‘We moeten van het klassensysteem af’
Onderwijs 30 keer gelezen UDEN – “Een leraar kan zijn leerling aanspreken op talent, of dat nou voor wiskunde of voor voetbal is, dat maakt niet uit. ‘Ik zag je laatst voetballen. Goed spel joh.’ Nou, dan zie je zo’n leerling stralen en zal hij zijn huiswerk voor je maken. Als leraar probeer je een klik te vinden met je leerling. Dan komt het goed. En dan ben ik gelukkig”, zegt Wiel Sporken. Hij nam vrijdagmiddag afscheid als directeur-bestuurder van het Udens College.[image=287651]
“De komende maanden blijf ik op de achtergrond bezig met de nieuwbouw. Want het is een beetje veel voor mijn opvolger Theo Bekker om zich in te werken en tegelijk een nieuwe school te bouwen. Maar ik wil voorkomen dat ik in de weg loop. “Ik heb ben in mijn loopbaan betrokken geweest bij de bouw van al meer scholen en weet dat je niet kunt overzien hoe het over vijftien jaar is."
Cruciaal
"De jeugd past zich aan en groeit mee met de maatschappij. Het onderwijs moet daar ook in mee. Iedereen heeft een eigen manier van leren en werken. Een klas voor dertig leerlingen werkt niet meer. Voor sommigen is de leraar voor de klas de inspirator om te leren, anderen haken juist af in een klassikale setting. Daar moeten we nu met de nieuwbouw mogelijkheden voor bieden.”
"We zitten nu in een cruciale fase van het onderwijs. De jeugd haalt ons in met een nieuwe manier van leren. Ze hebben zoveel andere middelen ter beschikking, vooral buiten school. We moeten daarom meer mogelijkheden creëren dan het klassensysteem en zorgen voor omstandigheden waar leerlingen en leraren optimaal kunnen functioneren.”
Investeren
“Wij zijn al jaren bezig met overleg over nieuwbouw. Maar intussen zijn we als Udens College zelf blijven investeren in onze panden en in het onderwijs. Het Udens College doet het heel goed en dat krijgen we ook terug van personeel, leerlingen en ouders. We zijn gegroeid van 2600 naar 3000 leerlingen. Niet door achterover te leunen. Met de pensionering van veel leden is de directie ook grotendeels vernieuwd. Ik heb er alle vertrouwen in dat het huidige directieteam het beleid op een positieve manier gaat voortzetten. Wat moet ik daar nog aan toevoegen? Het is een mooi moment om te gaan.”
Contact
"We moeten er vanaf heden alles aan doen het contact met de jeugd niet te verliezen. De jeugd wil zich ontwikkelen en de betrokkenheid is groot. Het zijn allemaal jongeren die het willen gaan maken. Belangrijk voor dat contact is natuurlijk communicatie. Wij zijn gewend om een op een gesprekken te voeren. Scholieren praten in een half uur met meer dan dertig mensen en hebben contacten over de hele wereld. Daaruit plukken ze de goede dingen, ze schakelen snel. Waar anderen vrees hebben over het veelvuldige gebruik van social media, ben ik er juist heel enthousiast over.”
“Daar moet je op inspelen. In de werkgroep nieuwbouw mogen ook leerlingen meepraten. Hun mening doet er toe. En soms hoor ik hen iets zeggen, dat meer hout snijdt dan opmerkingen van ouderen. Ze denken goed over dingen na, kunnen zich heel snel oriënteren en vormen hun mening door aan anderen reacties te vragen. Dat kan allemaal dankzij die social media.”
