Bob van Lith. (Foto: Jeroen Engelen)
Bob van Lith. (Foto: Jeroen Engelen)

Afscheidsinterview met prijzenpakker Bob van Lith

Voetbal 2.479 keer gelezen

OSS | Op een uitverkocht sportpark was O.S.S.’20 op 29 oktober 2019 dichtbij een bekerstunt tegen TOP Oss. Voor Bob van Lith (27) had het met veel vrienden en familieleden langs de lijn een onvergetelijke avond moeten worden, maar het werd na een doodschop van Levi Opdam zijn laatste wedstrijd ooit in het shirt van zijn club. “Zonder deze blessure had ik er nooit over nagedacht om te stoppen.”

door Leon Voskamp

Door de overtreding scheurde Van Lith zijn binnen- en buitenband van zijn enkel en er zat een scheurtje in z’n bot. Hij lag er geruime tijd uit, maar leek toch op de goede weg terug te zijn voor een rentree in de selectie. “Natuurlijk had ik het liever anders gezien, maar ik kreeg toch weer teveel last van mijn enkel. Vooral bij het lopen van lange afstanden voelde ik de pijn. En voetballen met pijn is niks. Bovendien zou ik veel risico nemen als ik er weer een schop op zou krijgen, dan was ik verder van huis geweest. Voetbal is niet alles in mijn leven en daarom nam ik de beslissing om te stoppen.” En dat alles door één tackle op een volgepakte Rusheuvel. “Ik heb in de loop der jaren zo vaak een schop gekregen, maar deze overtreding pakte helemaal verkeerd uit. Ik snapte de tackle ook niet, want het was op de middenlijn en er was helemaal geen gevaar. Ik zag ‘m niet aankomen en bleef met m’n voet in het gras staan.”

Zwaaien
Speciaal voor dit interview haalde Van Lith met oud-ploeggenoten herinneringen op over zijn carrière. Een prachtige carrière met maar liefst negen prijzen. Maar dat hadden misschien weinig mensen verwacht toen de Ossenaar als talentvolle jeugdspeler in het seizoen 2010/2011 de kans kreeg van trainer Roland Schuermans. “Tijdens de wedstrijdbespreking wist ik in de kleedkamer niet eens tegen wie we moesten. De trainer werd heel boos. Ik moest van hem het beter bij gaan houden en een week later kende ik de hele stand uit mijn hoofd inclusief het doelsaldo”, zegt hij lachend. “Maar ook op het veld was mijn focus niet helemaal goed. In het begin zwaaide ik naar iedereen langs de kant. Als iemand iets riep, riep ik eerst iets terug voordat ik me met de aanval ging bemoeien. Ik zie die fase onder Schuermans als het begin van volwassen worden.”

Prijzen
In zijn hele loopbaan pakte hij negen prijzen. Periodetitels, maar ook een kampioenschap. “In mijn minste periode werden we zesde en vijfde in de eerste klasse. Het seizoen 2013/2014 was onvergetelijk. We werden periodekampioen en via de nacompetitie promoveerden we naar de Hoofdklasse. De finale had echt alles in zich en we wonnen de penaltyreeks. In de Hoofdklasse deden we het ook goed en in 2018 werden we zelfs ongeslagen kampioen. Velen dachten dat we in de Derde Divisie niets te zoeken hadden, maar ook daar presteerden we uitstekend. Promotie naar de Tweede Divisie was natuurlijk heel dichtbij, maar ondanks de enorme voorsprong volgde geen promotie dankzij corona. Ik was op dat moment dan wel geblesseerd, het was voor de club heel mooi geweest om naar het hoogste amateurniveau te gaan.”

Interesse
Hij bleef O.S.S.’20 altijd trouw. Kansen op een transfer waren er zeker. FC Oss klopte een aantal keer op de deur en ook De Treffers was geïnteresseerd. In de jeugd waren PSV, FC Den Bosch en RKC Waalwijk clubs die belangstelling hadden. “Veel mensen vragen waarom ik het nooit heb geprobeerd bij een andere club. De mogelijkheden waren er wel, maar ik heb toch altijd besloten om O.S.S.’20 trouw te blijven. Het is echt mijn club, binnen 5 minuten ben ik op mijn fiets bij het sportpark. Een gezellige club met leuke teamgenoten, een aardig niveau en we pakten veel prijzen. Ik zag geen reden om het ergens anders te laten zien. En achteraf ben ik supertrots op mezelf dat ik zoveel jaren in het eerste elftal van deze club heb mogen voetballen.”

Toekomst
Dat hij ooit terugkeert op de velden, is nog maar de vraag. Zoals het er nu naar uitziet, blijven zijn voetbalschoenen aan de wilgen hangen. Tennis en padel zijn nu zijn hobby’s. “Maar natuurlijk mis ik het voetbal wel. De trainingsavonden, de wedstrijden, hoe serieus we de sport benaderden, maar ook hoe gezellig het onderling was. Ik kijk terug op een hele mooie tijd.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant