Kennismaken met... Bob Verhoeven (Vorstenbossche Boys)

In deze voetballoze periode willen we voetballers/trainers uit ons verspreidingsgebied wat beter leren kennen. Vandaag Bob Verhoeven, verdediger van Vorstenbossche Boys.

Naam: Bob Verhoeven
Leeftijd: 20 jaar
Woonplaats: Vorstenbosch
Beroep/school: Student Technische Bedrijfskunde aan de Fontys.
Club: Vorstenbossche Boys
Positie: Centraal achterin.
Sterke punten: Mijn rust aan de bal, overzicht en mentaliteit.
Mindere punten: Mag soms iets harder zijn in duels.
Favoriete club: PSV in Nederland en Borussia Dortmund in het buitenland.
Beste speler op de regionale velden: Mijn compagnon in de achterhoede Noud Donkers. Wij vullen elkaar goed aan en met zijn snelheid haalt hij bijna alle tegenaanvallen er uit.
Beste speler van de wereld: Zonder enige twijfel Lionel Messi.
Slechtste verliezer die je kent: Dat zijn er twee, mijn teamgenoten Rick Dortmans en Marvin van Heeswijk.
Beste trainer van de regio: Dan moet ik voor mijn jeugdtrainer Hans Geenen gaan die mij jarenlang heeft getraind en gemotiveerd.
Mooiste sportpark van de regio: De Bergakkers.
Gezelligste kantine: De kantine van de Vorstenbossche Boys waar het altijd gezellig en druk is.
Welke muziek in de kleedkamer: Hardstyle, hierdoor wordt ik scherp en gefocust.
Mooiste shirt regionaal: Het gele shirt van Vorstenbossche Boys.
Voorbeeld in de voetballerij: Oud Barcelona aanvoerder Puyol.
Hoogtepunt als voetballer: Mijn debuut voor Vorstenbosch 1 tegen FC Uden.
Grappigste moment meegemaakt als voetballer: In een uitwedstrijd toen wij 6-0 voor stonden vond de keeper van de tegenstander het wel mooi geweest en wandelde hij het veld af terwijl er nog 15 minuten gespeeld moesten worden.
De grappenmaker van het team: Dan kies ik voor mijn teamgenoot Wessel Dominicus. Weet altijd wel een manier te vinden om het team aan het lachen te krijgen.
Dromen in het voetbal: Kampioen worden met Vorstenbosch 1 en promoveren naar een klasse hoger.
Wat zou jij de KNVB adviseren voor de rest van het seizoen? Natuurlijk wil iedereen graag weer het veld op, maar het moet geen risico vormen voor ieders gezondheid. Als de coronacijfers het toelaten zou het uitspelen van de competitie of een deel hiervan een mooi streefdoel zijn.