Patrijs. (Foto: IVN Oss – lid Theo van orsouw.
Patrijs. (Foto: IVN Oss – lid Theo van orsouw.

De patrijs heeft het moeilijk, maar in deze regio gaat het redelijk

Algemeen 452 keer gelezen

Soms zie je plotseling een bruingrijs kopje boven het gras uitsteken. Dan heb je het geluk om een patrijs te zien. Dat is niet zo gemakkelijk, want meestal zitten ze goed verborgen tussen het hoge gras en onkruid. Daar houdt de patrijs van: onkruiden en ruigere ‘overhoekjes’. 

In de jaren ‘60 waren overal kleine perceeltjes, ruige slootkanten en niet gemaaide wegbermen. Maar Nederland houdt van netjes en daarom heeft de patrijs het moeilijk. Daar komt bij dat de patrijs een ‘grondbroeder’ is en dus erg kwetsbaar tijdens de broedtijd. Het dier is daardoor al jaren geleden op de Rode Lijst van kwetsbare vogels gekomen. In zuid en oost Nederland komt de patrijs in kleinere aantallen voor. Tussen 2007 en 2016 is het aantal volgens het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek met 56% afgenomen tot ongeveer 5000 broedparen. In 2020 waren er nog hooguit 4000 broedparen in Nederland. Uit tellingen van de Vogelwerkgroep van IVN Oss blijkt de aantallen in de polders rond Oss redelijk stabiel blijven. Tijdens de activiteiten van de weidevogelbeschermers worden ieder jaar nesten gevonden en zo nodig beschermingsmaatregelen getroffen. Om de patrijs weer toekomst te geven, stelt de overheid subsidiegelden beschikbaar waardoor er extra maatregelen kunnen worden genomen. Afgelopen half jaar zijn er bijvoorbeeld langs de Macharenseweg, tussen Horzak en het Ossermeer, maatregelen genomen voor de patrijs. Dit als compensatie van de uitbreiding van de Oijense Zij. Daar is leefgebied van de patrijs verloren gegaan.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant