Explosieve stijging van vernielingen aan materiaal waterschap Aa en Maas
Algemeen 3.251 keer gelezenREGIO | De afgelopen maanden zijn op diverse plekken in het werkgebied van waterschap Aa en Maas ernstige vernielingen toegebracht aan besturingskasten en meetstations. De kasten worden in brand gestoken, of de inhoud wordt volledig uit elkaar getrokken. Het waterschap meldt dat de schade inmiddels is opgelopen tot meer dan € 100.000,- Niet eerder had heeft Waterschap Aa en Maas te maken gehad met zoveel vandalisme.
“We balen hier echt enorm van”, zegt dijkgraaf Mario Jacobs. “Deze vernielzucht en diefstal kost ons handenvol geld. Belastinggeld dat we nu niet aan andere dingen kunnen besteden.” Van iedere vernieling is er aangifte gedaan, echter heeft dit vooralsnog niet tot een aanhouding geleid. Dijkgraaf Jacobs vraagt dan ook om hulp: “Wij doen na iedere vernieling aangifte, maar de politie heeft het meest aan heterdaad-meldingen. Wij hopen dan ook dat iedereen ogen en oren openhoudt en meehelpt om dit soort zinloze vernielingen te stoppen.”
Schade is enorm
Afgelopen maanden zijn al zeker 7 besturingskasten, verspreid over het uitgestrekte werkgebied, volledig vernield. De schade aan de kasten is groot: deuren en het binnenwerk worden volledig kapot getrokken of in brand gestoken. Daarbij komt elektrische bedrading open te liggen, wat gevaarlijke situaties oplevert. Naast besturingskasten is ook een aantal kleinere meetstations vernield. Het herstellen van een besturingskast of meetlocatie kan maanden duren.
Handmatig
De hoogte van de stuwen wordt automatisch bediend met behulp van de besturingskasten. Als de mechaniek door vernieling niet meer bruikbaar is, moet de stuw handmatig bediend worden tot de kast is hersteld. Dat betekent dat medewerkers van het waterschap ter plekke de situatie goed in de gaten moeten houden. “Bij extreme regenbuien kan dat problemen opleveren, omdat je veel minder snel de hoogte van de stuw kunt aanpassen”, benadrukt dijkgraaf Jacobs. “We investeren juist in automatisering om sneller te kunnen inspelen op extreme weersomstandigheden waar we steeds vaker mee te maken hebben.”
