Uitzicht vanaf het balkon
Uitzicht vanaf het balkon Foto: Ankh van Burk
IN GESPREK MET

'Ik sta nog midden in het leven en geniet volop'

Human Interest 2.972 keer gelezen

UDEN | Ze werd geboren in Odiliapeel in 1934 in de tijd vlak na de ontginning, toen de dorpsgemeenschap nog volop in ontwikkeling was. Haar ouders waren zeer ondernemend en die genen heeft ze ook meegekregen. Ze runde samen met haar man een boerenbedrijf en was daarnaast jarenlang actief in de vrouwenbeweging en als raadslid voor het CDA. Inmiddels is zij weduwe en woont ze al veertien jaar in een ruim appartement aan de Walterus Pijnenborghof in het voormalige schoolgebouw van de Kruisheren. Het Udens Weekblad blikt terug met Mies van Cuijk-Braks.

tekst en foto's Ankh van Burk

In de ruime entreehal roept ze me al toe: ik ben met de lift een verdieping te vroeg uitgestapt en moet nog twee prachtige, brede trappen omhoog. In haar gezellige appartement gaan we eerst in de zithoek even bijpraten, voordat we aan tafel met het interview beginnen. "Mijn vader kwam uit Langenboom en mijn moeder uit Wanroy", begint ze haar verhaal. "Na de ontginning – het zand ging eruit en werd vervangen door zwarte aarde – liet toenmalig burgemeester Thijssen zes boerderijen bouwen, waarvoor hij zelf mensen zocht om er een bedrijf te beginnen. Mijn ouders kochten zo'n boerderij en waren echte pioniers. Mijn vader zette de ontwikkeling van de Peel mede op poten. Ook mijn moeder was ondernemend en progressief, maar had de zorg voor het gezin met uiteindelijk elf kinderen, waarvan ik de vierde was. Zij stimuleerde haar kinderen om zich te ontwikkelen."

Na de lagere school gaat Mies naar de landbouwhuishoudschool in Volkel. Ze wilde kraamverzorgster worden en volgde intern de opleiding in Vught. Hoewel vader haar te jong vond voor dit werk, was zij al met 18 jaar kraamverzorgster. "Ik kocht ook als eerste lipstift en dunne kousen en verlegde daarmee de grenzen voor mijn jongere zussen", weet Mies nog. Alle geboortes kan zij zich nog herinneren, ook de doodgeboren kindjes, die toen nog door de koster werden opgehaald en begraven in ongewijde grond. "Gelukkig wordt daar nu anders mee omgegaan", zucht Mies. Naast haar werk als kraamverzorgster volgt ze een schriftelijke studie bij Instituut Culemborg om haar algemene ontwikkeling bij te spijkeren. Na drie jaar stevig studeren slaagt ze cum laude. Op haar 24e wordt ze verpleegster in het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch op de afdelingen chirurgie en urologie. Ze woont op kamers in Den Bosch. "De verpleging heeft mij veel geleerd", zegt Mies, "ik leerde er omgaan met leven en dood en zware ongevallen, ook van jongeren. Ik heb veel mensen begeleid bij het sterven. Met de ervaring die ik toen heb opgedaan ben ik persoonlijk tegen euthanasie, zeker nu met de goede palliatieve zorg, waardoor de stervende geen pijn hoeft te lijden. Sterven hoort bij het leven en ik heb vertrouwen in de overgang. De overgang kan zo veel rust en vrede geven, ook voor de familie."

Mies leert Udenaar Wim van Cuijk kennen, die een klein bedrijf heeft op d'n Eikenheuvel met vee en akkerbouw. "Wim wilde meer en kon 26 ha asperges kopen in Doorn bij Utrecht. Hij vroeg of ik meeging voor de aspergeoogst en daarvoor moest ik mijn baan als verpleegster opzeggen. Ik kreeg alle medewerking en ging van mei tot en met juni mee oogsten. Kort daarna wilden we trouwen en huurden we een woning in de Triangelstraat, want de boerderij was niet geschikt voor bewoning. We trouwden in 1967 en we begonnen aan een hardwerkend bestaan. Naast ons eigen bedrijf waren we drie maanden per jaar van huis voor de aspergeoogst, eerst in Doorn, vanaf 1980 nog zes jaar in Helvoirt. Intussen waren we een varkensfokkerij en -mesterij begonnen in 1982 in Uden. In de aspergetijd werden onze twee kinderen verzorgd door een kindermeisje en deed het personeel de boerderij. Het bedrijf konden we steeds meer uitbreiden en in 1974 werd boerderij tot woonboerderij verbouwd, zodat we konden wonen bij het bedrijf.

Naast haar werk op de boerderij en in het gezin ging Mies de politiek in. Broer Gerrit zat al in de Tweede Kamer. "Politiek is ons met de paplepel ingegeven", zegt Mies. "Ons vader zei altijd: 'Ge mag het gerust goed hebben, maar ge moet ook wat voor een ander betekenen'. Zelf was ik geïnteresseerd in de politiek vanuit mijn belangstelling voor mens en samenleving. Ik werd gevraagd om lid van het CDA te worden en werd in 1974 gekozen als raadslid. Dat ben ik geweest tot 1992. Ik zette me in voor vrouwenbelangen, minderheden, onderwijs en op sociaal-cultureel gebied."

Uit haar periode als raadslid zijn haar een aantal zaken bijgebleven. Mies: "Allereerst de samenvoeging Uden-Veghel. Ik was daar voor, maar de weerstand in de samenleving was enorm groot, ook nu nog. Kennelijk is wat diepgeworteld is in de geschiedenis, niet zomaar te doorbreken. Ik voorspel, al zal ik het niet meer meemaken, dat Uden straks een grote Maashorstgemeente wordt en terugkeert tot het grondgebied van het vroegere Land van Ravenstein." Als tweede item herinnert ze zich de felle weerstand tegen de komst van een azc aan de Munterweg. "Ik was als raadslid voor opvang van vluchtelingen, maar ik was tevens lid van de buurtvereniging, die fel tegen was. Ik kwam in conflict met twee belangen en koos principieel voor het raadslidmaatschap en zegde mijn lidmaatschap van de buurtvereniging op." In de tachtiger jaren was de vrouwenbeweging en emancipatie sterk in opkomst. Mies: "Ook in de raad bepleitte ik de bewustwording van vrouwen over hun positie in de samenleving. Verder organiseerde ik mede de Internationale Vrouwendag en was ik lid van de Educatieraad en voorzitter van de Vrouwenraad vanuit de KVO." De huidige politiek volgt zij nog wel in grote lijnen en zij vindt dat er in de politiek veel veranderd is. "Politiek en samenleving waren in mijn tijd veel meer betrokken op elkaar. Nu zie ik afstand tussen politiek en samenleving. Misschien ook wel omdat de bestuurscultuur veranderd is met het duale stelsel. In mijn visie is hiermee de politiek op afstand gezet."

Op de vraag hoe Mies het raadslidmaatschap kon combineren met bedrijf en gezin, antwoordt zij: "Wim en ik waren erg op elkaar ingesteld als het over onze werkzaamheden ging. Was Wim weg, was ik thuis en andersom. Wij lieten elkaar vrij in wat we deden en we ondersteunden elkaar daarin. Terugkijkend op mijn politieke loopbaan vind ik dat het mijn leven erg verrijkt heeft. Ik heb het gedaan zoals ik het gedaan heb en heb het gevoel daarmee een wezenlijke bijdrage te hebben geleverd aan de samenleving."

Mies is 83 jaar, maar dat zie je niet aan haar. "Ik ben gelukkig gezond en ik sta nog middenin het leven. Ik zie wekelijks de kinderen en kleinkinderen en ik bezoek veel mensen. Ik ben creatief bezig met keramiek en ik brei nog altijd. Ik kijk terug op een enerverend en welbesteed leven en als de tijd daar is, heb ik er vrede mee."

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant