Aanpak jeugdoverlast: ‘Het aantal meldingen van overlast is vrij laag’

VEGHEL | De gemeente Meierijstad heeft een nieuwe werkwijze geïntegreerde aanpak jeugdoverlast vastgesteld. Qua werk verandert er eigenlijk niet zo heel veel. “Het staat nu alleen ook op papier. Iedereen weet hoe we opereren en waar ze terecht kunnen. De partijen weten wat er van hen wordt verwacht. Dit is Meierijstad breed ingekaderd”, aldus wethouder Menno Roozendaal.

“Jongeren willen elkaar ontmoeten en dat is ook heel goed. Ze leren van elkaar en het draagt bij aan de ontwikkeling van iemand. Dat gaat vaak heel goed, maar soms gaat er ook wel eens iets mis. Daar gaat deze aanpak over”, vertelt wethouder Roozendaal. Dat ontmoeten gebeurt bij mensen thuis, op school, in de verschillende jongerencentra, maar ook op straat. Roozendaal vervolgt: “Zeker in de zomer wanneer het langer licht is. Dan vinden de jongeren het fijn om elkaar buiten te treffen. Dat kan soms tot overlast leiden. Denk aan afval en geluidsoverlast, maar soms ook zwaardere vormen zoals het dealen van drugs. Daarom is het belangrijk dat alle partners weten hoe we daarmee omgaan. We hebben onder andere te maken met jongerenwerkers, boa’s, wijkagenten, Novadic/Kentron en Bureau Halt. En natuurlijk met buurtbewoners die overlast ervaren. Ook zij moeten de ruimte krijgen. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven.” 

Spanningen
De wethouder vindt het belangrijk dat de jeugd de ruimte krijgt om jong te kunnen zijn. “Dat kan wel eens tot spanningen leiden. We willen voorkomen dat de jongeren tegenover omwonenden en winkeliers komen te staan.” Overlast moet natuurlijk worden aangepakt. Van Roozendaal knikt: “Als je kijkt naar afval dat moet gewoon opgeruimd worden. Dat is een hardnekkig probleem. Daar is geen tolerantie in. Net als jongeren die staan te chillen op een plek waar dat niet wenselijk is. We vinden echter ook dat we de jeugd ruimte moeten geven.”

Rotzooi
Stan van Kampen (24) is een van de jongerenwerkers in Meierijstad. Hij is zo’n vier jaar actief bij Jongerencentrum Bizzi in Schijndel. Van Kampen vertelt waar hij als jongerenwerker tegenaan loopt. “Ik heb onlangs samen met collega Jasper een straatronde gemaakt en toen kwamen we een paar jongens tegen die in een speeltuin midden in een woonwijk een jointje aan het draaien waren. Het blowen op zo’n plek kan niet. Wij zijn met die jongeren in gesprek gegaan en hebben een plek gezocht waar ze geen overlast veroorzaken.”
De jongerenwerker ziet een duidelijk verband tussen hangplekken en rotzooi. Van Kampen: “Daar spreken we ze meteen op aan. Afval moet gewoon opgeruimd worden. Desnoods help ik mee. Vaak is het heel vlug opgelost.” Het kan natuurlijk zijn dat jongeren niet luisteren. Van Kampen heeft dat nog niet meegemaakt. “Ik ken veel van de jongeren en ze weten wat ze aan me hebben.” Roozendaal vult aan: “Er zitten grenzen aan wat een jongerenwerker kan doen. Als het nodig is hebben we boa’s en wijkagenten die de mogelijkheid hebben om te sanctioneren. Als er niet wordt geluisterd dan volgen er boetes. Dat gebeurt wel alleen als daar echt aanleiding voor is.”

Weinig overlast
Volgens Van Kampen veroorzaken de jongeren in Meierijstad relatief weinig overlast. “Er zijn momenteel geen criminele groepen actief. Het aantal meldingen van overlast is vrij laag. De coronaregels, waaronder de avondklok, hebben daar natuurlijk een grote rol ingespeeld. Groepsvorming was lange tijd verboden.”
Het Bunderspark in Veghel en de Parkeerplaats Lochtenburg zijn twee locaties waar in het verleden veel overlast was. “Op dit moment komen daar niet heel veel meldingen vandaan. Maar dat kan een momentopname zijn. Het gaat in golfbewegingen”, vertelt Roozendaal. Van Kampen is van mening dat het in Schijndel goed gaat: “Lochtenburg ligt er eigenlijk altijd netjes bij. Het afgelopen jaar is er geen graffiti meer bijgekomen. De meldingen daar zijn sporadisch. Dat geldt ook voor Jongerencentrum Bizzi. De groep die daar actief was, is inmiddels uit elkaar gevallen’, besluit de 24-jarige jongerenwerker uit Zeeland.