Walaa Al Najjar.
Walaa Al Najjar.

Statushouders aan het woord, deel 1: Moutaz en Walaa

Algemeen 1.410 keer gelezen

OSS | Vluchtelingen hebben de afgelopen jaren een veilige plek in Nederland gevonden. Dit leidde soms tot onrust en protesten, maar veel van hen werden warm ontvangen. Een groot deel van de vluchtelingen zijn inmiddels statushouders, wat betekent dat zij dezelfde rechten en plichten hebben als andere Nederlanders. In deze reeks worden meerdere verhalen verteld door Osse statushouders. Deze week deel 1 over Moutaz en Walaa Al Najjar.

door Gemma van Schijndel

Moutaz (34) en Walaa (30) zijn inmiddels 5 jaar in Nederland. Beiden zijn in Syrië afgestudeerd voor docent basisonderwijs. Ze zijn gevlucht uit Noord-Syrië, omdat hun dorp -in de buurt van Aleppo- door ISIS werd ingenomen en er veel bombardementen waren. Moutaz moest verplicht in dienst in het leger van de Syrische president Assad. Omdat hij niet wilde vechten, is hij samen met zijn vrouw Walaa, hun zoon, Walaa’s vader en Moutaz’s moeder naar Turkije vertrokken, dat op 30 kilometer afstand van het dorp ligt. Vanuit Turkije zijn eerst Walaa, haar zoon en haar vader naar Nederland gereisd. Daarna volgde ook Moutaz met zijn moeder. Moutaz: “We konden financieel gezien niet tegelijk naar Nederland komen, maar we zagen geen toekomst in Turkije, er waren weinig kansen voor ons. Daarom zijn we via Griekenland naar Nederland gereisd.” Tijdens deze tocht was Walaa al zeven maanden zwanger.

Wonen in Nederland
Voordat Moutaz en Walaa in Oss kwamen wonen, hebben zij in meerdere azc’s gewoond, zoals in Amsterdam en Eindhoven. Het leven in een azc was wisselend. Walaa: “In Amsterdam verbleven we in grote slaapzalen, maar in Eindhoven hadden we onze eigen kamer. We deelden de keuken en badkamer met anderen.” Na ongeveer een jaar kregen ze een woning in Oss aangewezen. Moutaz: “We werden willekeurig in een gemeente ingedeeld, maar daar had ik geen problemen mee. Ik wilde graag een huis en hier mijn leven beginnen.” Beiden vinden Oss een fijne plek om te wonen. “Alleen een Syrisch restaurant mist nog”, grapt Moutaz.
In de regio Oss wonen meer familieleden van Walaa. Haar vader heeft na de reis naar Nederland gezinshereniging aangevraagd voor de rest van het gezin. Zij wonen nu in Herpen. De moeder van Moutaz woont ook in de regio. Andere gezinsleden wonen in het buitenland.

Werken en studeren
Moutaz en Walaa zijn proactief en doen erg hun best om te integreren. Moutaz: “Er zijn in Nederland demonstraties geweest tegen vluchtelingen, maar veel van hen hebben hun best gedaan om te integreren. We willen graag mee doen in de maatschappij. Als je initiatief neemt willen mensen je helpen, bijvoorbeeld bij het leren van de taal.” Het stel heeft eerst lessen Nederlands gevolgd. Walaa: “Het is moeilijk om een nieuwe taal te leren, maar we doen ons best.” Beiden hebben meerdere banen gehad en zijn altijd op zoek naar nieuwe kansen. Moutaz: “Voordat ik mijn huidige baan kreeg, heb ik als vrijwilliger op een basisschool in Oss gewerkt. Daarna ben ik parttime als Nederlands Arabische tolk voor de gemeente Oss gaan werken. Hiernaast had ik een andere baan in de avonden, omdat ik onafhankelijk wilde zijn zonder uitkering. Ik was altijd op zoek naar kansen, zoals een traineeship voor hoogopgeleide statushouders bij een overheidsinstantie. Uiteindelijk kon ik bij Provincie Gelderland gaan werken. Hier werkte ik voor het programma Natuur en Landschap en momenteel werk ik bij de afdeling Wonen. Dit is voor mij een gouden kans, omdat ik tegelijkertijd kan werken en leren.” Ook Walaa heeft niet stilgezeten de afgelopen jaren. “Ik heb ook voor de gemeente Oss als tolk gewerkt. Daarna werkte ik bij een beautysalon. Omdat ik hier geen vast contract kon krijgen, ben ik bij een kinderopvang aan de slag gegaan. Mijn Syrische diploma voor onderwijzeres is ook geldig in Nederland, maar mijn Nederlands is daar nog niet goed genoeg voor.” Werken bij de kinderopvang was een uitdaging, maar Walaa wilde toch verandering. Daarom besloot ze een versnelde opleiding tot doktersassistente te gaan doen. “Ik heb al meerdere stages gelopen en ga dit jaar afstuderen.”

De toekomst
Walaa en Moutaz zijn erg druk met werk, studeren en de opvoeding van de kinderen. In de toekomst willen zij zich blijven ontwikkelen en hun best blijven doen voor een verdere integratie. Moutaz: “Volgend jaar ben ik klaar met mijn traineeship en hoop ik een vast contract te krijgen. Dat zou mij zekerheid en stabiliteit geven, waardoor ik een huis kan kopen. Misschien wil ik in de toekomst nog bijscholing volgen om mijzelf verder te ontwikkelen.” Walaa: “Ik hoop mijn studie dit schooljaar af te ronden. Ik houd van de zorg, dus wil na mijn studie gaan solliciteren als doktersassistente, bijvoorbeeld bij een huisartsenpost. Ook wil ik nog een extra taalcursus doen, zodat ik wellicht in de toekomst weer voor de klas kan staan.”

Nederlandse cultuur
Ondanks dat Moutaz en Walaa het erg naar hun zin hebben in Oss, missen zij Syrië soms wel, met name hun sociale contacten. Walaa: “Ik mis de vriendinnen waar ik mee opgegroeid ben en de straat waar ik gewoond heb.” Moutaz: “Ik mis vooral mijn directe familie, zoals mijn broers en zussen. Tijdens mijn eerste twee jaar in Nederland waren mijn gedachten nog vaak in Syrië, maar naarmate ik meer integreerde, werden deze gedachten minder.”
De Nederlandse cultuur is op veel aspecten anders dan de cultuur in Syrië. Moutaz vindt de directheid van veel Nederlanders leuk. Moutaz: “Mensen zijn vaak recht door zee. Ze durven meer te vragen dan mensen in Syrië. Hier moest ik in het begin wel aan wennen, maar ik vind het een leuke eigenschap.” Walaa vindt het fijn dat mensen in Nederland vaak van tevoren een afspraak maken voordat ze langs komen. Walaa: “In Syrië kwamen mensen vaak spontaan langs, ook als dat niet goed uitkwam. In Nederland maken mensen vaak eerst een afspraak, waardoor je weet wanneer iemand langs komt. Dat vind ik erg fijn.”
Over het algemeen vinden Moutaz en Walaa Nederlanders erg spontaan en aardig. Walaa vindt het wel jammer dat sommige Nederlanders niet altijd open staan voor buitenlanders. “Ze zien je als anders, dat je hier niet thuis hoort. Dat geeft geen prettig gevoel. Soms hebben ze vooroordelen en beoordelen ze mij op mijn taal, terwijl ik erg mijn best doe om een tweede taal te leren.” Gelukkig vinden ze Nederlanders over het algemeen erg behulpzaam en kunnen zij hulp krijgen - bij bijvoorbeeld het leren van de taal - als ze daarom vragen.

Moutaz Al Najjar.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant