Afbeelding

100-jarige Jana Toonen: ‘Stilzitten kan ik niet’

Algemeen 207 keer gelezen
OPLOO – “Eigenlijk wilde ik helemaal niet zo veel aandacht, maar nu het zover is heb ik tegen de kinderen gezegd. Toe maar, we zien wel wat er op ons af komt.” Een interview, het is verre van alledaags voor de bijna 100-jarige Anna Toonen-Bardoel. “Ge vraagt maar, het kwaaist zeg ik toch niet!” Toch zit ze al snel op de praatstoel.

Opmerkelijk vitaal en helder van geest, zo kennen de mensen in Oploo hun oudste dorpsgenoot. Vrijdag hoopt ze 100 jaar te worden en dat gaat ze vieren met haar zeven kinderen en hun partners, 16 kleinkinderen en 24 achterkleinkinderen. “Tachtig man komt er zeker”, zegt de kwieke senior trots. Haar geheim? “Stilzitten, dat kan ik niet”, lacht de eeuwling.

[image=197890]

Gastvrijheid
“Luste een tas koffie?” zegt ze als ze zelf de schrijver gastvrij heeft binnengelaten. “Want als je moet praten, moet je drinken.” Haar wieg stond in de Brugstraat, die toen deel uitmaakte van de buurtschap Sambeekse Hoek. Daar werd ze geboren op 2 december 1911. Jana van kleine Marten, zo werd ze genoemd. “Want er was ook een grote Marten en een kromme Marten.”
Hoewel het gezin in Oploo te kerk ging, was het gewoon om in Sint Anthonis naar de school te gaan. Dat was bij de zusters en te voet op de klompen, herinnert ze zich levendig. “Toen er in Sambeekse Hoek een schooltje werd gebouwd, mochten we daar heen. Daar heb ik de hoogste twee klassen nog gezeten.”

Huishouden
Ze kent niet anders dan het harde boerenleven. Omdat haar moeder jong stierf, werden Jana en haar oudere zus Anna na de lagere school thuis gehouden om voor het huishouden te zorgen. “Ons Anna deed de was en het koken, ik werkte liever in het veld”, lacht Jana. “Mangels dunnen en erpel rapen”, zegt ze in dialect.
Het was niet op een kermis of spinning dat ze haar man Johan Toonen leerde kennen, maar tijdens de wekelijkse kerkgang. Johan woonde vlakbij in Driehoek in Oploo, waar hij in 1933 een boerderij had gekocht. “Hij ging ook in Oploo naar de kerk. Onderweg is het tussen ons begonnen.”
Ze trouwden in april 1940, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. “De mensen voelden de dreiging, ons werd aangeraden om er snel werk van te maken. In Oploo waren er in die maand zeven trouwparen.” De kerkelijke dienst met drie Heren (naast pastoor Verhofstad twee neven-kapelaans van Jana) was groter dan de bruiloft zelf. “Maar we hebben goed gegeten met de familie.”

[image=197891]

Oorlog
De oorlog herinnert ze zich als een zware tijd. Twee onderduikers, waarvan de ene een broer was van verzetsheld ‘Peter Zuid’, werden op hun boerderij verstopt. “We hebben ze zeker een half jaar in huis gehad.” En omdat ze in de vuurlinie van Overloon lagen, moesten Johan en Jana in 1944 twee weken met hun jonge kinderen evacueren naar Elsendorp. “Nou, het zag er uit toen we terugkwamen.”
Ondertussen groeide het gezin. Na Gerrit (1941) volgde er elke jaar één. Acht in getal, waarvan er zeven in leven is. “De jongste had een aangeboren ziekte. De dokter zei: die zal géén jaar worden en hij kreeg gelijk.”
Tot 1966 hadden Johan en Jana aan de Driehoek hun gemengd bedrijf, tot zoon Gerrit met echtgenote Annie het bedrijf overnamen. De senioren verhuisden naar de Loonseweg, waar ze bijna twintig jaar woonden. Toen Johan in 1985 overleed, nam Jana haar intrek in de dan splinternieuwe ouderenwoning in Oploo. Ze huist er nog steeds. “En daar heb ik nooit spijt van gehad”, zegt ze in haar knusse kamer.

[image=197892]

Geheim?
Haar ijzersterke gestel, dat is zeker geen erfelijke kwestie. Want géén enkele van de twee broers en drie zussen van de eeuwling bereikten de leeftijd van 65 jaar. Drinken en roken, dat heeft ze nooit gedaan. Gezond eten wel. “En ze is niet zwaar op de hand”, zegt zoon Gerrit. “Ik heb heus wel mijn zorgen. Maar mijn man zei altijd: plezier verlengt het leven!”
Wat bij Jana het meest opvalt, is haar opmerkelijk actieve levensstijl. Zo is ze lid van het zangkoor, doet ze aan kaarten, kienen, handwerken “en alles dat de ouderenbond en Zonnebloem organiseren”. Ze gaat elke zondag te voet naar de kerk. “Bewegen is goed”, zegt ze. En dus stapt ze voor haar brood elke zaterdag parmantig achter haar rollator naar de plaatselijke warme bakker. “Zeker weten, Jana is onze oudste klant”, lacht Wilma Vermeulen. Bezorgd of het toch goed is geregeld voor haar feest, vraagt Jana de bakkersvrouw of er genoeg vlaaien zijn voor het feest. Zoon Gerrit weet dat het allemaal in kannen en kruiken is. “Wacht even moeder, het is allemaal rond. We laten het echt niet in het honderd lopen!”



Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant