Pastoor Ard Smulders: 'Duurzaam leven en carnaval gaan heel goed samen.'
Carnaval 1.520 keer gelezenPastoor Ard Smulders kon voluit achter het motto 'Mi gemak uit oew dak!' staan, maar bad dat er zondagmorgen toch niets met het gerestaureerde dak van de Lambertuskerk gebeurde. Terwijl buiten storm en regen langs de steunberen van het monumentale gebouw gierden, ging de pastoor samen met prins Robert d'n Twidde vóór in gebed. De kerk, prachtig versierd met nieuwe vaandels van de Kuussegatters, zat weer tot in alle uithoeken vol. Marco Bons, voorzitter van de carnavalsvereniging, moest het vervelende nieuws brengen dat de optocht die middag niet door zou gaan. In plaats daarvan echter beloofde hij een aangepast weerbericht: veel neerdalende confetti en vele meters bier.
In de prinsenpreek toonde Prins Robert zich trots op zijn goed georganiseerde vereniging. Veel vrijwilligers zijn het hele jaar door actief. Alle bezoekers van de viering hadden bij binnenkomst een puzzelstukje gekregen. De prins vergeleek de carnavalsvierders met deze puzzelstukjes. Ze passen allemaal ergens bij. Hij riep iedereen op om deze stukjes te bewaren tot Fabriek Magnifique. Dan moeten ze allemaal op hun plek vallen en wordt het één geheel.
Trappistje
Het slotwoord van voorganger Smulders, die in het verleden al eens als tonpraoter optrad, hield het midden tussen een preek en een buut. Met natuurlijk een serieuze les. "Leef netjes, leef duurzaam. Dan hedde oew best gedaon. En dan mag je ook carnaval vieren," vond hij. "Ikzelf hou ook van een fistje, het liefst met een Trappistje," voegde hij daaraan toe. En tot slot van een anderhalf uur durende dienst nodigde de pastoor iedereen ook weer uit voor Aswoensdag. "Want dan begint weer de ernst des levens."
Ik heb 'n plèkske
En zo werd de stoet carnavalsvierders met de Veghelse Kuus voorop weer uitgeleide gedaan. Na een gevarieerde viering met veel muzikale hoogtepunten. Van ondermeer rapper Jaap van Herwaarden en trompettalent Stef van Uden. En natuurlijk het onvergetelijke 'Ik heb 'n plèkske' van Jo Deckers. Uit honderden al wat schorre kelen klinkt dat fantastisch.
