Roos Wolf.
Roos Wolf.
in gesprek met

Minks laatste wens: 'Vertel het verhaal van Roosje, de soldaat'

Algemeen 2.276 keer gelezen

Mink Ferwerda is bijna honderd jaar oud, maar zijn geheugen is nog kraakhelder. Zijn levensverhaal is interessant en vooral over de oorlog raakt hij niet uitgepraat. Hij noemt zichzelf wel eens een gestrande Engelandvaarder. Maar belangrijker nog vindt hij het verhaal van zijn vrouw, zijn Roosje. Zij was de enige Veghelse geallieerde vrouwsoldaat. Met trots en bewondering kan hij eindeloos over haar vertellen.

Door Wilma van de Laar 

De joodse familie Wolf uit Veghel vluchtte in 1940 onder gevaarlijke omstandigheden via Frankrijk naar Engeland. Terwijl haar ouders en gehandicapte zus in Noord-Engeland verbleven, ging de 16-jarige Roos in Londen voor de regering in ballingschap werken. Toen ze 18 jaar werd meldde ze zich voor de militaire dienst. Ze kwam in het geallieerde leger als lid van het Vrouwelijk Hulpkorps. Ze kreeg een militaire opleiding en werd vrachtwagenchauffeur. Haar korps werd in oktober 1944 overgescheept naar België. Het was een barre tocht. De bedoeling was om achter de oprukkende linies hulp te verlenen. Zo kwam Roos terecht in de Welfare Unit in Leuven. Bijna een half jaar was ze bezig met het opvangen van gewonden. Eerst van de Operatie Market Garden en in die winter van het verschrikkelijke Ardennen Offensief.


Roos Wolf in 1970.

Mink Ferwerda
Het is eind 1943, als het verhaal van Mink Ferwerda begint. In 1919 geboren, opgegroeid in Amsterdam, de HBS gevolgd en als correspondent in dienst bij de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij. Dan komt de oorlog en alles wordt anders. Hij raakt zijn baan kwijt, want de scheepvaart ligt stil en hij krijgt een simpel administratief baantje in het ziekenhuis. Dan vaardigen de Duitsers het bevel uit dat iedereen die in 1940 in militaire dienst is geweest, zich moet melden als krijgsgevangene. Hier kan je aan ontkomen als je werkgever een ausweis voor je aanvraagt. Ferwerda vertelt: "Op de dag van aanmelden in Amersfoort bleken al mijn dienstmaten zo'n ausweis te hebben. Ik ging terug naar huis en sprak de volgende dag mijn chef hierover aan. Wat denk je? Ik werd door dit vaderlandslievend secreet de straat op geschopt!" Enkele weken later treft de jonge Ferwerda bij toeval een oude vriend, die op de tram stond te wachten. Hij vertelt zijn verhaal aan deze Charles. Deze belooft hem aan illegale papieren te helpen om het land uit te komen. Wellicht bereikt hij zo Engeland. Twee weken later krijgt hij een document. Daarin staat te lezen 'M. Ferwerda, buro angestellte firma Spork in Cannes heeft 14 dagen verlof'. De bewuste Maastrichtse firma werkt in Zuid-Frankrijk aan kazematten in opdracht van de Duitsers. Het probleem met het document was dat er een stempel van de grenspolitie op zou moeten staan. Dat zou hij moeten kunnen verklaren bij een eventuele controle. "Bedenk maar een smoes over luchtalarm of zo, als ze er naar vragen", adviseerde zijn maat hem. Begin april 1944 pakken Mink en Charles de nachttrein naar Parijs. Hoe dichter bij de grens, hoe banger hij wordt. Bij de Belgische grens komt de grenzpolizei in de coupé. "Heraus mit gepäck", luidt het commando. "Ik moest mee naar het loket. Ik wist dat op deze manier veel Engelandvaarders via Frankrijk weg probeerden te komen en op zo'n moment gepakt werden. Achter het loket zat een Duitser met een helm. Ik dacht op dat moment dat ik de dood in de ogen keek. Hij keek naar me en naar de pasfoto en zei niets. 'Pats', een stempel. Hij had niet naar de achterkant van de kaart gekeken. Twee dagen later zat ik in Zuid-Frankrijk in plaats van Engeland. Zo kwam ik in dienst van het bedrijf dat voor de Duitsers bunkers bouwde. Maar het was een rotzooitje. Er waren weinig Duitsers te bekennen, er werd niets gecontroleerd. Dat duurde zo een paar maanden. Tot er op 15 augustus een invasie plaatsvond van de geallieerden en de Fransen aan de Franse zuidkust. De sirenes gingen, we waren bevrijd. Zo'n dag of acht heb ik de Amerikanen geholpen als tolk. Toen ben ik samen met een paar onderduikers helemaal naar Brussel gelift, waar onze ambassade sinds de invasie gezeteld was. Onderweg werden we bij Dijon nog opgepakt door de Franse Binnenlandse Strijdkrachten. Ze hoorden ons praten en dachten dat we Duitsers waren. Maar toen ze erachter kwamen dat we Hollanders waren, kregen we een vrije reispas. Zo kwamen we via Parijs in Brussel aan." Bij de ambassade vroegen ze of we vrijwillig in het leger wilden. "'Nee, ik ben in '40 al in dienst geweest', zei ik. Ik stelde me wel beschikbaar voor een Dutch Welfare Unit in Leuven. En daar leerde ik Roosje kennen, toen 19 jaar oud."


Mink Ferwerda leerde Roosje kennen bij de Dutch Welfare Unit in Leuven.

Nederland bevrijd
Samen werden ze in het voorjaar van 1945 overgeplaatst naar Breda, in afwachting van de bevrijding van Noord-Nederland. Toen het op 5 mei zover was, ging Roos meteen naar Amsterdam. Voedselpaketten uitdelen, mensen ontluizen en vooral ook kinderen wegbrengen naar Friesland om aan te sterken. Mink ging naar het grensgebied boven Arnhem. De grenzen waren open gegaan en iedereen die vanuit Duitsland terug kwam moest gecontroleerd, geregistreerd en gekeurd worden. Er konden ook SS'ers tussen zitten. En wie naar het westen wilde, moest eerst een paar weken opgevangen worden. Men was bang voor epidemieën, het westen bleef een tijdlang in quarantaine.

Na de oorlog
Eind 1945 zwaaide Roos af. Voor haar diensten aan het vaderland ontving ze het Oorlogsherinneringskruis. Bijzonder vereerd was ze toen ze in 1970 de gemeente Veghel en het Airbornecomité mocht vertegenwoordigen bij de reünie van de 101th Airborne Division in Amerika en na haar speech de vlag van haar gemeente mocht overdragen. In 1949 trouwde Mink met Roos Wolf. Hij werkte enkele jaren in de scheepvaart en in de diamanthandel. Toen zijn schoonvader hem vroeg in de zaak te komen, verhuisde de familie Ferwerda van Amsterdam naar Veghel. Mink en Roos waren 67 jaar getrouwd. Zij overleed in 2016. Hij mist haar nog iedere dag.


In 1949 trouwde Mink met Roos Wolf.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant