Boa’s gemeente Oss: ‘De frustratie en het ongeduld nemen toe’

OSS | De situatie in Oss wat betreft het coronavirus is volgens burgemeester Wobine Buijs-Glaudemans zeer ernstig. In een open brief liet ze afgelopen vrijdag weten dat de politie en de boa’s strenger gaan handhaven. “Niet meer waarschuwen, maar direct boetes uitdelen bij overtredingen.” Boa Jorn en zijn collega -die niet met zijn naam in de krant wil- vertellen hoe hun werk door de coronacrisis veranderd is.

door Gemma van Schijndel

Het werk van een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is erg veranderd. Zo vertellen Jorn en zijn collega dat ze het door de coronacrisis drukker hebben gekregen en hun werkveld verschoven is. Voorheen waren ze vooral te vinden in de wijken en dorpen, maar ook in het Osse centrum voor bijvoorbeeld het handhaven van het fietsverbod. Nu gaat hun aandacht steeds vaker naar het handhaven van de coronamaatregelen. “We werken nog steeds wijkgericht, maar onze werkzaamheden zijn veelal verschoven naar plekken waar vaak mensen samenkomen, zoals het centrum, winkelcentra en Herperduin. We staan meer in de frontlinie samen met de politie.”

Korte lontjes
Het werk van een boa is niet voor iedereen weggelegd, maar Jorn en zijn collega doen het met veel passie. Wat zij echter jammer vinden is dat het gedrag van veel mensen door de coronacrisis is veranderd. “Normaal gesproken gaan wij op een rustige manier met mensen in gesprek en proberen we uit te leggen waarom we iets doen. Nu we direct moeten bekeuren, neemt de frustratie en het ongeduld bij velen toe. Wij snappen deze emoties wel. Wij hebben zelf ook een privéleven en gaan liever terug naar de oude situatie. Ons werk wordt door de korte lontjes minder leuk, maar mensen moeten begrijpen dat wij gewoon ons werk doen. We proberen het veiligheidsgevoel te vergroten en denken aan de volksgezondheid. Wij staan klaar voor de mensen en willen problemen in de wijken aanpakken.”

Begrip
Beide boa’s hebben nog een wens voor wanneer de coronacrisis straks voorbij is. “We hopen dat inwoners vaker met ons in gesprek gaan. We vertellen graag wat we doen en waarom. Daardoor ontstaat ongetwijfeld meer begrip.”