Structuurvisie ZLTO Boxmeer: ‘Zoeken naar verbindingen’
Zakelijk 31 keer gelezen OVERLOON – “Een mooi stuk voorwerk voor het denkproces bij de gemeente Boxmeer”, zo noemt Harrie Janssen van ZLTO Boxmeer de structuurvisie die zijn afdeling bij het gemeentebestuur op tafel heeft gelegd.“Wij geven aan wat er nu aan bedrijvigheid is en wat we tot 2020 in het buitengebied verwachten. Dat we er goed over hebben nagedacht, maakt ons tot een serieuze gesprekpartner.”
Visie
De visie is gebaseerd op de uitkomsten van een uitgebreide enquête onder 300 agrariërs en 400 andere beheerders in het buitengebied. “De respons was 23 procent en dat is een heel goede score.” Uitgangspunt van de ZLTO is het zoeken naar duurzaamheid, innovatie en samenwerking. “We zoeken niet naar de confrontatie maar naar de verbindingen”, zowel met food, health en pharma.
Van de 300 bedrijven zijn er 39 varkensbedrijven, waarvan enkele zijn gevestigd op LOG Overloon, door ZLTO overigens ‘plattelandsontwikkelingsgebied’ genoemd. “Een aantal varkenshouders is voorbereid op de nieuwe wetgeving, andere zullen stoppen omdat het grote investeringen vergt.” Een afname van 25 procent sluit Janssen niet uit.
Varkenshouders die zouden moeten verplaatsen, kunnen terecht op LOG Overloon, terwijl ook LOG’s zijn voorzien bij Vierlingsbeek en Rijkevoort. Janssen erkent dat dit in het bijzonder bij Rijkevoort moeilijk ligt. “Als het daar niet kan, dan moet het op een andere locatie”, verwijst hij naar harde afspraken. ZLTO ziet ook kansen voor ruilen: een bedrijf die op een verkeerde plaats zit, zou één-op-één kunnen ruilen met een stopper op een geschikte locatie. “We weten dat er emoties meespelen, maar je kunt er wel op aansturen.”
[image=197951]
Overgangsgebieden
Zeker vijftig van de 300 bedrijven denken na over verbreding en het starten van een nevenactiviteit, zoals een boerderijwinkel, maar ook een recreatie- of zorgboerderij. Wat de overgangsgebieden tussen dorpen en LOG’s betreft (Innovatie ontwikkelingsgebieden), moet er ook minder in ‘streepjes’ worden gedacht. “We moeten niet praten over ‘hier wel en hier niet’, maar meer een verloop aanbrengen.”
Leegkomende agrarische gebouwen – tenminste bij twintig de komende tien jaar - moeten wat de ZLTO betreft beschikbaar komen voor andere bedrijvigheid. “Dat moet afhangen van de locatie. In het buitengebied moet het agrarisch getint zijn, dicht bij een dorpskern mag het veel breder.”
Met nieuwe wetgeving dreigt een groot mestoverschot. Maar liefst 75 varkens-, pluimvee- en rundveehouders tonen in de enquête interesse voor mestverwaarding. “Dit zou op bedrijfsniveau kunnen maar”, maar bijvoorbeeld ook in het plattelandsontwikkelingsgebied Overloon (LOG). “Dit stuit niet op bezwaren van de omgeving en met varkens- en pluimveebedrijven in de buurt, beperk je de transportbewegingen.“
