Afbeelding

‘Inwoners mogen geen last hebben van de stevige reorganisatie’

Algemeen 1.374 keer gelezen

UDEN | In aanloop naar het moment van de herindeling gaan we in gesprek met inwoners, ondernemers, bestuurders, medewerkers en organisaties die betrokken zijn bij de totstandkoming van de nieuwe gemeente. Zo krijg je een kijkje in de keuken van deze herindeling en bekijken we de herindeling van alle kanten. We zochten ze op en stelden ze allemaal dezelfde vragen. Deze keer: Dagmar van Deurzen, kwartiermaker/beoogd gemeentesecretaris.

Eind 2020 werd Dagmar van Deurzen benoemd tot kwartiermaker voor de nieuwe gemeente. Op de datum van herindeling - 1 januari 2022 - wordt ze dan gemeentesecretaris-algemeen directeur van de nieuwe gemeente Maashorst. Dagmar heeft als kwartiermaker de opdracht om de ambtelijke organisatie goed neer te zetten. Die opdracht is complex en uitdagend: de deuren moeten vanaf 1 januari open kunnen voor de inwoners, alle medewerkers moeten op een goede plek zitten en het is vooral van belang dat de gemeente Uden en Landerd goed samenwerken als één organisatie om een goede dienstverlening te kunnen bieden aan haar inwoners, organisaties en ondernemers. “Eigenlijk kun je zeggen dat Inwoners mogen geen last hebben van het feit dat wij een stevige reorganisatie doormaken”, vertelt Dagmar. 

Hoe ziet jouw ideale Maashorst er uit?
“We staan als gemeente Maashorst midden in de maatschappij. We bepalen de koers, zijn er als het nodig is en laten los waar het kan. Ik geloof in de kracht en het talent van onze inwoners, ondernemers, organisaties en collega’s. We willen die ook graag benutten. We willen echt samenwerken voor en met onze partners. Eigenlijk kun je het samenvatten met de woorden: gemeente Maashorst wil een betrouwbare partner zijn voor ondernemers en inwoners. Andersom zijn zij trots om te wonen en te ondernemen in onze gemeente.”

Over iets meer dan 200 dagen is het zo ver. Wat moet er nog gebeuren?
“We zijn druk bezig en we zijn er natuurlijk nog niet. We leggen een stevige basis om door te bouwen vanaf 2022. Met werk- en visiegroepen zijn we aan de slag, samen ook met inwoners, terwijl de ‘winkel ook gewoon open blijft’. Zo ontwikkelt de werkgroep participatie een aanpak op welke wijze wij samenwerken met onze inwoners en partners. Hoe kunnen we dat in de nieuwe gemeente nog beter doen? We stappen uit de klassieke verhouding tussen overheid en inwoners en geven daarmee ruimte aan initiatieven uit de samenleving. Dat wordt onze kracht.

Zie je bedreigingen in dit traject? En kansen?
“Ik denk dat elke fusie betekent dat je het bed opschudt en dat je heel kritisch kijkt hoe je de dingen doet. We hebben steeds de vraag gesteld: wat past nu als beste bij die nieuwe gemeente? En waar zijn onze inwoners het meest bij gebaat? Dat is een proces van vallen en opstaan. We moeten ook realistisch zijn; een fusie maakt twee partijen tot één en dat kost veel energie. Een valkuil is echt als het proces van fuseren niet soepel genoeg loopt en er te veel mensen niet blij zijn met de nieuwe organisatie. Dan krijg je een negatieve energie die ook doorwerkt in de dienstverlening dus dat vind ik echt een risico. Dus hoe beter het lukt om iedereen op een plek te plaatsen waarvan hij of zij gelukkig wordt, hoe makkelijker het wordt.

En zie je ook kansen?
“Zeker! In een vernieuwingsbeweging ontwikkel je altijd kansen. Je moet zorgen dat je elkaar goed vasthoudt. Ik denk het belangrijkste is dat we als gemeente de dingen die we moeten doen, blijven doen en ook goed doen. Ik weet zeker dat dat gewoon doorgaat, fusie of geen fusie. De kwaliteit van onze dienstverlening staat altijd voorop.”

Wat is jouw wens voor Maashorst, waar hoop je op?
“Als directeur van gemeente Maashorst hoop ik dat iedereen die het gemeentehuis binnenloopt of op een andere manier in contact is met de gemeente, direct het gevoel heeft dat hij of zij welkom is. Ik denk dat dat onze grootste kracht is, het besef dat we veel meer zijn alleen een optelsom van de zes kernen.”

Wat moet iedereen weten over Maashorst?
“Het meest belangrijk: de mensen maken hier het verschil, het saamhorigheidsgevoel, iedereen staat dichtbij elkaar. Misschien is dat ook wel Brabants. Kortom: het is hier een fijne plek om te wonen, recreëren en werken.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant