Celstraffen uitgedeeld in Veghel en Uden
112 76 keer gelezen UDEN/VEGHEL - Gestolen babyvoeding, cocaïnehandel en poging tot doodslag: verschillende mensen in de regio werden hiervoor naar de cel gestuurd. De duren van de straffen lopen uiteen.[image=312828]
Een 23-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats is woensdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf dagen na de diefstal van babyvoeding. De man stal in april bij zowel een winkel in Mill als in Uden meerdere pakken babyvoeding. Hiervoor kreeg hij een celstraf van twaalf dagen opgelegd, maar die straf heeft hij al in voorarrest uitgezeten.
Cocaïnehandel
Deze week werd een 35-jarige man uit Veghel door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Hij handelde tussen april 2010 en april 2015 in cocaïne. De politie kreeg in juni vorig jaar een melding binnen dat er drugs zouden worden gedeald vanuit de woning van de man. De woning is vervolgens enige tijd geobserveerd door de politie. In januari 2015 bleek hij bij een controle cocaïne bij zich te hebben. Op basis van verklaringen van getuigen oordeelt de rechtbank dat de man in cocaïne handelde en al vanaf januari 2015 actief was. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de man een zeer lange periode in drugs handelde. Bovendien is hij eerder veroordeeld voor soortgelijke delicten. De rechtbank weegt in het voordeel van de man mee dat de hoeveelheid drugs die hij verkocht beperkt lijkt. Een deel van de celstraf is voorwaardelijk om de man ervan te weerhouden dat hij opnieuw in de fout gaat.
Poging tot doodslag
De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde deze week een 38-jarige man uit Polen voor een poging tot doodslag, gepleegd in 2008. Er werd hem een gevangenisstraf van 4 jaar opgelegd. De verdachte ging op 27 april 2008 onder invloed van alcohol naar de woning van een man op een camping in Heeswijk-Dinther. Daar ontstond een vechtpartij tussen beide mannen, waarbij de verdachte met een hamer op het hoofd van de ander insloeg. Het slachtoffer liep een schedelfractuur en meerdere breuken in zijn kaak op. De rechtbank legt een hogere straf op dan de officier van justitie eiste voor de poging tot doodslag, omdat de officier van justitie bij zijn eis onvoldoende oog had voor het levensgevaar dat het slachtoffer liep en voor de ernst van het delict. De verdachte veroorzaakte welbewust een zeer groot en levensbedreigend gevaar voor het slachtoffer. In Polen was hij voor een vergelijkbaar delict veroordeeld tot een celstraf waarbij hij ook behandeling kreeg voor zijn alcohol- en cannabisverslaving. Volgens de rechtbank wist hij dat hij agressief wordt van alcohol, maar koos hij er desondanks voor om te gaan drinken. Ook bekommerde de verdachte zich niet om het slachtoffer, maar vluchtte hij. De verdachte hield zich vervolgens jarenlang schuil. Hierdoor is het aan hemzelf te wijten dat het zolang heeft geduurd voordat de zaak op zitting is behandeld. Dat leidt daarom niet -zoals de verdediging vroeg- tot strafvermindering.
