Afbeelding

Nieuw museum in Uden geopend

Religie 67 keer gelezen
UDEN – De slaapkamer van Christ en zijn vrouw Liesbeth staat helemaal vol met ‘devotionalia’: medailles, rozenkransen, beelden, bidprentjes, missiebusjes en veel meer ‘katholiek spul’. Het is een klein museum, en daarom heeft Christ van Boxtel het Udense Weekblad gebeld. “De bedoeling is dat mensen kunnen komen kijken en dan één voor één naar binnen.”

[image=157787]

“Als ik hier niet zat, was ik nog veel verder gegaan”, lacht Christ van Boxtel (75). Wegens zijn gezondheidsproblemen moesten Christ en Liesbeth echter in zorgcentrum Sint Jan gaan wonen. Het bevalt hen er goed, maar de ruimte is er natuurlijk beperkt. De slaapkamer van het bijna gouden echtpaar is van boven tot onder gevuld met ‘devotionala’. “Ik heb nóg inne keer zoveul, maar ik kan het niet kwijt.”
Zijn eerste museumstuk vond Christ bij een bezoek aan het kerkhof dat toen nog achter de Petruskerk lag. “Ze waren parkeerhavens aan het maken. Ik ging er kijken naar mijn oma en opa en mijn tante die er lagen. Er lag een klot zand en er kwam iets uit …een medaile van de heilige familie. Ik zeg: ‘daar ga ik mee door!’ Van medailles, kwam ik in rozenkransen in prentjes ….”

De kerk
Ja, hij is gelovig: “Natuurlijk, als je zoiets spaart, dan ga je ook naar de kerk.” Maar het geloof kreeg hij niet van thuis uit mee. “We mochten niet naar de kerk. De ouw lui deden het ook niet. Ik ging wel een keer, als 7-jarig kind. Ik zag die studenten hier naar buiten komen op weg naar de kapel en dacht bij mijn eigen: ‘ik loop mee’ en ik ging in de banken zitten. Maar ik kreeg geen communie. ‘Ze zijn op’, zei de zuster.”
De ouders van Chist zorgen niet goed voor hem, zijn broer en 4 zusters. De kinderen werden uit huis geplaatst en Christ kwam terecht in een klooster in Limburg. “Iedere dag naar de kerk, dat vond ik mooi.” Maar Christ liep weg toen hij bij een boer op de kippen moest gaan passen en keerde terug naar Uden waar hij dankzij een aardige agent weer thuis mocht gaan wonen en leven kon opbouwen met vrouw en vier kinderen.
En een kostbare hobby: “Als er een penning uit kwam, van Titus Brandsma, of de pausen, ik kocht het g’lijk. Ja, ik heb veel geld gehad. Ik heb vier nieuwe auto’s verreden. Maar ik was gewoon grondwerker hoor, bij Van de Lof, lantaarnpalen neerzetten en zo. Altijd met de schup gewerkt en dat heb ik gère gedaan. Nee, nooit iets in de grond gevonden. Eén fietsplaatje gevonden, maar verder niets.”

[image=157786]

De hemel
Al kan Christ nog maar moeilijk de deur uit, hij verzamelt nog steeds en wil niets kwijt: “Ik kan nergens nie van scheiden, behalve als ik het dubbel heb, dan geef ik er niks om.” Boeken vol heeft Christ ook met kaarten en bidprentjes. “De kruisheren spaar ik graag als ze doodgaan”, lacht Christ. “Dat vind ik een mooie orde.”
Hij hoopt niet te sterven in zijn bed tussen al zijn devotionalia. “Ik blijf er niet mee zitten. Als ik me weer voel veranderen en het goed kan zijn dat ik niet meer op die weg terugkom, wil ik het opruimen, doe ik het, anders wordt het oorlog.” Hij lacht: “Ze zijn al aan het worstelen wat ze willen vatten.”
Als gelovig man is Christ ook niet bang om te sterven. “Er is geen hel, geen vagevuur, je komt geen vijftig jaar onder het zand te zitten. Als je sterft dan vertrekt je ziel en komt nooit meer op aarde als je niet goed geleefd hebt, maar dat je naar de hel gaat of dat moet gaan liggen verteren en dat de pieren feest hebben, daar geloof ik niet in.” Zijn eigen ziel komt ook niet verkeerd terecht: “Ik heb veel te veel goed gedaan. Wel eens een keer geknokt, maar ik heb echt netjes opgepast.”

Wie het museum van Christ van Boxtel wil bezoeken kan bellen met 06- 29242917.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant