Sluismeester John van Haperen in de bedieningsruimte van de stuw en sluis in Lith.
Sluismeester John van Haperen in de bedieningsruimte van de stuw en sluis in Lith.

Sluismeester John van Haperen houdt het overzicht

Algemeen 1.793 keer gelezen

LITH | Aan het eind van zijn roman ‘Dorp aan de rivier’ uit 1934 vertelt Antoon Coolen over de start van de aanleg van de stuw en de sluis in Lith. Nu, 87 jaar later, vormen deze indrukwekkende bouwwerken aan de Maas nog steeds een onmisbare schakel in de beheersing van het Maaswater en de doorgang voor de scheepvaart. Vanuit de grote en indrukwekkende commandoruimte overziet sluismeester John van Haperen (61) het grote complex met de twee sluizen en de stuw. Het uitzicht is weids en schitterend.

door Dick Hubertus

De bedieningsruimte hangt vol monitoren die duidelijk zicht geven op de sluizen en de stuw, maar ook op de brug in Macharen en de sluis van Sint Andries. Want ook deze objecten worden vanuit Lith door John van Haperen en zijn negen collega’s bediend. Vanaf 1999 is John, geboren en getogen in Lith, er werkzaam. “Mijn ouders waren schippers en dan heb je sowieso al iets met het water.” Ons gesprek wordt even onderbroken als een schipper met grind aan boord zich via de marifoon meldt om geschut te worden. “Als de schepen op ongeveer twee kilometer afstand zijn melden ze zich. Veel schippers kennen we. De schepen zijn de laatste jaren steeds groter geworden. Pasten er vroeger vier schepen in de sluis, nu meestal nog maar één. De ‘oude’ sluis is 120 meter lang en 14 meter breed. De tweede sluis uit 2002 meet 200 bij 18 meter.”
Na weer een schip de sluis ingeloodst te hebben, vervolgt John: “De schepen die hier passeren vervoeren hoofdzakelijk zand, grind en veevoer. Het gaat dag en nacht door, behalve met Kerstmis en oud- en nieuw. Per 24 uur schutten we 40 à 60 schepen, maar als de waterstand in de Waal laag is hebben we meer aanbod. Hier in de Maas kunnen we immers voor een constante diepgang van 4,90 meter zorgen. De schepen bij sluis Lith overbruggen een verval van ongeveer 4,50 meter. Overdag werken we met z’n tweeën, ‘s nachts is er een sluismeester. We bedienen van hieruit dus ook de brug bij Macharen. Daar passeren per 24 uur ongeveer 50 schepen.” Hij vervolgt: “Ik vind het een mooi vak. Ik geniet van het contact met de schippers en het prachtige uitzicht vanuit deze bedieningsruimte. Het is wel zaak heel geconcentreerd te blijven. Beroepsschippers weten natuurlijk van wanten, maar met de soms minder ervaren pleziervaart moet je heel alert blijven. Het levert soms hilarische taferelen op als toeristen met hun jachtjes door de sluis moeten. Dan is het écht opletten geblazen, wij blijven verantwoordelijk. Want als we eenmaal aan het schutten zijn, kunnen we dat proces niet meer stoppen.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant