Han van Horen samen met zijn zoon Sjors die sinds kort ook bij HOBIJ werkt.
Han van Horen samen met zijn zoon Sjors die sinds kort ook bij HOBIJ werkt. Foto: Bianca van den Broek

‘Veel mensen vroegen zich hardop af wat we in hemelsnaam gingen doen’

Algemeen Bedrijvig Meierijstad 3.904 keer gelezen

VEGHEL | Drieëntwintig. Zoveel uitzendorganisaties waren er al in Veghel, toen Han van Horen en Peter Bijvelds besloten dat zij nummer 24 wilden worden. Natuurlijk, ze waren jonge honden en hadden een uitdagende visie. Maar toch was het een gewaagde sprong in het diepe. Anno 2020 viert HOBIJ haar zilveren jubileum.

Inmiddels is Han van Horen al jaren het gezicht van uitzendorganisatie HOBIJ. Vriend en zakenpartner Peter Bijvelds koos in 2006 voor een carrière in de sportwereld (hij is alweer ruim zes jaar algemeen en technisch directeur bij TOP Oss). Han bleef en bouwde zijn droom uit. We spraken de rustige, maar gepassioneerde CEO in het welbekende pand aan het Heilig Hartplein in Veghel.

Wat herinner je je nog van de beginperiode?
“Eigenlijk alles, vanaf de eerste start in ons kleine kantoorpandje in de Molenstraat. Peter en ik hadden allebei de ambitie om zelfstandig ondernemer te worden. Ik had hbo Personeel & Arbeid gestudeerd en was op dat moment hoofd Personeelszaken; Peter had een opleiding communicatie afgerond en had ervaring in de uitzendbranche. Dat moest het dus worden: een uitzendbureau.”

Ondanks het feit dat er al zoveel concurrenten waren?
(Lachend: ) “Er waren veel mensen die zich hardop afvroegen wat we in ’s hemelsnaam gingen doen. Wij draaiden het om: als er al 23 uitzendbureaus zijn, is er kennelijk markt. Bovendien vonden wij dat we het beter konden.”


Uitzendbureau HOBIJ opende op 8 mei 1995 de deuren. De naam is een inkopper: Han van HOren en Peter BIJvelds doneerden ieder een deel van hun achternaam. Na een sterke groei in de eerste tien jaar, treedt Peter in 2006 terug uit de directie. Han gaat door en bouwt de succesformule uit tot een speler van formaat, wiens motto Never stop growing ook op de eigen organisatie van toepassing lijkt.


Han en Peter.


Kun je dat toelichten?
“Onze eerste slogan was ‘Persoonlijker in Personeel’ en dat is nog steeds een van onze missies. Goed werkgeverschap vinden we heel belangrijk. Dat resulteerde al direct in een zaterdagopening, zodat mensen zich ook in het weekeinde konden inschrijven. Verder gaven we zelf sollicitatietrainingen aan onze kandidaten en we zorgden zelfs voor vervoer om ze op tijd op hun werkplek te hebben. Hoewel we vaak tot middernacht werkten, stonden we geregeld weer om vijf uur op om mensen naar Best of Den Bosch te rijden. Hoe we het volhielden? Simpel. We vonden ons werk ontzettend leuk.”

Daarna ging het snel.
“Na een half jaar openden we een vestiging in Best, weer een half jaar later hadden we een derde vestiging en na een paar jaar waren er twaalf. In 2007 draaiden we een recordomzet, maar door de kredietcrisis werden we genoodzaakt om ons bedrijf anders in te richten. We gingen terug naar de basis: detacheren en uitzenden. Momenteel hebben we, naast ons hoofdkantoor, twee regiokantoren, 15 in-house locaties en recruitmentkantoren in Polen, Litouwen, Letland, Roemenië en Kroatië. Onze organisatie bestaat uit circa 130 eigen medewerkers en op ons hoogtepunt hadden we zo’n drieduizend flexkrachten aan het werk in het hele land.”

Hoe staat je bedrijf er vandaag voor?
“We hoopten dit jaar een omzet van honderd miljoen euro aan te tikken, maar we hebben een stevige tik gehad door de coronacrisis. Als flexbedrijf zijn we behoorlijk conjunctuurgevoelig en we zijn ook nog actief in sectoren die zwaar getroffen zijn, zoals food, logistiek en techniek. Hoewel de lijn inmiddels weer omhoog gaat, hebben we nog een flink gat te dichten. Toch maken we ons geen zorgen. We zien het eerder als groeivertraging. We komen er wel.”

Heb je niet wakker gelegen van de crisis?
“Natuurlijk wel. Bijvoorbeeld doordat onze omzet daalde, terwijl onze kosten stegen, bijvoorbeeld doordat er veel minder personen samen in een voertuig mochten. En wat denk je van al die lege woningen, waar eigenlijk arbeidsmigranten hadden moeten verblijven? Gelukkig sta ik er niet alleen voor, we hebben een sterke organisatie met een vierhoofdige directie. En de rol van de overheid is ook niet te onderschatten.”

Wat bedoel je?
“Onze overheid heeft duidelijk geleerd van de kredietcrisis in 2008. Waar ze toen vooral bezuinigden met hogere werkloosheid als gevolg, hebben ze het bedrijfsleven nu juist gesteund met allerlei maatregelen. Ik vind het knap hoe Nederland geacteerd heeft tijdens de crisis.”

Nu je weer voorzichtig vooruitkijkt: wat zijn je doelen?
“Groei is geen doel op zich. Wat we willen, is de beste en meest inspirerende werkgever zijn in onze branche. We willen blijven bewijzen dat je als flexpartij óók een goede werkgever kunt zijn.”

Hoe ga je dat doen?
“Door het anders te blijven doen. We staan in de branche bekend als onderscheidend, als ‘dat bureau met altijd nieuwe ideeën’. Zo waren we het eerste uitzendbureau dat robots uitzond. Of neem Flexhomies, een Airbnb-achtig initiatief waarbij we arbeidsmigranten onderbrengen bij particulieren. Verder zijn we druk met ons plan voor een migrantenwijk aan de Knokert, een soort woonwijk met tiny houses. En sinds medio 2019 hebben we onze eigen Academy, waar we onze mensen opleiden en certificeren in technische en logistieke beroepen. Past perfect bij onze missie: ‘Never stop growing’. Tegelijk richten we ons op onze basis: we willen de medewerkers- en klanttevredenheid verder opkrikken, onder andere door de beste match te blijven maken in de sectoren waar we werkzaam zijn: techniek, logistiek en industrie.”

Ook geen onbelangrijk doel…
“Als je de meest inspirerende werkgever wilt zijn, moet je zorgen dat je flexkrachten ambassadeurs zijn. In rapportcijfers uitgedrukt praat je dan over een 9 of 10. Ontzettend hoog! Maar we gaan er wel voor. De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van ons bedrijf. De mensen op de juiste plek, processen en systemen heringericht, communicatie geoptimaliseerd… Verder is onze manier van intern samenwerken veranderd. We benaderen ons werk veel meer in projecten dan in afdelingen. Ook hebben we de juiste leidinggevenden in huis. Nu is het tijd om onze focus weer nadrukkelijk te verleggen naar onze positie naar buiten.”

We zouden het bijna vergeten, maar: het jubileum! Daar hoort natuurlijk een feestje bij.
“We verheugden ons al een tijdje op het lange weekend weg voor al ons personeel, maar dat viel midden in de corona-lockdown… We moesten het cancelen. In plaats daarvan hebben we een digitale borrel gehouden: iedereen ontving thuis een pakketje met borrelhapjes en drankjes en via Teams deden we een soort quiz. Eerder die dag kwam Peter (Bijvelds, red.) bij mij ontbijten. Ik heb eieren voor hem gebakken en mijn kinderen hadden een spel gemaakt met allerlei vragen over HOBIJ, hartstikke leuk. Wie die quiz won? Als ik het me goed herinner, was dat Peter. Maar het was close!”

Hoe voelt het voor jou persoonlijk, zo’n mijlpaal?
“Ik ben heel trots op het resultaat. Natuurlijk, er zijn altijd zaken die je achteraf anders had gedaan, maar er staat een kerngezond en mooi bedrijf met geweldige werknemers. Zoals Johan Cruijff zei: alleen kun je niets, samen kun je alles. Wij hebben een prachtige verzameling gedreven en gepassioneerde talenten met wie we nog heel mooie dingen gaan creëren. Zelf ben ik inmiddels 54, maar ik ga nog iedere dag met veel plezier naar mijn werk. Ik voel de passie nog iedere dag. Extra dimensie is dat mijn zoon Sjors nu ook in het bedrijf werkt. Hij is gestopt met zijn studie aan de TU en oriënteert zich op zijn toekomst. Hier kan hij alvast proeven of hij in de toekomst samen met zijn broer Floris het bedrijf wil gaan doorzetten. Wie weet!”

Dit verhaal verscheen eerder in Bedrijvig Meierijstad.

Afbeelding
Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant