Het schoolplein van 't Mulderke, waar voorlopig nog even niet gespeeld gaat worden. (foto: Henk Lunenburg)
Het schoolplein van 't Mulderke, waar voorlopig nog even niet gespeeld gaat worden. (foto: Henk Lunenburg)

Scholen voorlopig nog gesloten: ‘Je mist de interactie met de leerlingen’

Onderwijs 771 keer gelezen

UDEN | De basisscholen en de kinderopvanglocaties blijven dicht tot 8 februari, behalve voor de noodopvang, zo werd afgelopen weekend bekend. Stef van der Locht, leraar op basisschool ‘t Mulderke in Uden, en Jos van Zutphen, directeur van speelleercentrum De Wijde Wereld in Uden, nemen ons mee in de wereld van het online onderwijs.

Google Classroom is voor even het nieuwe klaslokaal voor leerlingen van ‘t Mulderke. “Hier komen iedere dag de opdrachten voor de leerlingen in te staan”, legt Stef uit. “Deze zet ik de dag van tevoren al klaar en worden om 08.00 uur automatisch geplaatst. Handig, want dan kan ik zelf wat langer blijven liggen. Na het ontbijt open ik mijn mail, vaak staan hier al de eerste vragen van kinderen of ouders in.” Rond de klok van 10.00 uur begint het beeldbellen met zijn leerlingen. “Twee keer in de week doen we dit klassikaal. Dan worden de instructies gegeven en controleer ik of ze de doelen van de dagen ervoor beheersen. Ik doe bijvoorbeeld een dictee waarbij ze de woorden op een wisbordje voor de camera laten zien. Ik wissel dit af met leuke spelletjes zoals een tafelbingo of een gymles met een wc-rol.” Ook spreekt hij iedereen één keer in de week individueel, bereidt hij lessen voor, vult hij alvast een deel van de rapporten in en volgde hij een online e-learning.

Sneller en makkelijker
In maart vorig jaar zaten de scholen in eenzelfde situatie. Voor Stef is er een duidelijk verschil met toen. “De vorige lockdown was het voor iedereen zoeken naar een goede manier van werken. Ik ben ICT-coördinator op school en kreeg iedere dag veel vragen van leerkrachten. Hier was ik vaak meer tijd mee kwijt dan met mijn werk voor de groep. Collega’s hebben hier snel in geleerd, deze lockdown krijg ik een stuk minder vragen. Het was nu allemaal sneller en makkelijker online te organiseren. Kinderen hebben er ook meer ervaring mee.”

Niet verwacht
Jos van Zutphen, die ook spreekt namens Udense Handen Ineen, de gezamenlijke opvang door basisscholen en kinderopvang in de gemeente Uden, ziet het verschil tussen de eerste en tweede lockdown ook. “Toen werden we overvallen en moesten we via allerlei hindernissen tot een aanbod op afstand komen. Nu heeft iedereen daar natuurlijk van kunnen leren en daar zijn de afgelopen maanden ook lessen uit getrokken. Daardoor waren we allemaal beter voorbereid maar volgens mij had niemand verwacht, het stond in geen enkel scenario, dat we voor een tweede keer als opvang en onderwijs ook dicht zouden gaan.” Hij vergelijkt het ‘nieuwe’ onderwijs met een ‘gewone’ schooldag. “Maar dan op veel details net even wat anders. Normaliter heb je geen omkijken naar het primaire proces op de werkvloer. Collega’s weten wat ze moeten doen, kinderen kennen de weg en de structuur en cultuur van de organisatie zorgt ervoor dat iedereen zijn taken, verantwoordelijkheden kent en uitvoert. Tijdens de lockdown komen er in ons systeem, zoals we dat binnen Udense Handen Ineen organiseren, kinderen en professionals van meerdere scholen, kindcentra, bij elkaar die soms nog nooit op de betreffende locatie gewerkt hebben. Dat vraagt natuurlijk meer coördinatie en afstemming.”

Contact
Het meest lastige aan de situatie vindt hij dat iedereen het gevoel heeft dat ze ondanks alle inzet niet het beste voor alle kinderen kunnen doen. “We zien dat kinderen, en volwassenen natuurlijk ook, het echte contact missen. Dat echte contact vervang je niet door de hedendaagse digitale technieken. Het online lesgeven kan slechts ten delen het live lesgeven vervangen. Leerkrachten ‘lezen’ als het ware de koppies in de klas als ze instructie geven en anticiperen daarop, dat kan nu nauwelijks. Een gerichte blik, knipoog of opmerking van een leerkracht, doelgericht naar een individueel kind, kan er vaak al voor zorgen dat een kind verder kan of gaat. Kortom, met alle goede bedoelingen mis je die essentiële, richtinggevende interactie.” Stef beaamt dat: “Als ik zie dat kinderen ergens moeite mee hebben wil ik ze hier heel graag bij helpen. Maar een extra instructie geven online is een stuk lastiger dan in het echt. Ook zie ik dat kinderen sneller gefrustreerd raken als iets niet lukt. In de klas kun je zo’n dingen makkelijker relativeren, online lukt dat niet. In zo’n situaties wil je meer doen dan daadwerkelijk lukt op afstand.” Toch heeft de situatie ook een voordeel, volgens Stef. “Er is een kortere lijn tussen ouders en leerkracht. Ouders zien meer van hun kind dan ze normaal zien en kunnen dit delen met de leerkracht. Tijdens de individuele gesprekken vertellen ouders vaak wat hen opvalt. Daar heb je als leerkracht veel aan omdat het gedrag anders kan zijn dan op school, of omdat het in een grote groep niet altijd opvalt.” Jos ziet voor de allergrootste groep kinderen geen voordelen. “Kinderen zijn sociale wezens, leven en werken samen, onderhouden contact met anderen en dat alles wordt ernstig verstoord en bemoeilijkt. Wat het ons in algemene zin heeft opgeleverd is dat we in het onderwijs in extreem korte tijd ervaringen op digitaal gebied op hebben moeten doen, ervaringen die we ook kunnen aanwenden tijdens het ‘normale’ onderwijs.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant