Bert Hoedemakers in het midden.
Bert Hoedemakers in het midden.

'Je moet situaties sturend oplossen, niet remmend'

Sport 1.498 keer gelezen

VEGHEL | Van voetballer naar wielrenner; zo is in een kleine notendop het sportleven van Bert Hoedemakers (69) samen te vatten. Daartussenin schuilt een lang verhaal, eigenlijk te groot voor dit artikel. Begonnen bij Blauw Geel'38 in de jeugd als aanvaller en later aangesloten bij de selectie van de Veghelaren. Stopte met voetbal op zijn zesentwintigste en ging fietsen bij de amateurs. Nu draait Bert zijn rondjes met wielerclub WTC-Zijtaart. Een 'schón clubke' volgens Bert.

Door: Peter Kuijpers.

Bert werd op 23 december 1948, twee dagen voor kerst, geboren in Veghel. Nederland krabbelde destijds op van de oorlog waar crooners als Frank Sinatra, Dean Martin, Andy Williams en Pat Boone gevierde zangers waren. Het kan geen toeval zijn dat juist in zijn geboortejaar in Los Angeles motorclub Hells Angels werd opgericht. "Is dat zo, daar wil ik me toch niet mee vergelijken", lacht Bert vriendelijk weg.

Verleden tijd
Hij heeft wel degelijk motorrijden als tweede passie naast zijn grootste affiniteit: de wielersport. Bert: "Ik woonde toen in verband met mijn werk bij de politie in Sint-Michielsgestel. We hadden toen nog een Nederlands Politie elftal waar ik in speelde. In een wedstrijd tegen RBC in Roosendaal was het goed mis en scheurde ik mijn kruisband af. Voetballen was vanaf dat moment verleden tijd."

Racefiets
Fietsen blijkt dan plots het medium te zijn voor het om zijn prikkels vragende sportlijf tevreden te houden. "Ik ging in die tijd altijd al met mijn fiets naar mijn werk. Zelfs vanuit Veghel naar Bokhoven bij Den Bosch. Ik fietste stevig door, langzaam fietsen zat er bij mij niet in. Heb toen een Gitane racefiets aangeschaft en ben in de Dungense polder met een groep ervaren fietsers gaan trainen. Ben begonnen als liefhebber en heb later als amateur gereden en wedstrijden gewonnen. Ik reed toen voor wielerclub De Windmolens uit Geffen, één van de grootste wielerclubs van Nederland. Later ben ik voor De Vivo gaan rijden in de Zuidelijke Bond. Je had buiten de KNWU nog twee andere bonden; de NWB waar ik reed in Limburg en de BWF in het westen."

Fietsende zoons
Fietsen deed de Veghelaar tot hij de veertig was gepasseerd. Bert: "Ik reed toen al geruime tijd bij de veteranen vaak samen met oud-Veghelaar Boudewijn Driesen die nu in Rosmalen woont." Dan komt de recreatieve wielerclub in beeld, WTC-Zijtaart. "Nou, ik zag dat aanvankelijk niet zo zitten. Het tempo lag veel lager, maar we hadden met Berry en Tom toen twee fietsende zoons die beiden professional zijn geweest. Daar ging veel tijd in zitten. En het fietsen is nu eenmaal een bacterie waar je mee besmet raakt, dus fietsen is een must. In Veghel heb je geen recreatieve wielerclub. Zijtaart was een goed alternatief waar ik nooit één minuut spijt van heb gehad. Mooie club die veel organiseert met hele actieve mensen waar ik twee maal in de week graag mee op pad ga. Zelf pakken we met bekenden er nog een extra dag bij. 'Eén dag niet gefietst, is één dag niet geleefd', luidt nog altijd het spreekwoord."



Klaar voor de rit met zelfs een gastdeelnemer (Foto Peter Kuijpers)

Ervaring
Soms rust er smetje op het fietsen in groepsverband. Valpartijen zijn vaak niet zonder gevolgen. Bert kijkt bedenkelijk en recht de rug: "Ik snap exact wat je bedoelt. Weet je, er rijden bij de club vaak voormalige voetballers. Sterke knapen met een goede conditie. Die gaan naar de winkel en zeggen: 'Geef mij ook zo'n fietsje. Doe die blinkende maar meneer dat is een mooie'. Maar rijden in een groep vereist ervaring. Ik kan moeiteloos vijftig kilometer achter iemand zijn achterband rijden op tien centimeter afstand. Maar als je dat niet gewend bent, is dat link. Of je haakt met de sturen in elkaar of raakt de grond met je trapper."

Berg en Dal
Bert vervolgt: "Trimmers (wielrenners die, in hun spaarzame vrije tijd, graag op de fiets zitten ongeacht hun leeftijd) hebben ook de neiging eerder in de remmen te knijpen, wat grote gevolgen kan hebben. Je moet situaties sturend oplossen en niet met je remmen. Ook de vermoeidheid speelt mee. De gezellige tochten van groepen worden vaak wedstrijden, dat is niet goed. Ik verbaas me ook over het materiaal. Als je de fietsen ziet van trimmers, zie je vaak karretjes die de vijfduizend euro passeren. Denk ook nooit in het verkeer - je rijdt niet op een afgezet stuk weg - dat ze je zien. Altijd er vanuit gaan dat dit niet het geval is. Maar we besluiten positief. Het is een sport die je nog in lengte van jaren kunt blijven beoefenen en als je eenmaal ermee 'besmet' bent, dan ben je verloren." Bert staat op, gaat zich omkleden voor een maandagmiddagtochtje met vaste maatjes. "We gaan naar Berg en Dal, mooie rit."

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant