Afbeelding

'De tijd is rijp voor een nieuwe invulling van ouderenzorg'

Algemeen 723 keer gelezen

BOXMEER | Het is de hoogste tijd om de ouderenzorg zoals we die kennen aan te pakken, stelt Henk Geene. De Wanroijnaar ging te rade bij ouderen in de regio met de vraag hoe ze ouderenzorg voor zich zien en bedacht een nieuwe en efficiënte basis voor zorg en voorzieningen voor de oude dag.

Tot 2040 zal de vergrijzing van onze maatschappij elk jaar toenemen. Zo ook in de gemeente Boxmeer. Waar in 2016 het aantal 65-plussers 3689 bedroeg, zal dit aantal tot 2040 uitgroeien naar 6599 Boxmerenaren. Dat is niet het enige gegeven waardoor er nu actie moet worden ondernomen, vindt Henk Geene. "Er is een gat ontstaan door het verdwijnen van bejaarden- en verzorgingstehuizen en de aanscherping van de opname-criteria in verpleeghuizen", vertelt de oud-psycholoog. "Daarnaast wonen mensen steeds langer thuis, hetgeen de overheid ook stimuleert." Omstandigheden die de gemeente Boxmeer, KBO Cluster Plus gemeente Boxmeer en Stichting Welzijn Ouderen gemeente Boxmeer (SWOGB) noopten tot een onderzoek onder ouderen binnen de gemeentegrenzen. Geene werd aangesteld als projectleider. Onlangs werden de resultaten van het rapport Wonen, Zorg en Welzijn gepresenteerd. Daarover schreef Geene het boek 'Vergrijzing en Ouderenzorg'. Voor het rapport werd een convenant ondertekend door de initiatiefnemers, Pantein, zorgcoöperatie de Haven, woningcorporatie Mooiland, Stichting Wonen Vierlingsbeeks, Sociom en wijk- en dorpsraden uit de gemeente Boxmeer. Met de handtekeningen is de intentie onderstreept om aan de slag te gaan met de uitkomsten van het onderzoek.

Ouderen helpen elkaar
Voor het onderzoek werden 8000 brieven verstuurd naar alle 60-plus inwoners van de gemeente Boxmeer. Zij mochten in bijeenkomsten hun mening geven. Dat leverde 1000 belangstellenden op die op post-its een reactie achterlieten. Opgeteld met de post-its uit een eerder soortgelijk onderzoek in Cuijk en Wanroij leidde dat in totaal tot 9000 reacties. Vooral eenzaamheid blijkt een groot probleem onder ouderen. "Het werd niet als zodanig genoemd, maar toch blijkt dat de contactbehoefte enorm is", zegt Geene die in zijn aanpak ook een oplossing bedacht voor de eenzaamheid. Om tot een nieuwe basis van ouderenzorg te komen, bedacht hij een sociale structuur die zowel de zorg als de behoefte aan contact aanpakt. Deze structuur is op te delen in een piramide. "Ik onderscheid daarin drie fases: langer thuis wonen, een kleinschalige woonvoorziening en als laatste fase het verpleeghuis zoals we dat nu kennen. Bij zowel langer thuis wonen als een woonvoorziening zorgen vitale ouderen voor de zorgafhankelijke ouderen. Het verpleeghuis blijft een belangrijke schakel in de zorgverlening aan senioren maar in een kleinere omvang dan nu het geval is." Om langer thuis te blijven wonen of in een woonvoorziening dienen ouderen een netwerk op te bouwen, bestaande uit (oudere) buurtgenoten die een handje helpen. "Daarbij zijn robotica en domotica een uitkomst. Internet kan een grote rol spelen bij het leggen van contacten en innovatieve technieken kunnen helpen bij de zorgvraag. Het is de bedoeling dat er in een netwerk afspraken worden gemaakt over de te bieden hulp. Onder meer over de afstemming tussen de gegeven hulp van buurtgenoten en hulp van zorgprofessionals. De thuiszorg kan worden aangesloten op de buurthulp en indien nodig zorg bieden." Hoewel ouderen aangeven open te staan voor dit systeem, zijn er een paar spreekwoordelijke drempels waar ze over moeten. "De geboden hulp is aanvankelijk vooral van praktische aard, zoals boodschappen doen. Toch is het goed denkbaar dat vanuit de buurt op den duur ook lijfgebonden zorg verleend wordt. Zoals iemand het ooit tegen mij zei: 'De billen van de buren wassen.' Daar komt het uiteindelijk wel op neer", zegt Geene. "Ik kom af en toe al voorbeelden van buren tegen die samen zorgen voor een zorgafhankelijke buurtgenoot." Geene denkt dat over pakweg vijf à tien jaar het gezamenlijk zorgen voor de buurman of buurvrouw normaal wordt gevonden en de mindset is veranderd. "Ik wil een structuur ontwikkelen die in heel Nederland toepasbaar is", vertelt Geene. De voorzet heeft hij al gegeven. Hoe deze het beste ingekopt kan worden, wordt nu beraad door de vijftien werkgroepen in Boxmeer. Elk gaat aan het werk met een thema. "Uit de pilots, die na de zomer van start gaan, moet blijken hoe de sociale structuur het beste ingevuld kan worden", weet Geene. Vanuit reacties van ouderen uit de regio kan hij opmaken dat er voldoende draagvlak is onder ouderen om zijn structuur te verwezenlijken. "Toen ik in Cuijk begon met het onderzoek vorig jaar moest ik 45 keer op en neer rijden, voor Boxmeer 25 keer. In de gemeenten waar ik nu bezig ben nog maar een enkele keer. Ze gaan zelf aan de slag met het opzetten van soortgelijke initiatieven, mijn hulp is niet altijd meer nodig. In het Land van Cuijk en de kop van Noord-Limburg, een gebied van 130.000 inwoners, bereidt men zich voor om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. De tijd is rijp", besluit Geene.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant