Zijn meest recent geschreven boek.
Zijn meest recent geschreven boek.
TERUGBLIKKEN MET JUR KINGMA

'Nooit spijt gehad van mijn keuze om arts te worden'

Human Interest 3.109 keer gelezen

UDEN | In de tuin van de villa aan de Prior van Millstraat staat een bord 'Te Koop'. Automatisch loop ik naar de praktijkingang zoals ik dat vroeger gewend was. Ik moet nu echter bij de deur van de woning zijn, waar ik gastvrij wordt ontvangen door een – net van fietsvakantie teruggekeerde en gebruinde – Jur Kingma, oud-huisarts. Met hem blikt het Udens Weekblad terug op zijn leven.

tekst en foto's: Ankh van Burk

De reden om het huis te verkopen is gelegen in het feit, dat de kinderen en kleinkinderen van het echtpaar Kingma allemaal in het westen van het land wonen. "Per jaar rijden we zo'n 35.000 km om de kinderen te bezoeken. Met mijn handicap door de Ziekte van Bechterew, waarbij mijn hoofd steeds verder naar voren buigt, kan ik 's avonds ook niet meer autorijden. Bovendien is het huis te groot voor ons", zegt Jur. Terugkomend op zijn ziekte legt hij uit, dat hij nog wel kan fietsen met een aangepaste fiets, waarmee hij jaarlijks meer dan 2500 km wegtrapt. Verder doet hij aan aquafitness om een goede conditie te behouden. Hij vindt zijn handicap lastig, maar heeft het wel geaccepteerd. "Ik ben optimistisch van karakter en heb wat ik niet meer kan, zoals timmeren gecompenseerd door historisch onderzoek, met name techniekgeschiedenis, waar ik boeken over schrijf." Niet zonder trots laat hij zijn laatste uitgave zien over 450 jaar Zaanse industrie.

Zaanstreek
De keuze voor de Zaanse industrie is niet zomaar. Jur is in de Zaanstreek geboren in 1945 in Wormer. "Als baby van een half jaar lag ik drie maanden in het ziekenhuis met kinkhoest in een tijd dat je nog veel epidemieën had." Hij is de oudste van een gezin met vijf kinderen, twee jongens en drie meisjes. Hij heeft een prima jeugd gehad en groeide op op het fabrieksterrein van de papierfabriek waar zijn vader werkte. Werknemers moesten op het terrein wonen, want als de fabrieksfluit ging was er iets loos en waren de werknemers standby. "Mijn vader was erg betrokken in het verenigingsleven en was heel handig. Mijn moeder was huisvrouw. We hadden armoe zoals iedereen na de oorlog: 'karig maar netjes'. Vakantie was iedere dag op de fiets naar het strand, een rondvaart in Amsterdam en de Cineac en logeren bij familie." Jur ging naar de dorpsschool waar hij drie jaar een bevlogen onderwijzer had, die het beste uit zijn leerlingen wist te halen. Daarna ging hij naar de H.B.S., een net opgerichte katholieke school in Zaandijk. "Na een aantal jaren dreigde de school opgeheven te worden, maar dat ging niet door. Er kwamen toen veel nieuwe leraren, waar ik veel van opgestoken heb. We hadden een schoolparlement en aan de ontwikkelingen in de katholieke kerk rond het Tweede Vaticaanse Concilie werd veel aandacht besteed."

Stuurman
Jur wilde altijd stuurman worden op de grote vaart, maar 'op de middelbare school ging een andere wereld voor me open', waardoor Jur zich ging oriënteren op andere beroepen. Hij kwam uiteindelijk uit op arts te willen worden, omdat de breedheid van het vak hem zeer aansprak. Zo kwam hij voor de studie medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam terecht. Het was nog de opleiding 'oude stijl' met veel theorie, laboratoriumwerk en snijden in dieren, later mensen. Intussen leerde Jur zijn vrouw Gu kennen via de kerstnachtviering voor oud-leerlingen van zijn middelbare school, waar Gu ook op gezeten had. Na het doctoraal examen in 1970 trouwden zij en volgde Jur de praktijkopleiding als co-assistent in diverse ziekenhuizen in Amsterdam. "In die tijd moest je bij het bij diagnosticeren nog hebben van kijken, voelen en luisteren, want de huidige moderne technieken waren er nog niet. Maar van de co-schappen leerde ik het meest." Na afronding van de opleiding begon Jur als waarnemend arts in Millingen aan de Rijn. Hij las een artikel van een tropenarts in Vrij Nederland. "Dat leek me wel wat en ik solliciteerde bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en werd aangenomen en uitgezonden naar Tanzania. Na nog een basisopleiding chirurgie om grote verwondingen en eenvoudige operaties te kunnen verrichten en een opleiding tropenarts vertrokken we eind 1972 naar Dar-es-Salaam, terwijl Gu zeven maanden zwanger was. Wij lieten daarbij ons ideaal prevaleren. Na aankomst wisten we niet waar we terecht zouden komen, maar dat werd Moshi omdat daar een goed ziekenhuis voor bevallingen was, waar onze dochter werd geboren." Jur werkte samen met vier artsen. "Per dag kwamen zo'n 1500 patiënten, die eerst door Medical Assistents gescreend werden. Lichte gevallen behandelden zij zelf, zwaardere gevallen verwezen zij door naar ons." Na twee jaar was het contract afgelopen en keerde het gezin weer terug naar Nederland. "Het was een boeiende periode, ondanks de frustraties vanwege het tekort aan medicijnen en de gebrekkige hygiëne."

Vernieuwingen
In 1975 werkte Jur als huisarts in een bejaardenhuis en als waarnemer in de Bijlmer met het vooruitzicht dat er een gezondheidscentrum zou komen. Door allerlei omstandigheden kwam daar niets van terecht en was het tijd om naar iets anders uit te zien. Jur kwam in contact met dokter Helwegen in Uden en in gesprekken bleken de ideeën van Helwegen en Jur behoorlijk parallel te lopen. Op 6 januari 1976 nam Jur de praktijk en de woning over. "Ik begon al snel met de dokters Litjens en Beelen een avonddienst te regelen. De woning was verouderd en moest uitgebreid worden met een praktijkruimte. Door allerlei eisen van de gemeente viel die verbouwing veel duurder uit, waardoor er geen ruimte was voor een tweede arts. Na 11 jaar was die ruimte er wel en kwam de eerste vrouwelijke huisarts van Uden in mijn praktijk erbij." In de loop der jaren heeft Jur heel wat zien veranderen in de huisartsenpraktijk. "Toen ik hier begon lag er nog heel veel op het bordje van de huisarts, zoals bevallingen, zuigelingen- en kleuterbureau, forensische geneeskunde (bloedproeven) en goedkeuring verlenen aan opname van verwarde personen." Jur nam zelf initiatieven om de huisartsenpraktijk anders in te richten. "ik ben een van de initiators van de praktijkverpleegkundige en heb, samen met de Radboud protocollen ontwikkeld voor praktijkondersteuning longziekten." De rol van het ziekenhuis en de wijkverpleegkundige veranderde. "Ziekenhuisopnamen werden sterk verkort en de wijkverpleging van een op een verdampte door de bureaucratie, waarmee ook weer de rol van de huisarts veranderde. De medische techniek heeft onder andere het stellen van diagnoses enorm verbeterd. De automatisering betekende een kwaliteitsimpuls." Niet in de laatste plaats veranderde de rol van de patiënt. "Mede door de informatievoorziening is de patiënt mee gaan denken en meer de verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid gaan nemen. Ik kon meegaan in de mondigheid van de patiënt."
Medipark
Omdat huisartsenpraktijken steeds meer met praktijkondersteuners gingen werken, werd een gebouw dat die faciliteiten bood, noodzaak. "Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad en het heeft zo'n 12 jaar geduurd voor we in januari 2004 konden starten met het Medipark aan de Hyacintstraat." Vanaf zijn 60e is Jur minder gaan werken, mede door zijn handicap om op 63-jarige leeftijd te stoppen. "Ik ben nog een aantal jaren doorgegaan als voorzitter van de Raad van Bestuur van GGZ Oost-Brabant. En nu nog ben ik 'Rijdende Rechter', samen met een rechter en accountant om uitspraak te doen in geschillen tussen artsen." Terugblikkend op zijn leven: "Op z'n Zaans gezegd heb ik 'een raik leven' gehad. Ik heb nooit spijt van mijn keuze gehad want als arts voelde ik: dit bén ik."

Afbeelding
Gu en Jur Kingma.
Aan het werk in de bibliotheek.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant