Riant uitzicht vanaf het balkon
Riant uitzicht vanaf het balkon Foto: Ankh van Burk
TERUGBLIKKEN MET

'Heb veel mensen leren kennen die mij dierbaar zijn'

Human Interest 2.568 keer gelezen

UDEN | Met de lift is het naar de achtste verdieping in het hoogste gebouw van Uden. Als ik het appartement binnen kom, valt onmiddellijk het weidse uitzicht op. Mijn gastheer vertelt, dat je de contouren van Den Bosch, Eindhoven en de televisietoren bij Mierlo kunt zien bij helder weer. Ook valt van boven op, hoe groen de omgeving van Uden is. Het Udens Weekblad is te gast bij voormalig Tweede Kamerlid en Knoergoeie Brabander Theo Meijer voor een terugblik op zijn leven.

tekst en foto's Ankh van Burk

Theo werd geboren in Dieren in 1947 als een na jongste in een gezin met vijf jongens. Zijn ouders kwamen uit Boxtel en waren vlak voor Theo's geboorte naar Dieren verhuisd vanwege vaders werk als boswachter. Het gezin woonde middenin de bossen, ver van de bewoonde wereld en het huis beschikte niet over gas, water en licht. Theo: "Dat betekende water uit de put halen, een butagasfles en licht uit een lamp met een kousje en een houtkachel. Wij waren zelfvoorzienend: een eigen moestuin en fruitbomen en een varken voor de vleesvoorziening. We waren een harmonieus gezin, misschien ook wel omdat iedereen de handen uit de mouwen moest steken. Ondanks ons geïsoleerde wonen kwamen er veel mensen over de vloer en vriendjes kwamen graag bij ons spelen, ook vanwege de vele dieren om ons huis. Mijn moeder was erg actief in het verenigingsleven en als gastvrouw maakt zij het ieder naar de zin. Van huis uit kreeg ik zaken mee als doorzettingsvermogen, je inzetten voor de gemeenschap, sporten en doorleren."

Kinderverlamming
Door dat ideaal van verder leren kwam voor Theo een vette streep door de rekening. Als kind van zeven jaar werd hij getroffen door kinderverlamming. Hij was aanvankelijk totaal verlamd, kon alleen nog spreken, ademhalen en eten. Later kwam het gevoel weer terug in de benen en het lichaam en gedeeltelijk in de linkerarm, maar niet meer in de rechterarm. Van zijn zevende tot zijn twaalfde jaar bracht hij door in ziekenhuizen en sanatoria, waar hij allerlei therapieën kreeg. Zijn ouders zag hij maar eens in de veertien dagen. "Die periode is bepalend geweest voor mijn verdere leven. De therapie was gericht op zoveel mogelijk zelfstandig functioneren: eruit halen wat erin zit. Zo leerde ik schrijven met mijn voeten. Voortdurend moest ik grenzen verleggen en ik kwam erachter, dat ik dat zelf moest doen. Ik was keihard voor mijzelf. Ik leerde ook de handicap te accepteren: je bent niet beperkt omdat je gehandicapt bent.

Toekomst
Op zijn twaalfde kwam Theo weer thuis. Hij moest nog een jaar de zesde klas overdoen en ging daarna naar de Mulo. Bij Gazelle in Dieren werd een speciale driewieler voor hem gemaakt. Na de Mulo wist Theo dat hij boswachter wilde worden. Eerst ging hij nog twee jaar naar het lyceum in Arnhem om daarna de opleiding bosbouw te gaan volgen. Op 18-jarige leeftijd krijgt Theo zijn twijfels over zijn toekomst, niet in de laatste plaats door een paar harde opmerkingen, zoals van een meisje bij het uitgaan: " Schaam jij je niet dat je niet vertelt wat er met je aan de hand is." Theo: "Ik vroeg me af of ik wel een goede baan zou kunnen krijgen als ik niet kon autorijden, want dat is een voorwaarde in de bosbouw. Dat probleem loste zich op. Er werd voor mij een DAF 33 omgebouwd tot een auto met voetbesturing. Toen kwam de volgende dreun. Toen ik afgestudeerd was, solliciteerde ik bij Staatsbosbeheer en kreeg meteen bij het gesprek te horen: "Staatsbosbeheer heeft geen kneusjes nodig." Gelukkig kon ik wel terecht bij een landschapsarchitectenbureau in Limburg, dat voor gemeenten werkte. Dat bedrijf zag mijn handicap als een uitdaging. Intussen had ik mijn vrouw Will leren kennen. We trouwden in 1971 en gingen in Limburg wonen, waar onze twee kinderen geboren zijn, van wie we inmiddels vier kleinkinderen hebben. In Mergelland moest ik fiets- en ruiterpaden uitzetten, maar het bureau werd voor de gemeenten te duur en zij wilden het in eigen beheer gaan doen. Ik werd verzocht bij de gemeenten in dienst te komen, maar moest bij Staatsbosbeheer getest worden. Dat weigerde ik en het hele verhaal ging niet door."

Brabant
Theo ging elders solliciteren en het werd een functie bij het Ministerie voor Volksgezondheid en Milieu als milieu-inspecteur in Noord-Brabant. Zijn taak werd het om gemeenten te adviseren over de bouw van stallen. "Na een jaar tijdelijk in Boxtel te hebben gewoond, kozen we voor Nistelrode als domicilie. Ik heb ruim twintig jaar deze functie vervuld. Ook toen was er al sprake van megastallen, waarvan de bouw in 1988 door minister Gerrit Braks verboden werd in verband met de zure regen. Ik ben me gaan verdiepen in het waarom van de grootschaligheid. Een kwestie van marktprijzen. De consument wil goedkoop vlees, dus moest de boer goedkoop, dus massaal produceren. Toch liet ik bij mijn adviezen altijd het milieu boven het belang van de boer gaan en adviseerde dus vaak negatief. Maar ik ging altijd in gesprek met de boer over het waarom van het negatieve advies en zocht mee naar alternatieven. Zo kreeg ik van de boeren ook begrip."

Politiek
In Nistelrode waren Theo en zijn vrouw bestuurlijk actief en zo werd Theo gevraagd voorzitter te worden van het comité voor de viering van het 700-jarig bestaan. De vrouw van Gerrit Braks werd gevraagd als beschermvrouw en zo bezochten Gerrit en zijn vrouw diverse festiviteiten in Nistelrode. "Bij het afsluitend diner vroeg Gerrit Braks mij de politiek in te gaan voor het CDA als specialist landbouw en milieu bij de verkiezingen in 1994. Ik stond als 38e op de kandidatenlijst, maar het CDA behaalde toen 34 zetels. Gelukkig kon ik bij VROM blijven werken en pas in 1995 werd ik kamerlid, toen Deetman tussentijds vertrok om burgemeester van Den Haag te worden. In 1998, zes jaar na de Bijlmerramp, was er sprake van of er niet een parlementaire enquete moest komen. Ik werd voorzitter van een commissie die moest bepalen of dat zinvol was en onze bevindingen waren positief. Ik werd tot voorzitter van de parlementaire enquete benoemd , die werd gehouden van september 1999 en tot mei 2000. Voordat de enquete begon, moest er veel voorwerk en onderzoek verricht worden. Het was een zeer intensieve klus en omdat ik 24 uur per dag beschikbaar moest zijn betrokken we een appartement in Den Haag. De enquete leidde tot resultaten: de 'geheimzinnige' lading kwam boven water, er kwamen verbeterpunten in de procedures bij rampen en bij de 6000 mensen in de omgeving van de ramp verdwenen de klachten." Na de enquete gaat Theo weer het gewone kamerwerk doen. Na acht jaar wilde hij weer voor een derde periode gaan, maar hij kreeg via een headhunter het verzoek om voorzitter te worden van vier productschappen, onder andere het productschap wijn. Productschappen behartigen de belangen van de sector zowel voor de overheid als het bedrijfsleven in Nederland en Europa. Theo bekleedde de functie zes jaar en kwam via de wijn in Frankrijk terecht, waar hij een tweede huis heeft en daar samen met Will jaarlijks een aantal maanden verblijft. Bij de productschappen vroegen ze nog twee jaar blijven tot zijn 65e, maar onder voorwaarde weer in Brabant te kunnen gaan wonen. In 2010 werd dat Uden. Theo is een tevreden mens en kijkt met voldoening terug op zijn leven. Naast zijn koninklijke onderscheiding is hij zeker zo trots op zijn Knoergoeie Brabanderschap. "Ik heb veel mensen leren kennen, die mij dierbaar zijn", aldus Theo.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant