Afbeelding

'Het was een gevecht met de tak'

Kunst en cultuur 27 keer gelezen
BERGHEM – Het kostte bloed, zweet en tranen. Alleen al het verzamelen van de wilgentenen voor het enorme kunstwerk langs de Maas in Megen duurde drie weken. Het kunstenaarsduo Stephan van den Thillart en Annelies van Rijn uit Berghem is tevreden met het uiteindelijk resultaat van ‘spiraliteit’.

[image=285121]

Van den Thillart en Van Rijn zijn creatievelingen in hart en nieren. Ze rondden in 1975 de Stadsacademie in Maastricht af en zijn al jaren bezig met het ontwerpen en maken van keukens, meubels en objecten van natuurlijke materialen. Dat doen ze in hun atelier de Zonnevlecht achter hun woning in Berghem. Hun werk is een vorm van toegepaste kunst. Van den Thillart werkt met hout en metaal, zijn partner met textiel. Het project Kunst aan de Maas maakte de Berghemnaren enthousiast. “We hebben samen gereageerd en een ontwerp ingediend. Daarbij hebben we er onder andere op gelet dat het moest passen in het landschap en dat er historie bij komt kijken”, aldus Van den Thillart, die lid is van K26. Van Rijn liet zich inspireren door het deel ‘meander’ in de naam Maasmeanders, de stichting die samen met K26 Kunst aan de Maas heeft uitgevoerd. “De Maas maakt bochten en meandert en de werking van dit meanderen wilden we benadrukken. Daarvoor kwamen we tot twee spiraalvormen die in elkaar zijn gedraaid. Als je door het kunstwerk loopt wordt je meegenomen naar het midden, naar de bodem van de rivier. Er is zand en er liggen stenen van de Maas. Er is rust, net zoals in het oog van een orkaan.”

Wilgentenen
Als materiaal kozen ze voor wilgentenen. Van oudsher horen wilgen in het Maasgebied. Het vlechten met wilgentenen is een van de oudste technieken, die al door vroege voorouders werden toegepast. Van Rijn heeft al eens eerder met wilgentenen een hut gevlochten. “Twee derde hebben we verzameld in de buurt van Megen en een derde is door ons gekocht. Het verzamelen, bundelen en vervoeren van de tenen leverde wel wat rugpijn en schrammen op. Het hout is bij een boer in Megen in een sloot gelegd om het vochtig te houden, zodat het soepel blijft. Vervolgens hebben we het naar de juiste locatie vervoerd. Dan zit het hout dus weleens onder de koeienpoep. We hebben flink wat wassen moeten draaien. Vervolgens ga je aan de slag, met materiaal dat verschilt qua dikte en grootte. Je gaat een soort gevecht aan met elke tak”, zeggen ze.

‘Droom’
In totaal zijn er 150 staanders bevestigd en is er 120 meter wilgenteen in elkaar gedraaid. Het kunstwerk is zo’n 20 bij 30 meter lang en op de hoogste plek zes meter hoog. Van den Thillart: “Eind september gaat het weer weg, doodzonde. Het begint nu een eigen vorm te krijgen en de staanders schieten al uit. We zijn benieuwd hoe het er over een paar maanden uitziet. Je tekent vooraf iets als ontwerp, maar je verwacht niet dat het zoveel tijd en moeite kost. Toch heeft het leuke ontmoetingen, fijne samenwerking met de vrijwilligers en veel voldoening gegeven. Als je ermee bezig bent, ga je op in je werk en kom je in een soort droom terecht. Gelukkig zijn de reacties zeer positief. Kinderen bijvoorbeeld vinden het erg leuk om in te spelen. Maar ook voor mensen die niks met kunst hebben, is het leuk.”
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant