Van Osch Uden: 'Toon gaf ons de ruimte om fouten te maken'

UDEN | Bart van Osch en Bas van den Heuvel zaten met dubbele gevoelens aan tafel, toen Bedrijvig Uden op bezoek kwam. Ja, zakelijk gaat het crescendo met Van Osch Uden (innovatieve stalinrichtingen). Maar tegelijk hangt er een donkere wolk boven het bedrijf. Want Toon van Osch, Barts vader en vertegenwoordiger van de tweede generatie van het Udense familiebedrijf, is ongeneeslijk ziek. “Als hij over het bedrijf praat, vergeet hij even alle ellende.”

Vorig jaar hoorde Toon (73) dat hij ernstig ziek was en niet meer beter zou worden. “Terwijl hij het toonbeeld was van vitaliteit”, vertelt zoon Bart (48), die samen met Bas van den Heuvel (50) de directie vormt van het bedrijf. “Ons pa was topfit en sportte fanatiek. Als de sportschool om acht uur openging, stond hij om vijf voor acht voor de deur. Zelfs tijdens de eerste behandelingen is hij blijven sporten. Maar nu, na een jaar knokken, is de energie eruit. Zijn lichaam is op.”

Stalinrichtingen
Van Osch Uden, het bedrijf dat onder Toons leiding zo succesvol is geworden, produceert inrichtingen voor varkensstallen. Enerzijds complete stalinrichtingen, grotendeels van gegalvaniseerd ijzer. Daarnaast is ook het bedrijf Growfeeder onderdeel van de Van Osch-groep. “Growfeeder is gespecialiseerd in de productie van RVS onderdelen en componenten voor varkensstalinrichtingen”, vertelt Bas. Waar Bart Van Osch Uden representeert, is Bas al jaren het gezicht van Growfeeder. “Onze RVS producten zijn specifiek bedoeld voor toepassing in corrosiegevoelige onderdelen van de stalinrichting. Denk aan componenten als voertroggen, profielen en hokafscheidingen.”

Made in Holland
Van Osch Uden en Growfeeder produceren alles volledig in eigen beheer. ‘Made in Holland’ is dan ook veel meer dan een leuke payoff: het biedt de zekerheid van een gecontroleerd, hoogwaardig productieproces – en dus ook grip op kwaliteit. En die kwaliteit, die is ongeëvenaard. “We zijn marktleider in Nederland”, aldus Bart. “En Nederland is weer leidend vanuit een mondiaal perspectief. Vanuit de hele wereld kijken ze naar ons om te zien hoe we intensieve veehouderij vormgeven.” Bas vult aan: “In Nederland doen we al vele tientallen jaren onderzoek en research, tot op universitair niveau. Dat merk je. Natuurlijk, ‘intensieve veehouderij’ is een beladen term, waar veel mensen een mening over hebben. Maar zoals we het in Nederland doen en in landen als Duitsland en Denemarken: we hebben het echt goed voor elkaar. Als de varkens over de wereld het zelf voor het zeggen hadden, zouden ze allemaal deze kant op komen.”

Rijke historie
En dan te bedenken dat het bedrijf alweer 80 jaar bestaat… Het was Bert van Osch die in 1939 startte als hoefsmid, gewoon vanuit het woonhuis in de Bitswijk. Zijn vrouw Jaan was al even vooruitstrevend als haar man; zij startte een winkeltje in huishoudelijke apparaten. “Een heel ondernemende vrouw, die in Uden bijvoorbeeld de eerste wasmachines aan de man bracht”, vertelt Bart. “En als je iets met paarden deed, kende je Bert. De melkboer, schillenboer, ze kwamen allemaal naar de Bitswijk voor nieuwe hoefijzers. In 1973 kwam Toon in de zaak. Hij heeft het smidsvuur nog een half jaar aangehouden, voordat hij het roer omgooide. Varkensstallen waren in opkomst en mijn vader zag grote kansen in de veehouderij. Zijn eerste opdrachten: spanten en hokinrichtingen maken voor aannemers in de buurt. Daar is de basis gelegd voor het bedrijf anno 2020.”

Hele wereld over
Toen het woonhuis te klein werd, volgde een verhuizing naar de Groenendal. Elf jaar later verkaste het bedrijf naar de Zadelmakerstraat, waar het nu alweer zo’n dertig jaar is gevestigd. Dat de zaak met Bart een derde generatie Van Osch zou krijgen, stond eigenlijk al vroeg vast. “Na mijn studietijd ben ik in het bedrijf gestart. Maar eigenlijk begon het al eerder: als kleine jongen deed ik hier al vakantiewerk. Toch was het nooit een kwestie van ‘moeten’. Ook toen Bas en ik de leiding overnamen, heeft mijn vader altijd gezegd: ‘Júllie doen. Als je vragen hebt, stel ze dan gerust, maar het gaat erom dat júllie happy zijn met het bedrijf’. Dat gaf ons de ruimte om te leren, te ontdekken en om fouten te maken. Ik vind het super dat hij ons die kans heeft gegeven. Ik heb veel geleerd van mijn vader, een echte pionier en een specialist in samenwerken. Eind jaren tachtig reisde hij al naar het verre oosten, naar beurzen en bedrijven, op zoek naar kansen om samen te werken. Inmiddels vind je onze producten in landen over de hele wereld, van Canada tot Japan en in zo’n beetje alle Europese landen.”

Trots op Toon
Het bedrijf bestaat momenteel uit zo’n 30 medewerkers (Van Osch en Growfeeder opgeteld). Wat opvalt, is de ‘honkvastheid’ van veel medewerkers. “Verschillende collega’s zijn al meer dan veertig jaar in dienst”, vertelt Bart niet zonder trots. “En zelf zijn Bas en ik hier ook alweer heel wat jaren actief.” Momenteel wordt een deel van de bedrijfsgebouwen verbouwd, zodat er ruim tweehonderd vierkante meter productieruimte vrijkomt. “We hebben de nieuwe machines al gekocht”, vertelt Bart. “Tot vreugde van ons pa. We hopen de extra productiecapaciteit nog voor de bouwvak in gebruik te kunnen nemen. Het zou mooi zijn als hij dat nog meemaakt. Natuurlijk, het afscheid komt dichterbij. We gaan hem ontzettend missen. Als vader, maar ook zijn zakelijke kennis valt weg. Alles wat we weten, hebben we van hem geleerd. Maar hoe lastig het ook wordt; we gaan door. Want ondanks alles hebben we nog iedere dag veel plezier in ons werk. Bovendien is het een mooi gegeven dat veel van Toons uitvindingen nog springlevend zijn. Neem de plateaus in stalinrichtingen, voor extra leefruimte. Of de brijbakken: droogvoerbakken met drinknippel, die zorgen dat de brokken uiteenvallen en een brij vormen, waardoor varkens een stuk beter eten. Tot op de dag van vandaag maken varkenshouders over de hele wereld gebruik van mijn vaders principe, we mogen gerust zeggen dat hij zijn stempel heeft gedrukt op de wereldmarkt. Daar zijn we ontzettend trots op.”

Altijd nieuwe uitdagingen
Kansen voor de toekomst liggen er nog genoeg. Zoals in Zuid-Amerika, waar het aantal varkenshouderijen toeneemt. Bas: “Daar willen we graag voeten in de aarde krijgen. Momenteel hebben we er nog vrijwel geen dealers waar we zaken mee doen, maar wie weet, in de toekomst? We staan op verschillende internationale beurzen, waar we in contact komen met dealers uit de hele wereld. Ook uitdagend is de visie van de overheid op intensieve veehouderij, die de sector wil hervormen. We volgen de ontwikkelingen op de voet en bewegen mee. Zo maken we van iedere verandering een uitdaging, een kans om nieuwe producten en oplossingen te bedenken.”