waterschap aan.

[image=227590]

Wateroverlast voorkomen
“Om Grave te beschermen tegen wateroverlast wordt de capaciteit van het gemaal Sasse met 25% opgevoerd. Tegelijkertijd vergroten we de waterberging in het achterliggende gebied”, legt projectleider Bart Pastor van Aa en Maas uit. Het gaat om Meulegat en Kammerbergweg, twee ‘parkeergebieden’ waar tijdens extreme hoogwatersituaties enkele dagen 600.000 kuub water kan worden geborgen. Op perceelsniveau wordt bekeken welke maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld kades aanleggen.
Het merendeel van de ‘parkeergebieden’ (170 hectare) ligt in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waarbij zo’n 80% in bezit is van Brabants Landschap. “We gaan voor waterberging geen gronden aankopen. De gronden blijven ook in agrarisch gebruik. Tegenover het incidenteel parkeren van water staat een schadevergoeding. .”
Een andere maatregel is dat de drie huidige stuwen in de Graafsche Raam vispasseerbaar worden gemaakt door het aanleggen van vistrappen. “Als de nieuwe beek dezelfde stuwing kan veroorzaken als de huidige stuwen, kunnen de stuwen weg”, dit om verdrogend effect van de maatregelen te voorkomen. Jan Derks verwacht dat de beek na de aanpak ook een meerwaarde heeft voor recreanten (wandelingen, visplekken) en een versterking biedt voor de cultuurhistorie (landgoederen, kazematten).

[image=227589]

Planuitwerking
Voor thema’s zoals landbouw, recreatie, cultuurhistorie en landschap zijn samen met organisaties vanuit de klankbordgroep voorstudies verricht en afgerond. “Deze beschrijven de uitgangssituatie van het gebied en wat mogelijke maatregelen zouden kunnen zijn”, stelt Pastor. Uit de verschillende deelstudies is een Programma van Eisen opgesteld, dat het fundament vormt voor het uiteindelijke inrichtingsplan`voor waterberging en beekherstel. De kosten van het integrale project bedragen volgens Pastor maximaal 7 miljoen euro. “Aanzienlijk lager dan het bouwen van een nieuwe gemaal. Dit zou 11 miljoen euro extra kosten.”
Eind september stemde het Algemeen Bestuur van Aa en Maas in met het actief betrekken van de omgeving in de verdere planuitwerking van (tenminste) twee alternatieven (voorlopig nog ‘ruwe schetsen’). Dat gebeurt via een Milieu Effectrapportage (MER), een verplichting omdat een gebied van meer dan 150 hectare in het geding is. “Via grote ontwerpateliers willen we dat uitgebreid met de regio afstemmen.” Zowel de bevolking als betrokken organisaties worden betrokken in het MER-traject.” Bestuurder De Groot stelt met klem dat de klankbordgroep vanaf het begin van het proces meepraat. “We moeten zoeken naar de balans tussen natuur- en landbouwbelangen. Want dit project kan alleen slagen door draagvlak bij de betrokken partijen.” Agrariërs, bijvoorbeeld leden van de Agrarische Natuurvereniging (ANV), zouden in het kader van de Groenblauwe diensten een rol kunnen spelen bij het beheer en onderhoud van gronden in het bergingsgebied. “ Daar moeten we als waterschap samen met Brabants Landschap naar gaan kijken.”
Deze wijze waarop de omgeving wordt betrokken moet nog worden uitgewerkt, maar dat begin 2013 een begin wordt gemaakt met ‘huiskamergesprekken’ lijkt aannemelijk. “Wat is ieders belang? En met die belangen gaan we op zoek naar een win-win situatie voor alle belangen.” Volgens Pastor ligt het voor de hand dat tijdens de ontwerpateliers naast de twee uiterste varianten (‘beekherstel met herinrichting’ versus ‘beekdal in beweging’), één of meer tussenvarianten ontstaan. Projectleider Bart Pastor verwacht dat de MER-procedure eind 2013 afgerond kan zijn. Begin 2014 kan het Algemeen Bestuur dan een besluit nemen over het benodigde krediet voor het uitvoeringsplan.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant