Afbeelding
Foto: Henk Lunenburg
IN GESPREK MET

100-jarige Riet: ‘Onze kinderen worden eikennootjes, zei ik altijd’

Human Interest 838 keer gelezen

UDEN | Riet Eikenhout uit Uden wordt vandaag 100 jaar. 100 jaar waarin veel gebeurde en waar wij samen met haar op terugkijken.

door Henk Lunenburg

Riet Eikenhout is op 12 september 1921 geboren in Rotterdam. Het gezin bestond uit vader, moeder en drie kinderen. Riet had een oudere zus en een jongere broer, hij overleed toen hij vier jaar was. Haar vader was ambtenaar bij de gemeente Rotterdam en haar moeder was huisvrouw.

Welke opleidingen volgde u en waar ging u werken?
“Ik ging in Rotterdam naar de basisschool. Deze school stond in onze straat, ik hoefde zomaar over te steken. Na de basisschool ging ik naar de mulo en daarna naar de Industrieschool. Daar leerde je kleding maken. Mijn moeder kon prachtig naaien en dat wilde ik ook. Mijn zusje werkte inmiddels bij Van Berkel Patent op de tekenkamer en ze verdiende centjes en dat wilde ik ook. Dus stopte ik na 1,5 jaar met school en ging op 16-jarige leeftijd ook bij Van Berkel Patent werken. In mijn schaarse vrije tijd speelde ik mandoline in een orkest.”

Waar heeft u uw man leren kennen?
“Ik was 20 toen ik Gé (Gerard) op een feestje bij de studentenclub leerde kennen, hij was meegekomen met een vriend. Hij viel mij op omdat hij een prachtige fiets had met handremmen. Met Pinksteren gingen we met de club fietsen en hij kwam naast mij rijden. Hij was heel anders dan de rest, hij studeerde af in Duitsland voor elektrotechniek en was net op tijd thuis voor de oorlog uitbrak. De uitreiking van de bul heeft hij niet afgewacht, die hebben ze nagestuurd. Zijn ouders hadden ze een elektrotechnisch bedrijf en een winkel in luxe verlichting, waar hij ging werken.”

Hoe lang heeft u bij Van Berkel Patent gewerkt?
“Ik heb 6 jaar op verschillende afdelingen gewerkt. Ik was 19 toen de Tweede Wereldoorlog begon en Duitsers in de fabriek kwamen werken. De sfeer en situatie waarin we moesten werken werd steeds grimmiger en een zelfs beetje link. Mijn verloofde Gé had mij al eens gewaarschuwd. Hij zei: “Het loopt daar vandaag of morgen spaak, ga er toch weg.” Ik twijfelde wat moest ik doen. Het was in de winter van 1943 toen ik vreselijke verhalen hoorde over Rusland en sneeuw. Ik moest tekeningen witdrukken waarop sneeuwschoenen stonden die gebruikt werden voor landingsgestellen van vliegtuigen. Ik wilde daar niet aan meewerken en heb ontslag genomen, mijn zusje bleef daar werken. Tijdens een van de vele bombardementen op Rotterdam kwam één bom precies op schuilkelder waar de meisjes van Van Berkel Patent in schuilden. Niemand heeft het overleefd, ook mijn zusje niet. Ik denk daar de laatste tijd vaak aan. Ik werkte daar 6 jaar en was net 3 maanden weg toen die bom viel. Heeft het zo moeten zijn?”

Wanneer bent u getrouwd?
“Na een verkering van 4 jaar zijn we in Rotterdam getouwd. Over mijn nieuwe naam Riet Noteboom-Eikenhout werden wel eens grapjes gemaakt. Ik zei altijd: “Onze kinderen worden eikennootjes.” In het begin woonden we bij de Maastunnel en daarna in het grote bedrijfspand van mijn schoonouders. Beneden was de winkel in luxeverlichting en de woning was op de bovenverdieping. Wij hebben de zaak van mijn schoonouders overgenomen. Onze twee kinderen zijn daar geboren. Vaak gingen we met de tent op vakantie. Onze zoon Gé woont met zijn vrouw en dochter in België en dochter Anneke woont met haar man en twee dochters in de buurt van Rotterdam. Mijn man Gé is na een kort ziekbed op jonge leeftijd overleden. Naast de zorg voor de kinderen had ik de zorg voor de luxe lampenwinkel.”

Hoe bent u in Uden terecht gekomen?
“In 1951 werd ik door vrienden mee genomen naar camping De Pier in Uden. Daar leerde ik Frans van Baardwijk kennen, die daar een caravan had staan. Dat klikte wonderwel heel goed, we hadden het leuk samen. Toen Frans met pensioen ging, verkocht hij zijn machinefabriek in Rotterdam. We kochten een huisje in de Valkenburgstraat en een chalet op De Pier. Dat was een heerlijke tijd. De hele zomer waren we op de camping. We hebben 30 mooie jaren gehad. Na het overlijden van Frans verkocht ik het huis en chalet en verhuisde in 2004 naar het senioren appartement De Cour in Uden.”

Daar nam u direct plaats in de bewonerscommissie.
“Meteen na de ingebruikname van De Cour nam ik plaats in het bestuur van de bewonerscommissie en we organiseerden jarenlang allerlei activiteiten voor de medebewoners. In De Cour hebben we een Atrium dat geschikt is voor verschillende activiteiten. Jarenlang hebben we samen oudjaarsavond gevierd, bingo gespeeld, gekaart en samen geborreld. Toen ik besloot het wat rustiger aan te gaan doen, liepen helaas de activiteiten terug. Met de bewonerscommissie van nu zijn de activiteiten weer terug gekomen. Tijdens mijn tijd in de bewonerscommissie leerde ik goede vriend en bovenbuurman Ad Wijngaarden kennen. Samen hebben we genoten van de mooie dingen in het leven. We gingen op reis en maakten uitstapjes, speelden Rummikub en werden voorlees oma en opa. Dat vonden we heel fijn. Op een keer kwam Ad thuis na een medische controle, kuchte een paar keer en overleed in mijn armen.”

U woont nog steeds zelfstandig.
“Ik geniet nog van elke dag, maar ik merk toch wel dat het met mijn gezondheid minder wordt. Veel doe ik nog zelf voor zover het gaat. Dochter Anneke komt vaak op bezoek en doet de boodschappen die ik nodig heb. Met medebewoners speel ik nog Rummikub en ze komen vaak kijken of alles nog goed gaat met mij.”

Hoe wordt je 100e verjaardag gevierd?
“Daar kan ik weinig over vertellen, dat houden ze geheim voor mij. Alle bewoners van De Cour hebben een uitnodiging gekregen voor een feestje hier, de burgemeester komt op bezoek en de rest laat ik over me heen komen. In deze nare tijd heb ik de kinderen, de kleinkinderen en de vier achterkleinkinderen niet vaak gezien. Ik kijk er naar uit dat we weer allemaal bij elkaar kunnen zijn.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant