Afbeelding

Ben Fransen neemt afscheid van VPTZ

Gezondheid 412 keer gelezen
SINT ANTHONIS – “Als ik kijk hoe we in deze regio vijfentwintig jaar geleden omgingen met de dood, en hoe dat we dat nu doen, dan mag je zeggen dat de kwaliteit van het stervensproces enorm is verbeterd. Ik ben blij dat ik daar een bijdrage aan heb mogen leveren.”

Een ‘revolutie’ wil Ben Fransen (64) het niet noemen, maar deze grondlegger van de Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) is best trots op wat in een kwart eeuw tot stand is gebracht. Aanvankelijk overheerste scepsis, tegenwoordig wordt de voorziening ‘de hemel ingeprezen’. “We hebben pas een enquête gehouden en daarin scoorden we een 9 voor patiënttevredenheid. Dat zegt alles.”

[image=276912]

Verdienste
“We worden steeds bekwamen in het omgaan met het afscheid nemen.” Was de dood jarenlang een taboe, tegenwoordig wordt er veel aandacht aan besteed. Van de 1100 mensen die jaarlijks in het Land van Cuijk overlijden, maken 600 gebruik van palliatieve zorg. En 200 daarvan maken gebruik van palliatieve zorg thuis. “Nog niet zo lang geleden was thuis sterven uitzonderlijk: het was ‘thuis tenzij’ en nu heeft het sterk de voorkeur”, zegt Ben Fransen. De man die in 1988 grondlegger was van de Hulpgroep Thuis Sterven (voorganger van VPTZ) trad onlangs na 25 jaar terug als bestuurslid.
Fransen was in 2011 ook de ‘kwartiermaker’ voor de fusie tussen hospicehuis De Cocon en VPTZ. Sinds die tijd vallen beide organisaties onder één bestuur. Per 1 januari 2014 is de officiële naam: Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ).

Cultuurverschillen
VPTZ, dat net als de Cocon het Land van Cuijk als werkgebied heeft, heeft een eigen kantoor op de verdieping van de Cocon in Sint Anthonis. Beide organisaties hebben elk twee coördinatoren, terwijl er 90 vrijwilligers zijn (60 bij de Cocon, 30 bij VPTZ). “Het aantal is altijd een punt van zorg, maar we zijn nu best tevreden over de bezetting.”
Fransen erkent dat er ‘cultuurverschillen’ zijn tussen beide organisaties. Het zijn ook verschillende typen vrijwilligers. “In de Cocon werk je altijd met een collega in een min of meer beschermde omgeving. En dat is 24 uur per dag. Bij de VPTZ werkt de vrijwilliger alleen en dat meestal ’s nachts. Daar ben je meer op jezelf aangewezen.” Vol lof is Ben over de begeleiding van de vrijwilligers. “Je kunt het maar een keer goed doen. Dan is de kwaliteit een groot goed.” Dat er altijd ruggespraak mogelijk is, zorgt voor veel zekerheid.
“Een versterking van de kwaliteit”, zo omschrijft Ben Fransen het in 2006 opgerichte Netwerk Palliatieve Zorg. Ook hiervan was hij tot voor kort voorzitter. “Mensen die terminaal zijn en hun familie, weten nu beter de ingangen te vinden.” Een belangrijk voorbeeld hiervan is de pijnbestrijding, met name het oordeelkundig inzetten van morfine. “Als je er vroeg mee begint en rustig opbouwt, maak je het leven leefbaar.” Wat Ben betreft kan het netwerk nog verder worden uitgebouwd.

Wensen
Ook de palliatieve zorg wordt getroffen door de kortingen van de Rijksoverheid, maar door zuinig te woekeren met de middelen kan het allemaal draaiende worden gehouden. Dat neemt niet weg dat er wensen liggen. Enerzijds zijn er technische wensen om het sterven thuis aangenamer te maken, zoals zuurstofvoorziening en domotica (fulltime contact via beeldscherm).
Zo zou Fransen het geweldig vinden als er in een moeilijke casuïstiek een eigen expertiseteam voor het Land van Cuijk kan worden gevormd dat binnen één dag kan worden gemobiliseerd. “Als je vast dreigt te lopen, kun je daar op terugvallen. Want je wilt dat elk leven menswaardig wordt afgerond. Maar dat laat ik graag over aan het nieuwe bestuur”, besluit Ben Fransen met een glimlach.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant