Max naast zijn portret met lintje.
Max naast zijn portret met lintje. Foto: Ankh van Burk
TERUGBLIKKEN MET

'Ik heb altijd een mooi en onbezorgd leven kunnen leiden'

Human Interest 2.327 keer gelezen

UDEN | Naast de deur hangt een schild van de Nederlandse Katholieke Schildersschool Sint Lucas in Boxtel met het predikaat 'Meester-schilder'. Ik bel aan, maar bij binnenkomst is het eerste wat ik te horen krijg, dat dat maar een 'Haags belletje' was, dat wil zeggen veel te zacht. Het Udens Weekblad is dit keer te gast bij Max Strick voor een terugblik op zijn leven.

tekst en foto's: Ankh van Burk

Op 18 december 2017 overleed zijn geliefde vrouw Dora, na iets meer dan 60 jaar huwelijk. Max woont nu alleen, maar kan zich prima redden met de aandacht van maar liefst 40 neven en nichten, die 'ome Max' niet in de steek laten. Zijn petekind – 60 jaar - belt hem iedere dag om te informeren hoe het met hem gaat. Hij heeft veel aanloop en een paar nichtjes doen de was, het huishouden en de grote boodschappen, maar 'een klein sokkenwasje doe ik zelf'. Zoals hij ook nog zijn prachtige tuin zelf onderhoudt en zijn eigen potje kookt. "Ik heb vroeger op kookles gezeten". Regelmatig loopt hij naar het centrum voor een klein boodschapje en om mensen te ontmoeten. Zijn credo om het alleen te redden is: "Je moet iets te doen hebben en contact met mensen onderhouden." Max is een rasechte Udenaar en werd geboren in 1932 aan de Mgr. Bosstraat in het pand waar nu 'Repelsteeltje' zit. Zijn familie was een echte schildersfamilie, zijn vader, opa en overgrootvader oefenden allemaal dat vak uit. "Mijn vader heeft nog panden geschilderd als Huize ter Linde en het Sint Jans Gasthuis die in 1936 gebouwd zijn." Hij heeft nog een twee jaar jongere zus. Zijn moeder was huisvrouw, maar had een coupeusediploma. Zij maakte kleding en deed verstelwerk voor de vrouw van dokter Koning. Daarnaast was zij veel in de tuin bezig en teelde vooral veel groenten. Thuis was het erg proper: "We mochten in de bossen spelen, maar we mochten niet met vuile klompen het huis in."

Veghel
Als Max acht jaar is, breekt de oorlog uit. De Petrusschool werd gevorderd door de Duitsers. "De families Van Elk en Van Os hadden een heeroom bij de broeders in Veghel en regelden dat wij met een klein groepje daar naar school konden gaan. Ik had na de oorlog wel terug gewild naar Uden, maar moeder vond dat niet netjes. 'De broeders zijn goed geweest voor ons'. En dus bleef ik in Veghel naar school gaan, waar ik het ook goed naar de zin had." Herinneringen aan de oorlog zijn er ook. "Naast ons woonde een NSB-er en verderop in de straat een SS-er, waar we erg voor moesten oppassen. Vader had een varken gekocht, maar het voer was een probleem. Dat mocht je niet hebben van de Duitsers, maar moeder wist zich daar altijd uit te kletsen." Max vertelt verder, dat de Duitsers hun woon- en slaapkamer hadden gevorderd. "We hadden altijd soldaten in huis en 's avonds het bezoek van Hollandse meiden. Op zeker moment zijn we naar De Rakt gevlucht vanwege het gevaar opgepakt te worden bij razzia's. Aan het eind van de oorlog dreigde de SS-er ons uit represaille iets aan te doen. Moeder zocht hulp bij de Kruisheren, die de plaats van vader en moeder zouden innemen als ze afgevoerd zouden worden of voor het peloton terecht moesten staan. Gelukkig werd het dreigement niet uitgevoerd."

Schildersschool
Niet alleen de lagere school, maar ook twee jaar Mulo en twee jaar L.T.S. volgde Max in Veghel. "Al mijn wijsheid heb ik in Veghel opgedaan." De schildersleraar werd directeur van de Schildersschool in Boxtel en nam Max daar graag mee naar toe. Daar volgde Max de 3-jarige opleiding tot meester-schilder en was daar van oktober tot en met april in de kost. "Ik heb daar ook een tekenakte en het vakdiploma behangen behaald om meer in huis te hebben dan alleen het schildersvak." Max kwam in de zaak van zijn vader, die op 61-jarige leeftijd overleed. Samen met zijn moeder zette hij de zaak voort. Moeder had nog een winkeltje met verf en aanverwante artikelen en een drogisterijtje. Intussen had Max Dora leren kennen. In 1957 trouwden ze en trokken in in het ouderlijk huis. Dora kwam met moeder en zus in de winkel te staan. "Hoewel we er veel voor hebben gedaan, bleek uiteindelijk dat we geen kinderen konden krijgen. Vooral voor Dora, die uit een groot gezin kwam, was dat moeilijk te accepteren. Toen het definitief was dat we kinderloos zouden blijven, besloten we om een pand te gaan betrekken in de Julianastraat, waar Dora zich in de winkel in alle vrijheid kon ontplooien. Naast verf en behang verkocht ze er ook handenarbeidartikelen, haar grote hobby. Zij gaf ook cursussen om deze artikelen te leren gebruiken." Max hield zich bezig met zijn schildersbedrijf en had een goede klandizie. In 1968 stopte hij met zijn schildersbedrijf en in 1992 werd de winkel verkocht aan een jong stel vanwege hun leeftijd en omdat zij geen opvolging hadden.

Winkeliersvereniging
Naast zijn bedrijf was Max 17 jaar actief bij de winkeliersvereniging als bestuurslid. "Achteraf bezien was dat een glorietijd voor het centrum. Als bestuur hadden we een leuke onderlinge sfeer en was iedereen erg behulpzaam naar elkaar toe. We waren erg actief in het organiseren van evenementen met thema's als de 'Zwitserse maand'. Het was de tijd dat de 'open zondag' in zwang kwam en wij zorgden dan voor entertainment. Het centrum werd leuk aangekleed. Er waren toen nog een heleboel kleine zelfstandigen die bijdroegen. Nu heb je meer grote ketens die dat niet doen." Max heeft op afstand de gang van zaken de laatste jaren gevolgd en vindt het jammer voor het uitdragen van Uden als winkelcentrum zoals het de laatste jaren gegaan is. "Persoonlijk vind ik, dat er te veel horeca zit. Dat trekt wel mensen, maar als die niet winkelen is dat een nadeel. Ook het winkelgebeuren stelt niet veel meer voor, helaas. Nee, in mijn tijd zat er nog muziek in."

Muziek
Over muziek gesproken: Max is 65 jaar actief geweest bij Harmonie De Eendracht. Hij speelde er tuba en trombone en de laatste jaren bas, wat hij nog steeds doet als lid van het Seniorenorkest. "Ik ben veel op uitvoeringen, concoursen en festivals geweest en dan 's avonds mooi zat thuiskomen", herinnert hij zich. "Ik had dit voor geen goud willen missen." Hij is nu erelid en nog altijd welkom bij de club. "Ik ben een soort geestelijk vader van de harmonie." Max heeft mede met Broer Manders en Jan Cartigny aan de wieg gestaan van de Hofkapel van de Knoerissen en daar 22 jaar zijn partij meegeblazen. Toen hij stopte zei Dora: "Ik heb zo veel achter jullie aangehuppeld, ik hoop dat gij ook eens achter mij aanhuppelt." "Dacht 't niet", antwoordde Max. Max is en was ook actief betrokken bij de Trap-in en de Hartstichting, waarvoor hij nu nog collecteert. In 1998 kreeg hij voor al zijn inzet een lintje als lid in de Orde van Oranje Nassau.

Reizen
Niet onvermeld mag blijven dat Max en Dora de hele aardbol hebben bereisd van noord naar zuid en van oost naar west. Terugblikkend memoreert Max: "Ik heb altijd met veel plezier en genoegen mijn werk gedaan. Omgang met mensen was voor mij en Dora belangrijker dan geld verdienen. Aan buurten en kletsen hebben we ons gezellig leventje te danken. Ik heb een onbezorgd leven gehad en vind het leven nog steeds de moeite waard. Actief blijven en contact met mensen houdt me op de been."

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant