Afbeelding
INGEZONDEN

‘De soap die Maashorst heet’

Ingezonden 1.988 keer gelezen

UDEN | Onze redactie ontving onderstaande brief. Plaatsing betekent niet dat de redactie het eens is met de inhoud.

“Ooit – nog niet eens zo heel lang geleden - hadden we hier in ons mooie stukje Brabant een prachtig bosgebied, waar mens en dier in vrede samenleefden en elkaar de ruimte gunden. Fietsend over het Slingerpad of struinend tussen de struiken door: niks of niemand liep elkaar in de weg. Iedereen blij. Maar toen kwamen de natuurontwikkelaars. Het moest allemaal anders. Er kwam een zak geld mee vanuit Brussel en allerlei maatregelen werden bedacht om het gebied op de kaart te zetten. Niet omdat dat nou voor die bossen, de heide, de dieren of mensen zoveel beter was, maar omdat Brabant het grootste Oergebied van Nederland moest worden. Met De Maashorst in de hoofdrol. Nou werd er in het gebied al best het een en ander gedaan aan natuurbeheer. Op een gezonde, weldoordachte manier. Er graasden schapen, soms wat geiten, en Schotse Hooglanders hielden de boel mooi kort. Maar die Schotse Hooglanders spraken niet echt tot de verbeelding, eigenlijk waren het gewoon brave sullige beesten. Te braaf waarschijnlijk. In een Oergebied mochten best wel wat stevigere grazers huisvesten, zo besloten de natuurontwikkelaars. Bovendien poepten die Hooglanders de vennetjes vol, en dat ging weer ten koste van allerlei reptielen in het water. En dus werden de Hooglanders afgevoerd en vervangen door wat robuuster spul.

De taurossen, Exmoor pony’s en heuse Wisenten deden hun intrede. De wisenten in een afgebakend gebied, want dat die niet altijd even vriendelijk reageren snapten zelfs de natuurontwikkelaars. Maar ondanks hun afgesloten terrein duurde het niet lang of de eerste wisent deed een uitval naar een bezoeker achter het hek, en moest worden afgeschoten. Ondertussen kwamen er meldingen van verschillende bezoekers over de taurossen. Ook geen lieverdjes. Die incidenten werden nergens publiekelijk gemaakt. Die hoorde je alleen in de wandelgangen, van de mensen zelf. Er werden slechts twee incidenten bekendgemaakt, en daarbij werd de ‘schuld’ bij de slachtoffers zelf gelegd: te dichtbij gekomen voor een foto, en een stier opgefokt door een loslopende hond.

Er kwamen steeds meer geluiden van mensen die het gebied niet meer in durfden. Die dat heel jammer vonden. Ook ikzelf voelde me steeds minder op mijn gemak in het gebied. Met een aantal mensen die De Maashorst een zeer warm hart toedragen, besloten we een onderzoek in te stellen, om boven tafel te krijgen hoe groot het draagvlak was voor de grazers en hoe mensen zich voelen in het gebied. We hielden – geheel belangeloos, alles in eigen tijd en geheel voor eigen rekening- een grootschalig onderzoek binnen de hele regio. We stelden drie objectieve vragen en besloten de grazers daarin niet te benoemen. Het ging puur om het belevingsgevoel van De Maashorst. We schrokken van het resultaat. Er kwamen honderden reacties en meer dan vijftig meldingen binnen van incidenten met de taurossen. Het onderzoek toonde aan dat een ruime meerderheid van de respondenten zich niet veilig voelt in het gebied, en het gebied zelfs mijdt door de aanwezigheid van de grazers. Het maakte ons verdrietig, maar ook strijdbaar. We moesten iets met deze uitkomst, we konden simpelweg al die mensen niet in de kou laten staan. Het balletje ging rollen, en vanuit de politiek kreeg onderzoeksbureau Arcadis de opdracht ons onderzoek nog eens over te doen. Duurbetaald, dat dan weer wel. En daar gaat de soap weer verder. Want de uitslag van dit onderzoek is wel heel creatief geïnterpreteerd. Zo zegt 64 procent ‘het belang van de grazers te begrijpen’, waarmee wordt gesuggereerd dat deze dan ook die grazers wel zien zitten.

In het Udens Weekblad en de Arena van 18 november stelt Jos van der Wijst dat ‘wij met de grote grazers de meest perfecte randvoorwaarden voor de biodiversiteit in de Maashorst hebben geregeld’. Voor het gemak vergeet Van der Wijst hierbij maar even te vermelden dat niet de grazers, maar andere factoren van menselijk ingrijpen hier een veel grotere rol in hadden. Zoals het kunstmatig aanleggen van waterpoelen, bosomvorming, overplaatsen van flora uit andere gebieden, strooien van steenmeel, afgravingen van bovenlagen en nog veel meer. Wat die poep in de poelen betreft: ook de taurossen, Exmoor pony’s en wisenten laten hun ontlasting graag achter in het water. Dat is dus niet verbeterd. Ook de begrazing is niet verbeterd, sterker nog: de taurossen halen hun neus op voor de berkenboompjes die de heide overwoekeren. Wat wél is verbeterd, is de biodiversiteit binnen het afgesloten wisentgebied. Logisch. Dat ligt niet aan de wisenten, dat ligt aan de gunstige omstandigheden.

Wij willen - met een grote groep inwoners uit de regio- nog steeds heel graag gewoon onze eigen Maashorst terug. Daar blijven we ons voor inzetten. Op een open, eerlijke en transparante manier. Want die Maashorst, die was en is van ons allemaal. Want ook zonder die zak geld mag het belang van onze eigen inwoners niet het ondergeschoven kindje worden. Over geld gesproken: zijn alle inwoners eigenlijk wel op de hoogte van het feit dat het beheer en onderhoud van het gewenste Oergebied jaarlijks anderhalf miljoen euro gaat kosten? Anderhalf miljoen, elk jaar! En dat wij, inwoners, dit met zijn allen mogen ophoesten? Oók als we niet eens meer in het gebied durven komen? Precies. Die soap, daar prikken wij graag doorheen.”

Anita van den Bogaart, de Maashorstburgers Nistelrode

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant