Afbeelding

Maurits Pol: ‘Ik geloof er nog stellig in’

Voetbal 49 keer gelezen
PLASMOLEN – Dat de zaken bij OSS’20 niet naar verwachting lopen lijkt een stukje logica. Nul uit zes is nu niet bepaald reden om eens gezellig in te haken. Gossips bij de koffieautomaat en aan de bar steken de kop op. De vijfde colonne rijdt langzaam de stad binnen. Pol puntert ze weg. “Iedereen gelooft er nog in en niemand loopt om mij heen. OSS’20 gaat echt niet degraderen. Het heeft even tijd nodig, dat wel.”

Tekst en foto's: Peter Kuijpers

[image=116474]

Zondag spelen de Ossenaren in Venray. Opdracht: winnen van een getergd SV Venray dat knullig verloor van Gemert en weigerde de winst te pakken in Uden. OSS’20 schreeuwt om een succesje. Maurits Pol weet dat als geen ander. “Ja, dat zeker. Wat het nu exact is daar krijg ik maar moeilijk mijn vinger achter. Ik heb vertrouwen in het team en kwaliteit is er ook voldoende. Het verbaast me wel dat de werkwijze die ik hanteer meer tijd nodig heeft dan ik had verwacht. Iets wat ik overigens heb aangegeven in de gesprekken die ik vooraf met het bestuur en technische mensen heb gevoerd. De groep moet nog bepaalde stappen maken om aan het hoofdklasse-niveau te wennen. Dat kost nu eenmaal tijd.”

[image=116475]

hoofdklassenniveau
Het ging de club dit seizoen niet altijd voor de wind. Uit bij JVC en thuis tegen Baronie lagen er punten in het verschiet. Het bekende kwartje viel telkens net verkeerd. Pol: “We hebben vier van de zes wedstrijden niet slecht gespeeld. Dat vond ik tegen Schijndel en Papendrecht wel. Tegen Dijkse Boys ben je kansloos, daar zit zoveel voetbal in. Baronie kreeg hier twee kansen en benutte er één, genoeg voor de winst.” Kwaliteit is er voldoende in team. Ja toch? Pol: “Hmmm…Ja dat wel.” Een aarzeling? “Laat ik het zo zeggen, er komt nog niet uit het elftal wat de werkelijke mogelijkheden zijn. Daar ben ik natuurlijk wel verantwoordelijk voor en loop ik niet voor weg. Maar als ik zie wat er soms voor handelingen en keuzes worden gemaakt denk ik wel eens: we zijn nog ver weg. Het kost me behoorlijk wat inspanning om sommigen op het hoofdklasse-niveau te krijgen. Spelers die dat niveau wel halen daar verwacht ik van dat ze andere mee omhoog trekken. Daar moet ik eerlijk in zijn: dat mis ik wel een beetje.”

kop erbij houden
De angst om niet wéér te verliezen groeit. Een overwinning zou een prima elixer zijn om dit gevoel weg te parkeren. Pol: “Ik moet zeggen dat de groep zich prima houdt. Ik merk geen neerslachtigheid of gelatenheid. Daar hamer ik op. Het zit ook soms niet mee. Neem afgelopen zondag, we zijn beter en krijgen dan in de 80e minuut een joekel van een buitenspeldoelpunt tegen. Dat overkomt ons dan weer. Ik vind het ook iets te gemakkelijk om te zeggen als we een keer winnen dat dan alles wel om zal slaan. We hebben een succesje bitterhard nodig dat sowieso. We zijn echter niet in paniek. Wat anderen daar van denken…ach ik laat het aan hen. Ik lees die reacties wel eens bij jullie op het forum. Als de mensen die er echt bij betrokken zijn hun kop erbij houden komt het beslist wel goed.”

Niet hopeloos
OSS’20 liet een fantastisch seizoen achter zich. De huidige rode lantaarn doet daarom extra pijn in Oss. Pol: “Dat kan ik me voorstellen dat is bij mij niet anders. Maar het bestuur en mensen daaromheen zeggen nog steeds: als OSS’20 maar niet degradeert. Nou daar geloof ik heilig in, maar het kost even tijd. Met het bestuur en technische mensen bespreek ik dit vaak. OSS’20 is een prettige club en heb niet het gevoel dat personen me ontwijken. Dus ik heb niet de indruk dat er wat aan de hand is of het vertrouwen niet meer bestaat. We moeten gewoon even het geduld opbrengen. De stand onderaan is beslist nog niet hopeloos. Wij degraderen niet! Ik kan me dat niet voorstellen.”

[image=116476]

Pretmomenten
Geen blind opportunisme bij de trainer van OSS’20 die heilig gelooft in een happy end. Zondag om half drie trappen de Ossenaren af met Venray voor het zevende duel in een competitie die nog weinig successen bracht. De sportieve pretmomenten van Maurits Pol in Oss zijn nog schaars. Dé man die zijn voormalige club Juliana'31 uit Malden in een ruk van de derde- naar de hoofdklasse bracht maakt een sportieve pas op de plaats. Blijft wel zijn eigen gang gaan met vaak moedige keuzes. “Eens moet het geluk toch kantelen” vraagt hij zich ongetwijfeld af. De vraag die de Osse getrouwen kwelt: wanneer?
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant