Tureluur. (Foto: Theo van Orsouw)
Tureluur. (Foto: Theo van Orsouw)

De polders rond Oss bieden kansen voor de tureluur

Algemeen 586 keer gelezen

De tureluur is een veel voorkomende vogel in het Nederlands weidgebied. Je kan hem vaak vinden aan de slootranden. Hij valt vooral op door zijn vuurrode poten en de witte achterrand van de vleugels. Hij is iets kleiner dan de kievit. Met name het geluid is opvallend: tluu of tjululuu en dan meestal drie keer achter elkaar. Nu is zijn broedseizoen volop aan de gang.

Om te groeien hebben de kuikens en ook de volwassen vogels veel wormen, insecten en spinnen nodig. In natte weilanden zijn die volop te vinden, een hoog waterpeil is dan ook een voorwaarde. Na het broedseizoen in juli of augustus vertrekken ze al weer naar de kustprovincies, voordat ze verder naar het zuiden trekken. Onze tureluurs overwinteren in de kustgebieden van Frankrijk, Spanje, Portugal en West-Afrika. Het is onbekend of er in de tijd van de Beerse Overlaat al tureluurs broedden in de polders rond Oss. Er zijn een hele lange tijd geen broedgevallen gemeld. Totdat er bij de weidevogelbescherming weer enkele nesten gevonden werden. Tureluurs kunnen hun nest heel goed verbergen, daarvoor buigen ze zelfs de grassprieten over hun nest. Het ging echter snel beter toen in de polder de plas-drasgebieden werden aangelegd. Het aantal broedende tureluurs in de polders rond Oss groeide: in 2015: 24, in 2016: 33, in 2017: 59, in 2018: 66 en in 2019: 69. Hiermee broedt 70 tot 80% van de in Brabant broedende tureluurs in de polders rond Oss. Door een goede bescherming kwamen de meeste eieren uit. Meer info op www.ivn.nl/afdeling/ivn-oss/nieuws/over-vogels-in-de-osse-polders.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant