‘Ik denk dat onze jongen dood is’
Religie 102 keer gelezen UDEN – De Kruisheren herdenken zondag 26 mei om 10.00 uur weer de gewelddadige dood van 34 missionarissen in de binnenlanden in Noord Congo. Een catastrofe uit 1965: een gijzeling van de missionarissen loopt uit op een bloedbad. Veertien kwamen uit Nederland. In Uden, waar velen van hen vandaan kwamen, wordt elk jaar een herdenking gehouden in de kapel.[image=245540]
Onder de slachtoffers waren 23 Kruisheren, waarvan er vijf uit Uden kwamen, een uit Veghel, een uit Zijtaart en een uit Mariaheide. De regio was diep geschokt toen de droeve berichten begonnen door te dringen. Men wist dat het niet goed was in Congo. Al negen maanden waren de missionarissen gegijzeld in een schoolgebouw en hadden nauwelijks contact met de buitenwereld. Ook hun families wisten van niks, maar vreeseden het ergste. Toen de vader van een van de missionarissen tijdens zijn werk twee Kruisheren op de fiets in zijn richting zag komen, ging hij naar binnen en zei tegen zijn vrouw: “Moeder, het is niet goed, ik denk dat onze jongen dood is.” Dat bleek maar al te waar. En niet alleen hun zoon, maar nog vier anderen. Uden was in diepe rouw.
Straatnamen
Elk jaar staan velen stil bij de dood van hun dorpsgenoten wier namen worden vastgehouden in straatnamen in de ‘Missiebuurt’. De moord op hun paters was voor de Kruisheren geen reden om hun werk in Congo op te geven. Na de schok kwam de opleving. Het werk werd overgenomen en op dit moment zet nog steeds een kleine maar krachtige groep van Congolese Kruisheren de traditie van de orde voort.
